Les 10 Flashcards
Oom moederskant
خال
Tante moeders zijde
خالة
Schoonvader
حَم (حمو) cnf abu
Schoonmoeder
حَماة
Mijn Nicht moeders kant
بنت خالتي
بنت خالي
Nicht vaderskant
بنت عمي
بنت عمَتي
Nicht (dochter van mijn broer/zus)
بنت أخب
بنت أختي
Neef
ابن/ولد خالي
Mijn Schoonbroer
زوج أختي
Mijn Schoonzus
زوجة أخي
Mijn Overgrootvader
De overgrootvader
أبو جدي
أبو جدتي
أبو الجد
Mijn Betovergrootvader
جد جدي
Mijn overgrootmoeder
أم جدي
أم جدتي
Mijn Achterkleinzoon
ابن حفيدتي
ابن حفيدي
Hoe oud is je broer?
أخوك كم عمره؟
Hoe heet je vader?
أبوك ما اسمه؟
Bedrijf
شَرِكَة
Ga jij naar de markt? M
هل أنت تدهب الى السوق؟
Studeer jij elke dag Arabisch? V
هل أنت تدرسين العربية كل يوم؟
Begrijp jij de cijfers niet goed? M
هل أنت لا تفهم الأرقم جيداً؟
Zit je nu op de stoel? V
هل أنت تجلسين على الكرسي الآن؟
Ik werk in de praktijk van een familie dokter
أعمل في عِيادة طبيب عائلة.