College 8 Flashcards
Wat is een probleem?
Een probleem is wanneer de huidige staat (present state) niet overeenkomt met de staat van het doel (goal state). Ook is het niet meteen duidelijk hoe je van de huidige staat naar de doelstaat kan komen.
Wat is probleemoplossen?
De oplossing vinden voor een probleem. In andere woorden, het vinden van een manier om van de huidige staat naar de doelstaat te komen.
Gestalt herstructurering (restructuring)
Het in ons hoofd manipuleren van een probleem, zonder hierbij gebruik te maken van wiskundige vergelijkingen.
Waar of niet waar: Insight problemen worden beter opgelost als je het niet laat rusten en je focus erbij houdt
Niet waar. Insight problemen worden beter opgelost als je ze even laat liggen en er niet aan denkt.
Creatief probleem oplossen
Je gebruikt informatie uit het verleden om nieuwe problemen op te lossen.
Inductie
Een hypothese generen op basis van observaties.
Deductie
De waarheid van een bewering halen uit premissen.
Een syllogisme
Een logisch argument bestaande uit premissen en een conclusie.
Wanneer is een syllogisme valide?
Een syllogisme is valide als (en alleen als) de conclusie noodzakelijkerwijs volgt uit de premissen.
Wanneer is een syllogisme ‘sound’?
Als (en alleen als) hij valide is en alle premissen waar zijn.
Wat helpt bij het maken van deducties?
Hoe beter je een mentaal beeld van het probleem kan maken, hoe makkelijker het is om deducties te maken.
Welke mensen zijn beter in het oplossen van deducties?
Mensen met een goed visueel voorstellingsvermogen.
Wat zijn de twee systemen van Kahneman?
Systeem 1
- Snel
- Intuïtief
- Heuristieken
Systeem 2
- Opzettelijk
- Langzaam
- Algoritmisch
Zijn de volgende twee stellingen waar of niet waar:
1. Mensen zijn niet bereid om veel geld te betalen om iemand te straffen voor hun oneerlijke verdeling.
2. Mensen geven 20-30% van gekregen geld aan een onbekende die ze nooit meer gaan zien.
3. Mensen zijn niet bereid om geld weg te geven aan robots of laptops.
- Niet waar
- Waar
- Niet waar
Wat heeft het experiment van Paul Meehl laten zien?
Een klinisch oordeel heeft geen beter voorspellend vermogen dan een simpele regel, zelfs als de klinische persoon veel meer informatie tot zijn beschikking had.
Dit effect is sterk en stabiel over verschillende domeinen.
Wat is het statische superieure effect (Statistical superiority effect)?
Er is sterk bewijs voor de superioriteit van op regel gebaseerd besluitvorming tegenover een klinisch oordeel in bijna alle domeinen.
Wat valt er te zeggen over menselijke beslissingen ten op zichte van algoritmen?
Menselijke beslissingen zijn inferieur aan algoritmen, zelfs als ze de voorspelling van het algoritme krijgen.
Medisch opgeleide clinici verschillen niet van andere clinici in hun minderwaardigheid aan algoritmen.
Opleiding en ervaring lijken geen invloed te hebben op minderwaardigheid ten opzichte van algoritmen.
Wat is de uitkomst van het experiment over Linda van Tversky en Kahneman?
Als iets een subset is van iets anders, is de kans per definitie lager dat het waar is dan als je de hoofdset kiest. Wanneer je een mogelijke gebeurtenis gedetailleerder specificeert, kan de waarschijnlijkheid ervan alleen maar kleiner worden.
Maar toch kiezen veel mensen de subset en niet een minder gespecificeerd antwoord.
Dit bewijst dat mensen veel moeite hebben met waarschijnlijkheidsredeneren.
Wat is bewijs voor dat we zelf niet weten wat we gaan doen?
Een experiment waaruit is gebleken dat brein activiteit een betere voorspeller is van ons gedrag dan zelfgerapporteerde intenties.
Wat suggereert de Stroop taak over redeneren?
Dat we niet zelf kunnen kiezen wanneer we redenen.
Wat is het veld van cognitieve wetenschap?
Interdisciplinair onderzoeksgebied dat de geest (cognitie) en zijn mechanismen onderzoekt. ‘Wat gebeurt er precies in ons hoofd?’. Het veld wordt beïnvloed door neurowetenschappen, cognitieve psychologie en informatica.
Wat vond Chomskey van behaviorism?
Dat het onhoudbaar was. Het bleek namelijk dat er wel zeker sprake was van representaties.
Hij weerlegde Skinner met het argument dat kinderen zinnen kunnen maken die ze nog nooit eerder hebben gehoord.
Wat zijn de drie stappen van het informatie processen in het brein?
Input stimulus –> processing cognitie –> output respons
Uit welk probleem komt de theorie van Anderson voort?
Het probleem van ambiguïteit van woorden. We gaan ervan uit dat we ongeveer dezelfde definitie hebben, maar dat weet je nooit zeker.