Mammacarcinoom Flashcards

1
Q

Wat is overkoepelend de grootste risicofactor voor mammacarcinoom?

A

Duur en de intensiteit van de blootstelling aan oestrogeen
(denk aan vroege 1e menstruatie of late menopauze)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn algemene factoren voor behandeling? (2) !!

A
  • Stadiëring: TNM(G)
  • De ‘agressiviteit’ van de tumor: de snelheid van de groei en de groei in omliggend weefsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Specifieke factoren voor behandeling (3) !!

A
  • Hormoongevoeligheid (80% van de gevallen) (belangrijkst: ER+)
  • Leeftijd (voor of na de menopauze)
  • Aanwezigheid van het c-erB-2 oncogen (15%): HER-2/neu overexpressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent het dat een mammacarcinoom hormoongevoelig (ER+) is (in 80% van de gevallen)?§

A

De meeste borstkankercellen zijn gevoelig voor oestrogenen, ze gaan groeien onder invloed van oestrogenen (anti-oestrogeen therapie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is het belangrijk om te weten of iemand voor of na de menopauze zit met betrekking tot de behandeling?

A

Voor de menopauze heb je oestrogeen productie uit de eierstokken, na de menopauze geen activiteit van de eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat geef je bij een HER2+ borstkanker?

A

Trastuzumab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is het voordelig om HER2+ (15%) te zijn?

A

Nee, zelfs met trastuzumab prognose slechter dan als je geen HER2 overexpressie hebt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anti-oestrogeen !!

A

Tamoxifen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oestrogeen biosyntheseremmer/aromataseremmer !!

A

Anastrozol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gonadoreline-agonisten (2)

A

Gosereline, leuproreline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werkingsmechanisme anti-oestrogenen

A

Blokkeren de oestrogeenreceptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijwerkingen anti-oestrogenen (3)

A

– menopauze symptomen
– trombo-embolische complicaties
– verhoogde kans op baarmoederhalskanker
(endometriumcarcinoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Effecten van anti-oestrogenen als adjuvante therapie (2)

A

– Minder micrometastasen
– Minder mortaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe worden oestrogenen pre-menopauzaal gemaakt?

A

Via LH/FSH en de eierstokken (dit stopt met oestrogenen maken na de menopauze)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe worden oestrogenen pre/post-menopauzaal gemaakt?

A

In de bijnier worden androgenen via aromatase omgezet in oestrogenen (deze route blijft ‘aan’ na de menopauze)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je de pre-menopauzale oestrogeenvorming remmen? (2)

A
  • Eierstokken chirurgisch verwijderen
  • LH/RH analoga (chemische castratie)
17
Q

Hoe kun je de post-menopauzale oestrogeenvorming remmen?

A
  • Aromatase remmers
18
Q

Werking Oestrogeen biosyntheseremmers/aromataseremmers

A

Remt de perifere omzetting van androgenen in oestrogenen

19
Q

Wanneer worden oestrogeen biosyntheseremmers/aromataseremmers gebruikt? + reden !!!

A

Wordt alleen postmenopauzaal gebruikt, omdat het gebruik premenopauzaal zinloos is door de via feedback verhoogde productie van oestrogenen door de ovaria (het is alleen maar een stimulans voor de eierstokken om nog verder oestrogeen te gaan produceren, wat je niet wil!)

20
Q

Werking gonadoreline-agonisten (LHRH remmer)

A

Downregulatie van de gonadorelinereceptoren.
Hierdoor wordt de afgifte van LH en FSH geremd, waardoor de oestrogeenproductie zal dalen.

21
Q

Gonadoreline-agonisten zijn een alternatief voor …

A

Het chirurgisch verwijderen van de eierstokken

22
Q

Wat is een nadeel aan gonadoreline-agonisten?

A

Je moet het continu blijven geven anders hervatten de functies van LH en FSH zich weer

23
Q

Werkingsmechanisme trastuzumab

A

Monoklonaal antilichaam gericht tegen het HER2-eiwit en verhindert hiermee de werking van groeifactoren

24
Q

Wat gebeurd er als je HER2-positieve borstkanker hebt?

A

Er zit dan extreem veel HER2 op de kankercellen, waardoor de kankercel gevoeliger is voor groeifactoren, waardoor ze sneller gaan groeien

25
Q

Waar moet je bij trastuzumab voor opletten? !!!

A

Het is cardiotoxisch.
En het wordt vaak gecombineerd met cardiotoxische chemotherapie waardoor de opstapeling gevaarlijk kan zijn

26
Q

Welke bisfosfonaten bij mammacarcinoom? (2)

A
  • Intraveneus zoledroninezuur
  • Oraal clodronaat
27
Q

Nare bijwerking bisfosfonaten

A

Osteonecrose

28
Q

Wat geef je bij ER+? (2) !!

A
  • Hormonale therapie
  • Chemotherapie (postmenopauzaal alleen < 70 jaar)
29
Q

Wat geef je bij ER-? !!

A
  • Chemotherapie (postmenopauzaal alleen < 70 jaar)
30
Q

Wat geef je bij HER2+? !!

A

Trastuzumab

31
Q

Wat is een belangrijk schema van de (neo-)adjuvante chemotherapie? !!!

A

4x AC = doxorubicine (anthracycline) + cyclofosfamide

32
Q

Wat houdt TAC schema in?

A

doxorubicine (anthracycline) + cyclofosfamide + paclitaxel/docetaxel

33
Q

Welk schema gebruik je bij kwetsbare ouderen? + reden

A

Docetaxel + cyclofosfamide (TC) ivm
(cardio)toxiciteit doxorubicine
(minder toxisch maar ook minder werkzaam)

34
Q

Welk middel mis je bij een HER- tumor?

A

Trastuzumab

35
Q

Behandeling premenopauzaal, ER+, stadium I-II

A

Tamoxifen gedurende 5 jaar
(Na 5 jaar grotere kans op endometrium kanker)

36
Q

Behandeling postmenopauzaal, ER+, stadium I-II (2)

A

5 jaar aromataseremmer òf
2/3 jaar tamoxifen gevolgd door 3/2 jaar aromataseremmer (= 5 jaar totaal)
(laatste betere effectiviteit)

37
Q

Trastuzumab-emtansine (T-DM1) wat is het en hoe werkt het?

A

Antilichaam-geneesmiddelconjugaat) Trastuzumab gaat op de HER2 receptor zitten en blokkeert de groei van de tumor. Emtansine is eraan vastgeknoopt en dat is klassieke agressieve chemo. Dus wordt meegenomen naar de HER2 receptor en wordt daar losgelaten met zijn vernietigende werking op de tumor.

38
Q

Wat kies je in de palliatieve fase voor de behandeling van gemetastaseerd mammacarcinoom (2) en waarom?

A
  • CMF (cyclofosfamide, methotrexaat, fluorouracil) (ook wel bij ouderen omdat het minder toxisch is)
  • Monotherapie
    Je wil dan wel dat je tijdelijk verlichting krijgt maar niet de zware TAC schema’s