longpathologie Flashcards

1
Q

Macroscopische anatomie longen

A
  • Rechts heeft 3 kwabben, links 2. Kwabben opdelen in segmenten met elk eigen bloed- en luchttoevoer. Hoofdbronchi ontspringen uit trachea, links is lang , rechts is korter .
  • Bronchi vertakken zich in steeds kleinere bronchi, bronchioli, terminale bronchioli, ductus alveolares, sacculi alveolares en alveoli.
  • 2 arteriële systemen die aftakken van aorta: a. pulmonalis en a. bronchialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Microscopie luchtwegen

A

Bronchus bestaat uit pseudomeerlagig trilhaardragend cilindrisch epitheel, met ertussen slijmcellen.
Bronchioli hebben geen slijmkliertjes en kraakbeen meer in de wanden, maar wel nog gladde spiercellen.
Alveoli worden bekleed met laag afgeplatte cellen (pneumocyten type 1). Pneumocyten type 2 produceren surfactant. Capillairen zitten in alveolaire tussenschotten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Typen infarcten in de long

A

Rode infarcten: ontstaan in losmazig bindweefsel of in weefsels met meerdere circulaties. Bij infarcy worden de cellen in long necrotisch, waardoor normale longstructuur uiteenvalt en bloedvaten kapotgaan. Bloed uit 2e circulatie stroomt dan infarctgebied in, dat kleurt dan rood.
Wit infarct: ontstaat in organen met eindcirculaties als milt/nier. Is ook wel een bloedleeg infarct, door een trombus in aanvoerende arterie kan geen bloed meer in achterliggende gebied komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Embolus/longembolie

A

In 90% van de gevallen is het een trombus die vaak afkomt uit diep veneus systeem. Lichaam probeert te reorganiseren, er groeien fibroblasten in die bindweefsel vormen en wordt bekleed met endotheel. Ook groeien er vaten in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bronchopneumonie

A

Pneumonie verspreid over verschillende delen van de gehele longen. Bij lobaire pneumonie is het beperkt tot 1 longkwab.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

3 fasen pneumonie

A

Acute fase: veel neutrofiele granulocyten en alveolaire wanden met stuwing. Rode hepatisatie.
Vroege organisatiefase: macrofagen, debris van cel- en kernresten en klein beetje fibrine aanwezig. Grijze hepatisatie.
Late organisatiefase: veel fibroblasten te zien, weefsel is roze-achtig door collageen en er zijn minder cellen. Sprake van resolutie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 delen van alveolaire barrière

A

Pneumocyt, basaalmembraan en endotheelcel van capillair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ARDS/ acute respiratory distress syndroom

A

Verstoring van de barrière tussen de lucht en het bloed, alveolaire schade. Er is schade aan endotheel of epitheel, schade kan komen van buiten of binnenaf. Behandelen door intuberen en kunstmatig beademen van patiënt met voldoende hoge druk om ventilatie te creëren.
3 fases ARDS
- Fase 1: exsudaat en oedeem aanwezig. Alveoli zijn gevuld met eiwitrijk vocht en macrofagen
- Fase 2: hyaliene membranen (met o.a. fibrine) aan wanden van alveoli en duidelijke ontsteking zichtbaar.
- Fase 3: long is bezig met organisatie van weefsel, uit zich in proliferatie van type II pneumocyten en fibroblasten en granulatieweefsel in alveoli.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sarcoïdose

A

Multisystemische auto-immuunziekte. Granulomen (grote groep macrofagen bij elkaar en vaak naast bronchus bevinden) worden aangemaakt, geen necrose, als dat wel zo is dan denken aan tuberculose.
Longbiopt is sponsachtig weefsel met verspreid kleine, bleke en nodulaire haarden (naast bronchi).
Microscopisch: epitheloïdcellige macrofagen die ACE kunnen maken, dus kans op hogere bloeddruk. Ook kans op hypercalciëmie. In granulomen soms reuscellen (Langhans type) met hoefijzervormige kern. Ook granulomen in lymfeklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Emfyseem

A

Irreversibele vergroting van luchtruimen door kapotgaan alveolaire septa zonder duidelijk aanwezig fibrose. Minder oppervlak voor gasuitwisseling, dus dyspneutisch worden. Wijde, luchthoudende ruimten ontstaan als disbalans tussen elastase aanmaak en afbraak. Bindweefselsepta nog wel aanwezig. Patiënten kunnen wel inademen maar hebben moeite met uitademen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Microscopie emfyseem

A

Wijde, luchthoudende holten, subpleuraal gelegen (bullae). Ook slappe long. Op enkele plaatsen macrofagen met antracose pigment in cytoplasma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Longfibrose

A

Pathofysiologie is niet volledig bekend maar gaat om combi van omgevingsfactoren en epitheel at risk. Door prikkeling epitheel ontstaat immuunreactie met foci van fibroblasten. Fibroblasten maken fibrogeen aan en zorgen zo voor verbindweefseling. Onderkwabben zijn vaak meer aangedaan dan de boven. Remodellering van longweefsel en microscopisch honingraatvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly