Les 13 Flashcards
1
Q
Film (enkelvoud en meervoud)
A
فيلم ج أَفْلام
2
Q
Het koken
A
الطَبْخ
3
Q
Ik kook
A
أَطْبُخ
4
Q
Hij kijkt
A
يُشاهِد
5
Q
Hij kuist
A
يُنَظِّف
6
Q
Elke dag
A
كُل يَوم
7
Q
Jongens, jongelui
A
شَباب
8
Q
Gepensioneerd
A
مُتَقاعِد (ة)
9
Q
Helaas
A
لِلأَسَف
10
Q
Baas, directeur
A
مُدير
11
Q
Werknemer, bediende
A
مُوَظَّف
12
Q
Muziek
A
الموسيقى
13
Q
Jaren (meervoud)
A
سنوات
14
Q
Meervoud van jaren
A
سنوات
15
Q
Leerling m/v
A
تِلميذ (ة)