Lessen Rob Bijlmer Flashcards

1
Q

Wat doet surfactant?

A

Surfactant zorgt dat er lucht achterblijft in de longblaasjes na het uitademen, zodat de longblaasjes niet samen vallen. en goede expansie van de alveoli. Betere longrijping.
Wordt aangemaakt vanaf 34 weken. Bij dreigende vroeggeboorte <34 weken corticosteroien geven , stimuleert aanmaak surfactant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom verhoogde kans hypoglykemie bij dys- en prematuren?

A

Dys- en prematuren hebben weinig tot geen spekjes. Glucose wordt omgezet in glycogeen en dat zit in de reserves (spekjes. Als een kind dat niet heeft schiet je al snel in een hypoglycemie (daling glucose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen hypoglycemie

A

hersenen krijgen tekort aan glucose: suf, hypotoon, niet alert, slap, fladderen, convulsies (dan al te laat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is een atelactase

A

collaps van de longen, omdat de long geen lucht meer krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omschrijving cefaal hematoom

A

Bloed zit onder bloedvlies (periost), bloed gaat niet over schedelnaden heen.

  • staat veel drup op hoofd, hierdoor pijn en onrustig
  • laag HB (anemie), bloed zit in hoofd
  • hyperbilirubinemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Caput seccudaneum

A

onderhuidse vochtophoping, vocht gaat over schedelnaden heen. Vaak door persen, toeter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kenmerken prematuren

A

lichamelijk:

  • relatief groot hoofd
  • testis niet ingedaald
  • kleine labia majora
  • gestrekte ledematen

huid:
- dun, rood, glanzend.
- veel lanugo
- weinig/geen vernix

activiteit:

  • verminderde tonus
  • minder spieractiviteit
  • ademhaling irregulair
  • periodes met apneus
  • periode met hypopneu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hypopneu

A

oppervlakkige ademhaling, minder diep, minder teugvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

polycytemie

A

verhoogde erytrocyten (rode bloedcellen) –> stroperig bloed–> slechte weefsel pefusie –> geeft perfusie stoornissen, verslechterde circulatie.

  • slechte doorbloeding darmen, waardoor snel voedingsstoornissen
  • longen: gaswisseling is afhankelijk van oa perfusie (deze dus ook verstoord) symptomen: kreunen, tachypneu
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken prematuriteit

A

moederlijke factoren:

  • chronische ziekte
  • acute koorstende ziekte
  • lichamelijk trauma
  • geestelijk trauma
  • habitueel (E.c.i.)

kinderlijke factoren:

  • congenitale afwijkingen
  • gemelli

Zwangerschaps factoren:

  • hypertensie
  • pre eclamsie
  • eclamsie
  • HELLP syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kenmerken dysmaturiteit

A

te laag geboorte gewicht voor zwangerschapsduur

lichamelijk:

  • ruime huidplooien
  • weinig subcutaan vet
  • weinig spiermassa
  • laag gewicht, kleine lengte
  • laag gewicht, normale lengte

Huid:

  • droog, ruw, gebarsten
  • veel lanugo
  • weinig/geen vernix

activiteit:
- verminderde tonus
- minder spieractiviteit
- ademhaling irregulair
- periodes met apneus
- periodes met hypopneu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oorzaken asfyxie

A

oorzaken intra uterien:

  • placenta dysfunctie
  • infectie
  • moederlijke hypertensie

tijdens partus:

  • langdurige uitdrijving
  • navelstreng beknelling
  • placenta loslating

postnataal:

  • prematuriteit
  • medicatie moeder
  • meconium aspiratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

symptomen asfyxie

A

symptomen asfyxie:

  • fladderig, tremoren, convulsies
  • minder actief, minder prikkelbaar, lage reflexen, hypotonie
  • slecht drinken, maag retenties, instabiele temperatuur
  • apneus, trage hartactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

complicaties asfyxie

A
respiratoir: 
neonataal RD
meconium aspiratie
respiratoire insuffiecientie 
--> kan leiden tot: pneumothorax, retinopatie, BPD

Cardiaal:

  • PPHN (persisterende pulmonale hypertensie)
  • cardiomyopathie
  • circulaire insuffiecientie

CZS:

  • bloedingen
  • encefalopathie
  • thermoregulaties
  • -> kan leiden tot: apneus, convulsies, hydrocephalus, spasticiteit, retardatie

MDL:

  • leverfunctie stoornissen
  • voedingsstoornisse
  • necrotische enteritis

Metabolisme:

  • hypoglykemie
  • elektrolytenstoornis
  • metabole acidose

(bij) nieren:
- nierfunctiestoornis
- afgenomen diurese
- bijnier insufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

belangrijke punten in transitie fase

A
  • eerste adembewegingen
  • surfactant in longblaasjes
  • klaring longvocht
  • circulatoire veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Asfyxie behandeling

A

neonataal:
- O2 therapie
- CPAP nasaal
- intubatie en beademing
- acidose bestrijden
- hypoglykemie behandelen
- convulsies behandelen
- whole body cooling

post neonataal:

  • -> indien cerebrale parese
  • fysiotherapie
  • bobath therapie
  • ergotherapie
  • logopedie
17
Q

Waarvoor dient NO

A

NO is stifstof monoxide. Geven tijdens beademing, hieridoor vasodilatie in longen. Geven bij bijv PPHN. Hierdoor loaka verwijding, zoner hele systeem te laten dilateren.

18
Q

Waarom trage HA bij asfyxie

A

Verminderde prikkeling naar hart, bij badycardie verminderde myocard werking (pompfunctie)

19
Q

verloop niet op gang komend kind met asfyxie

A

slechte circulatie–> vasoconstrictie –> minder O2 naar weefsels –> anaerobe verbranding –> (compensatie mechanise indien O2 niet goed in weefsel ) –> lactaat komt vrij –> metabole acidose –> nog meer vasoconstrictie

20
Q

Omschrijf IRDS

A

idiopathic respiratoiry distress syndrome
Stoornis in de longfunctie. Doordat de longen van te vroeg geborenen babys nog onrijp zijn, wordt er nog geen of te weinig surfactant gemaakt.
Longblaasjes vallen dicht, volgende ademhalig vereist dan teveel inspanning. AH versnel en zichtbaar zwaar

21
Q

Omschrijf retinopathie

A

Bij prematuren <32 weken verhoogde kans op retinopathie –> afwijking in retino–> door te veel O2 spanning in vaten of wisselende O2spanning.

22
Q

omschrijf BPD

A

broncho pulmonale dysplasie: onrijp longweefsel en schade door te veel O2 en druk trauma van de beademing

23
Q

Omschrijf Wet Lung

A

vertraagde resorptie longvocht :

oorzaken:
- moeder: multipara, maternale diabetes
- bevalling: sectio, snelle vaginale partus, stuitbevalling
- kind: macrosomie, polycytemie

symptomen:
- tachypneu >60/min
- intrekkingen
- neusvleugelen
- kreunen
- meestal normaal ademgeruis
- verlaagde SpO2 en Po2
- tachycardie
- cyanose
- alert

diagnostiek:

  • bloedgas: PCO2 is laag, verder normaal bloedbeeld
  • xthorax (hyperinflatie longen, laagstaande longgrenzen, milde hartvergroting, zichtbare interlobaire septa, versterkte perihilaire tekening)
24
Q

Therapie Wet Lung

A
respiratoire ondersteuning:
- CPAP
- optiflow
-neusbril
overig:
- sondevoeding
- thermoregulatie
- bewaking
25
Q

beloop wet lung

A

rond circa 24 uur verholpen (indien goed behandeld)
IRDS duurt langer omdat er surfactant aangemaakt moet worden) X thorax geeft goed beeld ter onderscheiding

Stress zorgt voor verhoogde afgifte adrenaline, schijnt effect te hebben op wet lung

26
Q

doel CPAP

A

luchtwegen open, long ontplooiing, atelectase omlaag, oxygenatie omhoog, O2 behoefte omlaag, hypercapnie (hoog Co2, koolstofdioxide) omlaag, waterresorbtie omhoog.
indicaties –> wet lung, IRDS, apneus, hypopneus