Les 14 Flashcards
1
Q
De dokters werken in het ziekenhuis.
A
الطبييات يَعْمَلون في المستشفى.
2
Q
De kinderen spelen in de tuin. Onderwerp achter ww
A
يَلْعَب الأولاد في الحديقة.
3
Q
Leerlingen, wat doen jullie in de pauze?
A
ماذا تَفْعَلون في الإسْتِراحة يا طلاب؟
4
Q
De ingenieurs gaan naar een grote fabriek.
A
المهندسون يذهبون إلى مصنع كبير.
5
Q
Maar hou jij m/v van?
A
ماذا تُحِب(ين)؟
6
Q
Het platteland
A
الريف
7
Q
Sporten
A
الرِياضة
8
Q
Koken GN ww
A
الطَبْج
9
Q
Reizen (hobby)
A
السَفَر
10
Q
Voetbal (hobby)
A
قُرة القَدَم
11
Q
Shopping, winkelen
A
التَسَوُّق
12
Q
Werken in de tuin (hobby)
A
العمل في الحديقة
13
Q
Luister naar muziek hobby
A
الاِسْتْماع إلى الموسيقى
14
Q
Zwemmen (hobby)
A
السِباحة
15
Q
Lopen joggen (hobby)
A
الجَري
16
Q
Lezen (hobby)
A
القِراءة
17
Q
Collega collega’s
A
زَميل ج زُمَلاء
18
Q
Uitstekend!
A
مُمْتاز
19
Q
Met elkaar
A
مع بَعْض
20
Q
Kok
A
طَباخ
