Blaascarcinoom Flashcards
Twee soorten blaascarcinoom
- Niet-spierinvasief (oppervlakkig)
- Spierinvasief
Alarmsymptoom voor blaaskanker
Bloed in de urine (hematurie)
Wat is bepalend voor de behandeling?
Het risico dat het terugkeert is bepalend voor de behandeling, hoe hoger het risico, hoe agressiever je gaat behandelen en hoe meer je voor de zekerheid gaat behandelen.
Initiële behandeling niet-spierinvasief blaascarcinoom
Transurethrale resectie van de tumor (TURT) –> tumor uit de blaas halen
Nabehandeling niet-spierinvasief blaascarcinoom bij 1 tumor
Blaasspoelen met mitomycine –> 1 instillatie binnen 24 uur na TURT
Nabehandeling niet-spierinvasief blaascarcinoom bij meerdere tumoren
Blaasspoelen met mitomycine –> 1 instillatie per week gedurende enkele weken, daarna maandelijks tot 6-12 maanden na TURT
Behandeling niet-spierinvasief blaascarcinoom bij hoog risico op recidief
Radicale cystectomie
Welke blaasspoeling niet-spierinvasief blaascarcinoom bij hoger risico op recidief of progressie?
BCG (verzwakte tuberkelbacillen)
Werking BCG
Zorgt voor de inductie van ontstekingsreactie en activatie van cytokines die potentiële micrometastasen en tumorresten aanvallen (vernietigen of opeten).
Verschil BCG en mitomycine
BCG is agressiever dan mitomycine en zorgt dus voor meer bijwerkingen maar heeft ook een lager recidief risico
Schema BCG
Er word gespoeld voor 6 weken eenmaal per week, daarna maandelijks een onderhoudsschema tot meer dan één jaar na de TURT
Twee soorten spierinvasief blaascarcinoom
- Gemetastaseerd
- Niet-gemetastaseerd
Behandelingsopties spierinvasief blaascarcinoom, niet gemetastaseerd (5)
- radicale cystectomie (incl prostaat, uterus, vagina)
- lokale radiotherapie met radioactieve bron (brachytherapie)
- uitwendige radiotherapie bij CI voor cystectomie
- radiotherapie + chemotherapie
- immunotherapie
Behandeling chemotherapie gemetastaseerd blaascarcinoom
GC (gemcitabine + cisplatine) kuur
Waarom wordt MVAC niet meer gebruikt?
Toxisch (zit doxorubicine in wat cardiotoxisch is)