M4 Voc Partie 2 NL-FR Flashcards
(aan)vullen, onderbouwen
étoffer
(een korting) toestaan
accorder p.ex. une réduction
(h)erkennen, hier : erkennen
reconnaître
aanzetten tot
inciter à
afkomstig zijn van, voortkomen uit
provenir de
belang hechten aan
accorder de l’importance à
beloven
Promettre
bereid zijn iets te doen
être disposé à
beschikbaar
Disponible
bestellen
Commander
betreuren, spijt hebben
être désolé/regretter
bevoorrechten, bevoordelen, voorrang geven aan
privilégier
bijdragen (tot)
contribuer (à)
bloem
de la farine
bruisend, pittig
pétillant(e)
dagelijks
quotidien, quotidienne
de boekhouding
la comptabilité
de dosering
le dosage
de opneming, integratie
l’insertion (f)
de raad van bestuur
le conseil d’administration
de smaak
la saveur
de vervaldatum
une date d’échéance
dringend
d’urgence
dringend
urgent, urgente