Les 3: Assessment of stress 2: biologisch perspectief Flashcards
biologische metingen (wat ze doen)
geven info over hoe het lichaam tijdens stress functioneert
psychofysiologie
studeert interacties tussen lichaam en geest
resting baseline
normale meting voor stress
tijdens herstel
meten hoe iemand hertstelt en hoe lang dat duurt
snelle herstel van stress
beter voor gezondheid
stressystemen
SAM & HPA-as
SAM
snelle stressrespons
stressor —> hypothalamus –> autonome zenuwstelsel –> sympathische zenuwstelsel –> bijnieren –> (nor)epinifrine
HPA-as
Langzame stressrespons
stressor –> CRH –> hypofyse –> ACTH –> bijnier –> glucocorticoïden
biologische metingen (welke er zijn)
- stresshormonen
- cardiovasculaire reactiviteit
- huidgeleiding
reactiviteitshypothese van cardiovasculaire ziekten:
extreme cardiovasculaire respons –> hypertensie –> hart- en vaatziekten
gemiddeld stressrespons
goed, minste risico’s
verhoogd stressrespons
geassocieerd met hypertensie
te laag stressrespons
geassocieerd met verslaving en obesitas
biometing: stresshormonen
cortisol meten (HPA-as)
waar cortisol meten
- in bloed
- in urine
- speeksel
- haar en nagels
cortisol meten in bloed
biometing, stresshormonen
+ kan door bloedsamples
- deskundige voor nodig
cortisol meten in urine
biometing, stresshormonen
+ vergelijking binnen hetzelfde individu –> longitudinale data
+ je meet gemiddelde levels op de dag
- geen acute metingen
- traag, niet precies
cortisol meten in speeksel
biometing, stresshormonen
+ minder duur
+ non-invasuef
+ geen deskundige nodig
+ acutere meting
- stress –> minder speeksel, mond is droger
cortisol meten in haar en nagels
biometing, stresshormonen
+ lange termijn impact van stress
- geen acute meting
Voordelen van cortisolmetingen
+ enigste manier om HPA-as te onderzoeken
+ info over stress en immuunsysteem
nadelen van cortisolmetingen
- minder grote stresssreactie bij HPA-as
- niet iedereen heeft verhoogde cortisol tijdens stress
- sterk beïnvloedt door bijv. slaap/waakrtitme, menstruatiecyclus
biometingen: cardiovasculaire reactiviteit
te maken met autonoom zenuwstelsel, sympathisch zenuwstelsel
1. ECG
2. bloeddruk
ECG
biometingen: cardiovasculaire reactiviteit
hartslag en hartslagvariabiliteit meten
hartslag (HR)
parasympatisch en sympathisch zenuwstelsel werken samen
beats per minute
R-R-interval
beats per minute
hartslag meten
<60 = bradycardia
>100 = tachycardia
R-R-interval
IBI, tijd tussen twee hartslagen (tussen het samenknijpen van de hartkamers)
R-R-interval bij stress
wordt kleiner
Hartslag bij stress
verhoogd door
1. lager parasympatisch en gelijke sympathisch
2. gelijke parasympatisch en hogere sympathisch
3. lagere parasympatisch en hogere sympathisch
Hartslagvariabiliteit (VRH)
variatie is gezond
vagaal aangestuurde VRH
RMSSD
Vagaal aangestuurde hartslagvariabiliteit
variabiliteit van het hartritme door veranderingen in het parasympatische zenuwstelsel
RMSSD bij stress
indicator van parasympatische zenuwstelsel
hoe hoger, hoe meer variabiliteit van het hartritme
verlaagd vagaal aangestuurde HRV
stress
JDC
bij werkstress:
veel eisen, weinig controle over het werk
ERI
bij werkstress:
veel effort, weinig beloning/praise
lage HRV tijdens rust
teken van depressie
RSA
HRV met respiratie/ademhaling
variatie van hartslag door ademhalen
inademen
hartslag omhoog
intervallen (IBI) kleiner
HRV kleiner
uitademen
hartslag omlaag
intervallen (IBI) groter
HRV kleiner
Tijdens stress
BPM omhoog
IBI omlaag
RMSSD omhoog
HRV omlaag
bloeddruk
biometingen: cardiovasculaire reactiviteit
systolische en diastole bloeddruk
systolische bloeddruk
bovendruk, hoeveel druk het bloed uitoefent op de aderwanden als het hart net heeft gepompt
80-120 = normaal
diastole bloeddruk
onderdruk, hoeveel druk het bloed uitoefent op de aderwanden als het hart in rust is
60-80 = normaal
stress en bloeddruk
door stress neemt bloeddruk toe, sympathische zenuwstelsel is dominanter dan parasympatische
rust en bloeddruk
in rust, na stress, neemt bloeddruk af door activatie van het parasympatische zenuwstelsel
meten van bloeddruk
- normale bloeddrukmeter
- CNAP
- naald uit het ziekenhuis
normale bloeddrukmeter
band om je arm die opblaast
- moet je steeds opnieuw aanzetten
CNAP
opblaaskussentjes bij vingers
+ hoef je niet steeds opnieuw aan te zetten
laag RSA
meer stress
voordelen biometingen: cardiovasculaire reactiviteit
+ directe representatie van sympathische en parasympatische zenuwstelsel
+ als alle spullen gekocht: vrij goedkoop
+ non-invasieve instrumenten (tenzij je misschien met naalden gaat werken)
nadelen biometingen: cardiovasculaire reactiviteit
- als je alles tegelijk wilt meten is de proefpersoon niet mobiel
- zitten de elektrodes verkeerd? –> slechte en onbruikbare data
biometingen: huidgeleiding
onze huid is elektrisch geladen, hoeveel zweten we (geen temperatuurregeling, maar angstezweet), EDA
EDA
Elektro Dermal Activity
huidgeleiding wordt gestuurd door
sympathisch zenuwstelsel
meer zweet
= meer weerstand = meer geleiding
weerstand (biometingen: huidgeleiding)
skin conductance level
geleiding (biometingen: huidgeleiding)
skin conductance respons
sympathische activatie (biometingen: huidgeleiding)
hogere levels/respons = meer activatie
gemeten in microSiemens
Voordelen EDA
+ directe en duidelijke representatie van sympathisch zenuwstelsel
+ goed te onderscheiden
+ geassocieerd met psychopathologie
+ vrij goedkoop
nadelen EDA
- vrij langzaam responssysteem in hersteltijd
- EDA heeft verschillende oorzaken
- ongeveer 10% van de mensen heeft geen angstzweet
ambulante metingen
thuis meten
+ lab is ecologisch niet valide, thuis meer
- niet zo goed als ECG/EDA
acute metingen
- EDA of cardiovasculair uit lab
- corticol uit speeksel in lab
- vragenlijsten
langetermijn metingen
- ambulante cardiovasculaire activiteit (smartwatches)
- cortisol van speeksel of haar thuis
- longitudinale vragenlijsten