ILD en sarcoïdose Flashcards

1
Q

Kenmerken interstitiële longziekten

A

Ontstekingscellen en fibrose ontstaan in het interstitium (tussenruimte tussen alveoli en longcapillairen). Ook wordt gaswisseling bemoeilijkt want de diffusieweg wordt langer, daarnaast worden longen stijver doordat compliantie afneemt door collageen toename. Verkleining longvolume waardoor restrictie plaatsvindt.
ILD is verzamelnaam voor allerlei verschillende ziektes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Indeling ILD

A

ILD met bekende oorzaak: EAA (allergie), door medicatie of collageen-vasculair AIZ. Is 20-30%
Idiopathische interstitiële pneumonie (IPF is meest voorkomend)
Sarcoïdose ong. 50%
Ultra zeldzame ziektes (PAP, LAM, PLCH etc.) <5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opletten bij anamnese van ILD

A

Duur en beloop van de longklachten, klachten van gewrichten, spieren, ogen en huid (andere organen), beroep, hobby, geneesmiddelen, rookanamnese en familieanamnese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Lichamelijk onderzoek ILD

A

Vaak wordt niet zoveel gevonden. Mogelijk tachypneu en cyanose of trommelstokvingers/horlogeglasnagels (clubbing). Auscultatie: crepitaties bij inademing en squeaks. Ook kijken naar gewrichten, ogen, spieren en huid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aanvullend onderzoek ILD

A

X-thorax, HRCT scan is veel nauwkeuriger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HRCT beeld bij sarcoïdose

A

Granulomen zijn zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

HRCT beeld bij IPF (idiopathische pulmonale fibrose)

A

Aan de basis van de long, subpleurale cysten-> honeycomb structuur. Ook typische ligging tegen pleura.
Samen vormen ze het UIP patroon: honeycomb, perifere afwijkingen (onder pleura) en normale structuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opties voor cytologie/histologie bij ILD

A

BAL/bronchoalveolaire lavage: kleine spoeling in stukje van de long met fysiologisch zout
Biopt broncheolaire mucosa/transbronchiaal: dan stukje long afnemen
Biopt lymfeklier: ziektes als sarcoïdose zitten ook in lymfeklieren
Chirurgisch biopt zoals VATS.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Behandeling ILD

A

Oorzaak wegnemen (als mogelijk) en medicamenteuze (prednison en methotexaat bij sarcoïdose of nintedanib bij IPF) en niet-medicamenteuze therapie (longstransplantatie een/twee-zijdig).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PAP/pulmonale alveolaire proteïnose

A

Surfactant ophoping in de alveoli. Kan worden behandeld met BAL over de gehele long.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sarcoïdose

A

Meest voorkomende interstitiële longziekte die zich kenmerkt door granuloomvorming. Dit uit zich vaak in de longen maar kan in ieder ander orgaan voorkomen (dus is pulmonaal of extrapulmonaal).
Gevarieerd ziektebeeld bij vrouwen meer dan mannen, meestal tussen 20-40 jaar. Enerzijds polygenetisch en anderzijds omgevingsfactoren die immuunsysteem activeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pathogenese sarcoïdose

A

Type IV cellulaire overgevoeligheidsreactie in de long, via de luchtwegen komt een trigger. Er ontstaat T-helper-1/17 respons. Ophoping van monocyten, macrofagen en witte bloedcellen, er is sprake van granuloom. Geen necrose, als dat wel zo is tuberculose. Oorzaak is combi van antigenen en genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Diagnose richtlijnen sarcoïdose

A

Passende kliniek/radiologische bevindingen
Histologie: niet verkazende granulomen (of typische BAL)
Uitsluiten van ziekte die zelfde klinisch/histologisch beeld kan geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diagnostisch onderzoek

A

Bloedtesten: ACE, sIL2R
Beeldvorming: X-thorax, HRCT-thorax, MRI, FDG-PET
Bronchoalveolaire lavage
Biopsie. Let hierbij ook op tatoeages.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Op thorax foto onderscheid maken stadia I-IV sarcoïdose

A

Stadium 0: geen afwijkingen
I: lymfeklierzwelling ter grootte van hilus
II: vergrote lymfeklieren en nodulaire afwijkingen in long
III: alleen nodulaire longafwijkingen
IV: eindstadium, veel littekenvorming en verkalking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

CT-scan sarcoïdose

A

Langs fissuren zijn nodulaire afwijkingen zichtbaar, bronchovascular beading sign (kralensnoer). En lymfeklierzwellingen.

17
Q

Medicamenteuze opties sarcoïdose

A

Prednison, dat doen als de ziekte een orgaan echt aantast.
Of infliximab (een TNF-alfa-blokker).
Echt geneesmiddel is er niet, wel symptomatisch immuunsysteem remmen.