Les 32. Mooi Nederland Flashcards
1
Q
especially
A
speciaal
2
Q
to offer
A
bieden
3
Q
meanwhile
A
ondertussen
4
Q
to dare
A
durven
5
Q
to ride
A
rijden
6
Q
directly
A
rechtstreeks
7
Q
ideal
A
ideaal
8
Q
canal
A
de gracht
9
Q
been
A
geweest
10
Q
just
A
slechts
11
Q
to experience
A
meemaken
12
Q
building
A
het gebouw
13
Q
century
A
de eeuw
14
Q
along
A
langs
15
Q
We wanted to experience that once
A
Dat wilden we een keer meemaken
16
Q
beautiful
A
prachtig
17
Q
after that
A
vervolgens
18
Q
appointment
A
de afspraak
19
Q
although
A
hoewel
20
Q
such a
A
zo’n
21
Q
at least
A
minstens
22
Q
before
A
voordat
23
Q
could
A
konden
24
Q
museum
A
het museum
25
to attract
trekken
26
after all
nu eenmaal
27
people
het publiek
28
art
de kunst
29
worth the effort
de moeite waard
30
effort
de moeite
31
worth
waard
32
took
namen
33
to stop
stoppen
34
story
het verhaal
35
is next
volgen
36
reason
de aanleiding
37
to show
tonen
38
type / kind / sort
de soort
39
tulip
de tulp
40
colour
de kleur
41
well-known
bekend
42
to sing
zingen
43
to visit
bezoeken
44
to protect
beschermen
45
against
tegen
46
to consider
beschouwen
47
system
het systeem
48
wonders of the world
wereldwonderen
49
justified
terecht
