Literatuur boek Cognitieve Psychologie Flashcards
Wat is cognitieve psychologie?
Cognitieve psychologie is een tak van de psychologie die zich bezighoudt met de wetenschappelijke bestudering van de geest (mind).
Het betreft de vraag hoe de geest bereikt wat het doet, het proces.
Wat is het verschil tussen bottom-up en top-down verwerking?
Bottom-up verwerking verwijst naar het verwerken van informatie op basis van de fysieke kenmerken van de stimulus, terwijl top-down verwerking verwijst naar het verwerken van informatie op basis van bestaande kennis en verwachtingen.
Wat is het geheugen?
Het geheugen is het vermogen om informatie op te slaan, te behouden en later weer op te roepen. Het omvat processen zoals codering, opslag en ophalen van informatie
Wat zijn schema’s in de cognitieve psychologie?
Schema’s zijn representaties van structuren of processen die ons helpen om de structuur of het proces te visualiseren of uit te leggen.
Wat is aandacht?
Aandacht is het selectief richten van cognitieve bronnen op specifieke informatie of stimuli. Het stelt ons in staat om ons te concentreren op relevante informatie en irrelevante informatie te negeren.
Wat is het concept van de “cognitieve revolutie”?
De cognitieve revolutie verwijst naar de verschuiving in de psychologie van een focus op gedrag naar een focus op de interne mentale processen die ten grondslag liggen aan gedrag. Dit vond plaats in de jaren 1950 en 1960.
Wat is het verschil tussen sensatie en perceptie?
Sensatie verwijst naar het proces waarbij sensorische organen fysieke energie uit de omgeving registreren, zoals licht of geluid. Perceptie daarentegen is het proces waarbij we betekenis geven aan de zintuiglijke informatie en deze interpreteren op basis van onze ervaringen en verwachtingen.
Wat zijn heuristieken en hoe worden ze gebruikt in het nemen van beslissingen?
Heuristieken, ofwel shortcuts, zijn vuistregels die tot het antwoord van een probleem kunnen leiden. Vaak kloppen de uitkomsten op basis van heuristieken, maar soms ook niet.
Twee voorbeelden van heuristieken:
Representativiteitsheuristiek
Beschikbaarheidsheuristiek
Wat is het verschil tussen impliciet geheugen en expliciet geheugen?
Impliciet geheugen verwijst naar het geheugen voor informatie die onbewust wordt opgeslagen en opgeroepen, zoals vaardigheden en gewoonten.
Expliciet geheugen daarentegen is het bewuste geheugen voor feitelijke informatie en gebeurtenissen. Expliciete herinneringen worden ook wel declaratieve herinneringen genoemd.
Wat is het verschil tussen semantisch geheugen en episodisch geheugen?
Semantisch geheugen is het geheugen voor algemene kennis en concepten, zoals woordbetekenissen en feitelijke informatie. Episodisch geheugen daarentegen is het geheugen voor specifieke gebeurtenissen en ervaringen die een persoon heeft meegemaakt.
Wat is priming?
Priming is een andere vorm van het impliciete geheugen en komt voor wanneer de presentatie van een stimulus (primende stimulus) de manier waarop iemand op een andere stimulus (test stimulus) reageert, beïnvloedt.
Proactieve interferentie
Nieuw geleerde informatie interereert met eerder geleerde informatie
Wat is de serieële positie curve?
Een klassiek experiment om het onderscheid tussen het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen te onderzoeken. Deze curve wijst erop dat het geheugen beter is voor woorden aan het begin en einde van een lijst dan voor woorden in het midden van een lijst. Dit fenomeen wordt beschreven als twee effecten: het primacy effect en het recency effect
Retrograde amnesie
Verlies van herinneringen die vóór het hersenletsel of trauma hebben plaatsgevonden. Dit kan uiteenlopen van enkele minuten tot jaren voor het letsels en is afhankelijk van de ernst van het letsel.
Er is bij retrograde amnesie sprake van gegradeerde amnesie: het geheugenverlies is ernstiger voor herinneringen van vlak voor het letsel dan herinneringen van langer geleden.
Deze gradatie is overeenkomstig met het standaardmodel van consolidatie. Synpatische verbindingen zijn namelijk zwakker bij recentere herinneringen, waardoor deze makkelijker verstoor raken.
Het spacing-effect
Onderzoek heeft aangetoond dat het geheugen beter is wanneer het studeren wordt opgedeeld in een aantal korte sessies met pauze ertussen, dan wanneer het geconcentreerd wordt in één lange sessie, zelfs als de totale studietijd hetzelfde is. Dit voordeel voor korte studeersessies wordt het spacing effect genoemd
Latente inhibitie
Het vermogoen om irrelevante stimuli te screenen en uit te sluiten.
Wat is het concept van chunking in het geheugenproces?
Chunking is het proces waarbij informatie wordt georganiseerd in betekenisvolle groepen of eenheden, waardoor de capaciteit van het werkgeheugen efficiënter wordt benut.
Wat is het verschil tussen transfer en interferentie in het geheugenproces?
Transfer verwijst naar het vermogen om eerder geleerde informatie toe te passen bij het leren of oplossen van nieuwe taken of problemen.
Interferentie daarentegen is het fenomeen waarbij nieuwe informatie interferentie veroorzaakt met het herinneren of ophalen van eerdere informatie.
De Wet van Prägnanz
Ook wel: principe van simpliciteit
Een van de Gestalt-principes
Elk patroon van een stimulus wordt waargenomen op de meest eenvoudige manier.
Mentale chronometrie
Het meten van de tijd die nodig is om bepaalde cognitieve taken uit te voeren.
Hiermee kan inzicht worden verkregen in de mentale processen die hierbij betrokken zijn.
Wat is het concept van attentionele blindheid in de aandacht en waarneming?
Attentionele blindheid verwijst naar het fenomeen waarbij mensen niet in staat zijn om stimuli of gebeurtenissen op te merken wanneer hun aandacht gericht ergens anders op is gefocust.
Wat is het verschil tussen top-down en bottom-up verwerking in de perceptie?
Top-down verwerking verwijst naar het gebruik van bestaande kennis, verwachtingen en context om perceptuele informatie te interpreteren en te begrijpen.
Bottom-up verwerking daarentegen verwijst naar het proces waarbij de perceptuele informatie zelf de basis vormt voor de interpretatie en begrip ervan, zonder gebruik te maken van hogere cognitieve processen
Embodied cognition
Onze kennis van concepten is gebaseerd op reactivatie van sensorische- en motorprocessen die voorkomen wanneer we interacteren met het object.
Embodied cognition stelt dat cognitieve processen en conceptuele kennis niet alleen afhankelijk zijn van de hersenen, maar ook worden beïnvloed door sensorische en motorische ervaringen en lichamelijke interactie met de omgeving.
Prosopagnosie
Prosopagnosie is het onvermogen om gezichten te herkennen en kan ontstaan door schade aan de temporale kwab.
Wat is het verschil tussen de representativiteitsheuristiek en de beschikbaarheidsheuristiek?
*
Bij de representativiteitsheuristiek worden beslissingen genomen op basis van de mate waarin iets overeenkomt met een bepaald prototype of stereotiep beeld.
Bij de beschikbaarheidsheuristiek daarentegen worden beslissingen genomen op basis van de snelheid en gemak waarmee relevante voorbeelden of informatie in ons geheugen kunnen worden opgeroepen.
Wat is het verschil tussen sensorisch geheugen en kortetermijngeheugen?
*
Sensorisch geheugen verwijst naar het eerste opslagniveau waarin sensorische informatie gedurende een korte periode wordt vastgehouden in zijn oorspronkelijke sensorische vorm.
Kortetermijngeheugen daarentegen is het werkgeheugen dat informatie tijdelijk vasthoudt en verwerkt voor onmiddellijk gebruik, voordat het wordt vergeten of naar het langetermijngeheugen wordt overgebracht.
Dubbele dissociatie
Een situatie waarin een enkele dissociatie kan worden aangetoond bi de ene persoon en het tegenovergestelde type enkele dissociatie kan worden aangetoond bij een andere persoon.
Dubbele dissociatie stelt ons in staat te concluderen dat de functies A en B worden bediend door verschillende mechanismen die onafhankelijk van elkaar werken.
Categorisch syllogisme
Categorisch syllogisme: begint met ‘alle’, ‘geen’ of ‘sommige’
Procedureel geheugen
Procedureel geheugen ofwel vaardigheidsgeheugen, is het geheugen voor geleerde vaardigheden. Het betreft vaardigheden die mensen uitvoeren zonder duidelijk uit te kunnen leggen hoe ze dit doen.
Het procedurele geheugen is impliciet. Dit is bewezen doordat amnestische patiënten in staat zijn om nieuwe vaardigheden te leren terwijl ze zich het oefenen niet kunnen herinneren.
Wat zijn de belangrijkste componenten van taal?
Taal bestaat uit verschillende componenten, waaronder fonologie (klanken), morfologie (woordstructuur), syntaxis (zinstructuur), semantiek (betekenis), pragmatiek (gebruik in context) en fonetiek (uitspraak).
Convergent denken
Convergent denken zoekt slechts één correct antwoord op een probleem of specifieke situatie. Er is geen creativiteit nodig voor de oplossingen.
Sensitiviteit/ gevoeligheid bij signaaldetectie
Het is een maat voor het onderscheid maken tussen het ‘signaal’ en de ‘ruis’. De meest gebruikte maat voor sensitivity wordt d’ (d prime) genoemd.