Les 3 - Hoe zeg ik dat Flashcards
alstublieft
por favor
ansischtkaar
carta / tarjeta postal
dat klopt
es verdad
een glas wijn
una copa de vino
fietsen
andar en bici(cleta)
heel dicht bij
cerquita
het is overal dichtbij
todo está cerca
het weekend
el fin de semana
hoe laat… ?
¿a qué hora …?
ja, natuurlijk
¡sí, claro!
je hebt helemaal gelijk
¡tienes toda la razón!
laat komen
llegar tarde
joggen
hacer footing
mag ik ……, alstublieft?
¿me trae …. por favor?
oh, ja?
¿ah, sí?
openbaar vervoer
transporte público
overmorgen
pasado mañana
postkantoor
oficina de correos
steeds meer
cada vez más
wij zijn moe
estamos cansados
ieder half uur
cada media hora
iedere drie uur
cada tres horas
ieder kwartier
cada quince minutos
iedere veertien dagen
cada quince días
om het uur
cada dos horas
om de maand
cada dos meses
om het jaar
cada dos años