Chronische nierschade en chronische nierinsufficiëntie Flashcards
Chronische nierinsufficiëntie (CNI)
Langdurige GFR verlaging (minimaal 3 maanden). Sprake van verlaagde nierfunctie en/of een of meer markers van nierschade (verhoogd albuminurie, afwijkend urinesediment, afwijkende elektrolyt- of zuur-base huishouding, afwijkend nierbiopt of structurele afwijkingen.
Meeste chronische nierziektes worden veroorzaakt door hypertensie of diabetes mellitus.
5 stadia van CNI
- Nierschade met normale/verhoogde GFR>90
- Nierschade met lichte GFR daling: 60-89
- Nierschade met matige GFR daling: 30-59
- Nierschade met ernstige GFR daling: 15-29
- Nierfalen <15 of dialyse
Pathogenese bij hypertensie
Door hoge bloeddruk krijg je vasodilatatie afferent en neemt GFR per nefron toe, totale GFR neemt dan ook toe. is gunstig op korte termijn maar op lange is het schadelijk. De schade leidt tot sclerose (verbindweefseling) van glomeruli, leidt tot systemische hoge bloeddruk. Dat geeft weer hogere GFR per glomerulus en verlies van niermassa. Dus negatieve spiraal.
Chronische nierinsufficiëntie bij diabetes mellitus
Intraglomerulaire hypertensie en glomerulaire hyperfiltratie.
Initiële stijging van GFR, tot ong. 7 jaar na ontstaan. Dan door nierschade en hyperfiltratie afname GFR, toename albumine in urine.
RAAS-remmer geven.
Functies angiotensine 2
- Verhoging sympathische activiteit
- Toegenomen tubulaire resorptie van Na, chloor en water
- Aldosteronafgifte, stimuleert tubulaire resorptie verder
- Arteriolaire vasoconstrictie
- ADH afgifte, zorgt voor waterresorptie in verzamelbuis.
Gevolgen chronische nierinsufficiëntie
Fosfaat wordt minder uitgescheiden en verminderde vitamine D activatie (daardoor verminderde Ca opname). Laag Ca en vitamine D en hoog fosfaat zorgt voor verhoogd afgifte PTH. Kans op atherosclerose bijvoorbeeld. Kalk kan neerslaan in bloedvaten en andere plekken in lichaam.
Anemie bij CNI
Treedt altijd op maar pas in laat stadium, want tekort aan EPO hormoon
Medicatie CNI
RAAS-remmer voor hoge bloeddruk, vaak in combi met diureticum
Fosfaatbinder, vitamine D en eventueel PTH-remmer.
Wanneer spreek je van chronische nierinsufficiëntie
Als een verminderde functie is van de nieren en/of tekenen van structurele renale afwijkingen gedurende minimaal 3 maanden aanwezig. Er zijn 5 stadia op basis van resterende GFR. Bij stadium 1 en 2 is persisterende micro-albuminurie/proteïnurie en/of erytrocyturie vereist.
5 meest voorkomende oorzaken CNI
Renovasculaire ziekten (hypertensie en atherosclerose), diabetes mellitus, glomerulonefritis, systeemziekten (SLE) en onbekend.
Verschil tussen (sub)acute en chronische nierschade
- Snelheid waarmee plasmacreatinineconcentratie is gestegen. Gaat bij acuut veel sneller dan chronisch
- Anamnetische gegevens; heeft iemand langere tijd klachten?
- Aanvullend onderzoek via echografie. Kleine verschrompelde nieren duiden op chronische aandoening, gezwollen op acute oorzaak.
Aantal gevolgen chronische nierinsufficiëntie
- Afwijkingen in calciumfosfaathuishouding. Proces atherosclerose versnelt en klepverkalking kan ontstaan
- Hyper- of hypokaliëmie kan leiden tot hartritmestoornissen
- Activatie RAAS leidt tot hypertensie, daarmee toename afterload waardoor linkerventrikelhypertrofie optreedt
- Uremisch syndroom, bepaalde afvalstoffen blijven in bloed circuleren, verhoogde kans op pericarditis
- Afwijkingen in EPO huishouding kan leiden tot anemie en daarmee onvoldoende zuurstoftoevoer naar organen. Kans op cardiale ischemie.
Renale en renovasculaire hypertensie
Renale hypertensie: veroorzaakt door ziekte van nierenparenchym
Renovasculaire hypertensie: veroorzaakt door vernauwing in nierarterie
Oorzaken renale hypertensie
- Te veel extracellulair volume
- Te veel vasoconstrictie activiteit door RAAS overactiviteit
- Te veel vasoconstrictie door overactiviteit sympathicus
Behandelen renale hypertensie
Afhankelijk oorzaak, 1e instantie orale ACE-remmer (want dan RAAS probleem)
Vervolgens diureticum in combi met zoutbeperkt dieet. B-blokker om te voorkomen dat bloeddruk uiteindelijk stijgt
Als reactie op bloeddruk daling kan plasmacreatinineconcentratie stijgen. GFR daalt dus filtratie creatinine ook.