College 4 Flashcards
In welke volgorde gaat geheugenverlies?
Vaak is er eerst epidosich geheugenverlies (persoonlijke gebeurtenissen) en gaat dit langzamerhand over in semantisch geheugenverlies (kennis over feiten, algemeen geheugen en betekenis van woorden)
Functies van geheugen
Noodzakelijk voor adaptie
Identiteit; zonder geheugen kunnen we niet constant zijn in onze keuzes en hoe we over onderwerpen nadenken
Geheugen om op de toekomst te anticiperen
Vb. Wie deugt in mijn omgeving en wie niet?
Waar of niet waar: we gebruiken ons geheugen maar af en toe
Niet waar
Waar of niet waar: geheugen is voor het bijhouden van het verleden
Niet waar
Proefpersonen kregen lijsten met woorden, die moesten ze zo goed mogelijk onthouden. Er waren twee condities: ofwel de proefpersoon kon direct na het doorlezen opnoemen wat die zich nog kon herinneren vs. de proefpersoon moest eerst een tijdje niks doen en mocht daarna pas de herinnerde woorden opnoemen.
Welke groep las de laatste woorden op de lijst als eerste op, en welke groep had een even grote kans om een woord op te noemen uit een willekeurige plek in de lijst?
Voor de mensen die meteen de woorden mochten opnoemen was het duidelijk dat de laatste woorden op de lijst goed konden worden herinnerd, deze worden ook als eerst opgenoemd
De mensen die een pauze hadden, hadden een even grote kans om een woord op te noemen uit een willekeurige plek in de lijst
Wat is procedureel geheugen?
Iets wat je niet kan beschrijven maar wat wel aantoonbaar is
Semantisch geheugen
Algemeen geheugen
- Retrieval = toegang verkrijgen tot kennis –> weten
- Feitenkennis
- Betekenissen (bv. taalkennis)
- Relaties en karakteristieken van woorden, objecten en categorieën
- Context/ bron onafhankelijk
Wat is een expliciete herinnering?
Een bewuste herinnering; de ervaring kan bewust worden gereproduceerd (recall, cued recall, recognition)
Wat is een impliciete herinnering?
Een onbewuste herinnering; de ervaring leidt tot verbeterde presentaties in een test zonder zelf herinnerd te worden
Vb. grammatica kennis
Wat hoort bij Familiarity en wat hoort bij recollection?
Weten
Herinneren
Wat
Waar
Wanneer
Familiarity: Wat? en Weten
Recollection: Waar, wanneer? en Herinneren
Impliciet geheugen
Het is een evolutionair oude functie
- Automatisch geactiveerd en versterkt geheugenpresentaties
- Voor leren, conditionering, vaardigheden, procedures
- Veel hiervan wordt gedeeld met dieren
- Onbewust
Expliciet geheugen
Het is een evolutionair recente functie
- Nieuwe associaties worden gecreëerd (tussen elementen van een gebeurtenis, stimuli en context)
- Het geheugenspoor kan worden gecommuniceerd
- Bewust
Waar zit het semantisch geheugen in het brein?
Het semantisch geheugen zit in de mediale, temporale kwabstructuren
Wat kan je zeggen over het volgende voorbeeld? Als zijn vrouw binnenkomt herkent hij haar en hij herkent zijn emoties voor haar, dit is allemaal impliciete kennis. Stel zijn vrouw loopt even weg om koffie te halen en komt weer opnieuw de kamer binnen reageert hij exact hetzelfde
De impliciete kennis is intact; het STM is intact. Maar de LTM-vorming is beschadigd
Episodisch geheugen
Specifieke ervaringen
- Ophalen = tijdreizen –> herinneren
o Dieren kunnen dit niet, het is een vrij recente evolutie
- Wanneer, waar, wie en wat?
- Tijd en plaats specifiek
- Context afhankelijk
Hoe werkt de semantisering van remote herinneringen?
Episode –> context en bron verdwijnt –> semantische kennis
Hoe vormt het episodisch geheugen?
Fase 1 – Hippocampus verbindt semantische elementen met context + emoties van een episode
We denken dat dieren geen informatie kunnen terughalen. Ook denken we dat taal heel belangrijk is in het terughalen van gebeurtenissen.
Fase 2 – De episode is opgeslagen door de formatie van directe cortico-corticale connecties
Fase 3 – Na de consolidatie staat de context los van de episode en de hippocampus
Amnesiepatiënten hebben een verminderd (1) expliciet/impliciet geheugen, maar een goed (normaal) (2) expliciet/impliciet geheugen. Ze worden (3) slechter/beter in een taak na training, terwijl ze zich niet bewust zijn van het eerder uitvoeren van de taak.
(1) expliciet
(2) impliciet
(3) beter
Hoe lang kan het consolidatieproces, van decodering naar opslag, duren?
Het afmaken van een geheugenpakketje kan jaren duren
Reconsolidatie
Het ophalen van een opgeslagen herinnering.
Gedurende dit proces kan de herinnering veranderen doordat het zich in een fragiele staat bevindt. Als er nieuwe informatie bij de reconstructie van een gebeurtenis komt en dit wordt opgeslagen bij de herinnering, heb je een aangepaste herinnering.
Levels of Processing Theory
Theorie van Crack en Tulbing. Gaat over de diepte van processing.
Dit werd getest met een experiment
3 instructies voor codering van ‘TREE’
1. Is het woord in hoofdletters?
2. Rijmt het met ‘ice tea’?
3. Past het in de zin: ‘the … fell during the storm’?
De aanname was dat de derde conditie de aanname het meeste verwerkt, dit bleek ook zo te zijn
Problemen met de Levels of Processing Theory
Er is geen onafhankelijke maatstaf voor ‘diepte’
‘Ondiepe’ codering geeft soms een betere retentie dan ‘diepe’ codering
Diepe codering zorgt er niet per se voor dat je iets beter kunt onthouden dan wanneer je iets ondiep codeert