Fysiologie van de pasgeborenen Flashcards

1
Q

Hoe blijft ductus arteriosis in utero open?

A

prostaglandines en lage PO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onder invloed van wat sluit ductus arteriosis na geboorte?

A

hogere PO2 en hogere bloedflow

en daling prostaglandines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer sluit ductus?

A

open ductus eerste 8 uur
sluiten 42% binnen 24 uur
96% binnen 96 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de invloed van temperatuur op gelei van Whorton?

A

Gelei van Whorton contraheert (trekt samen) wanneer temperatuur daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

respiratoire veranderingen; wat gebeurd er biochemisch?

A

lage P2, dalende Ph, hoge CO2 (prikkeling van AH centrum)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

respiratoire veranderingen; wat gebeurd er mechanisch?

A

expansie in de longen met lucht, distributie van lucht naar alveolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

respiratoire veranderingen; wat gebeurd er bij geen ademarbeid?

A

risico voor achterblijven van longvocht

meer risico voor transiente tachypnoe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verpleegkundige observaties bij pasgeborenen

A

temp, huid, ogen, oren ,neus, mond, maag darm, stuit, navel

ademhaling en circulatie, hoofd, uitscheiding, gewicht, tonus, slaap/waak ritme, reflexen, aandoening en geboorte trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Spina bifida

A

niet goed gesloten neurale buis, 1mnd voor zwangerschap foliumzuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is moulage?

A

schedel naden over elkaar heen geschoven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een souffle en wanneer mag je dit accepteren?

A

een souffle is een hartruis, mag er de eerste dagen zijn omdat de ductus dan nog open is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

risico factoren voor maternaal (moederlijk) bij transitie

A
diabetes
hypertensie
cardiaal of respiratoir probleem
ernstige anemie
shock
infectie/koorts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risico factoren voor antepartaal bij transitie

A
IUGR (intra uteriene groei vertraging)
placente precia, solutio placenta
foeto-maternale hemorragie (bloedingen)
meerlingenzwangerschap
hypertensie tgv inductie 
blootstelling aan bepaalde medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risico factoren voor intrapartaal bij transitie

A
chorioomnionitis 
foetale distress
navelstrengprolaps
PROM (langdurig gebroken vliezen)
toediening magnesiumsulfaat of narcotica
schouderdystocie
vaccuum extractie/sectio
meconiaal vruchtwater
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

risico factoren bij transitie voor neonatale complicaties

A

prematuriteit
congenitale afwijkingen
serotiniteit
geboortetrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de eerste neonatale screening?

A

hielprik–>screening op 72 zeldzame ziektes, Na 72 uur, indien bloedtransfusie <72 uur en na 3 maanden nogmaals