College 2 Flashcards
Van wie is de volgende definitie over selectie aandacht: “Everyone knows what attention is. It is the taking possession by the mind, in clear and vivid form, of one out of what seem several simultaneously possible objects or trains of thought. Focalization, concentration, of consciousness are of its essence. It implies withdrawal from some things in order to deal effectively with others…”
William James
Bij het experiment met de luistertaak naar twee verhalen, wat konden ze zich nog herinneren van het verhaal in het oor waar ze niet naar moesten luisteren?
De fysieke kenmerken (mannen- of vrouwenstem, hard of zachte stem etc.)
Broadbent’s Filter Model of Attention
Bottleneck model, alleen de informatie waar je aandacht aan besteed wordt verder verwerkt op een hoger level. Er is een Selective Filter. Dit is vroege selectie
Cocktail Party Effect
Je hoort niks van het geroezemoes om je heen, totdat iemand je naam zegt.
Dit weerlegt de theorie van Broadbent, want je snapt wel wat er wordt gezegd ondanks dat je het niet hoort. Dit is vroege selectie
Attenuation model
“Leaky filter” model van Treisman. De attenuator filtert de fysieke kenmerken waar je aandacht aan besteedt. Hetgeen waar je geen aandacht aan besteedt gaat ook door, alleen zwakker.
In de dictionary unit bekijk je of er informatie in zit die belangrijk voor je is (zoals je naam) en dit hoor je dan wel of niet.
Bij elke stap in het proces wordt er gefilterd. Dit is vroege selectie
Wat kwam er uit het onderzoek van MacKay
De deelnemers hoorden een ambigue zin in hun ene oor en een woord dat ze moesten negeren in hun andere oor. Het woord in hun rechteroor beïnvloedde/kleurde de betekenis van de zin in hun linkeroor. Dit geeft aan dat informatie veel verder in je brein komt dan eerder gedacht. Dit experiment pleit voor late selectie. Alle informatie wordt verwerkt tot het blok van betekenis, en hierna komt er een filter en gaat er slechts een deel door naar het korte termijngeheugen
Wat zijn de verschillen tussen Early filtering (Broadbent), Attenuation (Treisman) en Late filtering?
Early filtering (Broadbent): Input –> Detection –> deel wordt weggefilterd en het deel waar je aandacht aan geeft gaat door naar betekenis en verder
Attenuation (Treisman): Input –> Detection –> waar je aandacht aan geeft gaat volledig door naar betekenis en waar je geen aandacht aan geeft gaat door een filter gedeeltelijk door naar betekenis
Late filtering: Input –> Detection –> Meaning –> filter waarbij alleen maar een deel doorgaat naar het kortetermijngeheugen
Load Theory of Attention
De mate waarin niet relevante informatie wordt verwerkt (attentional capture) hangt af van de perceptuele load (vroege of late verwerking).
Bij een hoge perceptuele load is er geen capaciteit meer over, dus geen afleiding mogelijk door irrelevante informatie.
Bij een lage perceptuele load is er wel capaciteit over, dus makkelijk afgeleid door irrelevante informatie
Wat is het verschil tussen een lage en hoge perceptuele load?
High load: Je zoekt naar personen en er zijn veel personen dus de load is hoog. Er is geen afleiding van irrelevante informatie
Low load: Je zoekt naar personen en er is maar één persoon dus de load is laag. Sneller afgeleid door irrelevante informatie
Hoe hoog de load is hangt af van?
Aantal taak relevante stimuli die worden gepresenteerd (set grootte), of ‘moeilijkheidsgraad’ van identificatie van doelwit
Wanneer is een conditie congruent/ compatibel als het gaat om distractoren en de target?
Distractor is hetzelfde als target
Incongruent/incompatibel
Distractor is niet hetzelfde als target
Resultaten compatilibity effect
Reactietijd voor lage load is lager dan in de hoge load. Maar het verschil in reactietijd tussen congruent en incongruent is groter bij de lage load dan de hoge load. Dus in de lage load is er late selectie en in de hoge load is er vroege selectie
Is er bij videogamers een verschil met load
Gamers geven meer aandacht aan niet relevante informatie maar ze maker niet meer fouten. Dit is niet conform de theorie, dus denken ze dat gamers een grotere perceptuele load hebben waar meer informatie in past
Wat bepaalt waar je je aandacht op richt?
Top-down factoren, bottom-up factoren, opvallendheid, doel en taak