Laat ASL en BiSL slagen Flashcards

1
Q

Waar dienen ASL en BiSL voor?

A

ASL; Application Services Library: voor applicatiebeheer en applicatiemanagement

BiSL: voor functionele beheerders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom werd ASL ontwikkeld?

A

Als reactie op de opkomst van het ITIL framework

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

BiSL Next beschrijft XXX, bestaande uit XXX.

Wat komt er op de XXX te staan?

A

BiSL Next beschrijft drie ‘lagen’, bestaande uit 12 basiselementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke basiselementen beschrijft BiSL Next?

A

Vier domeinen: governance, strategie, verbeteren en operatie

Vier perspectieven: business, data, service en technologie

vier drivers: behoefte, waarde, missie en mogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

BiSL maakt onderscheid naar functionele en niet-functionele eisen. Wat betekenen functionele en niet-functionele eisen?

A

Functionele eisen: De beschrijving van het gewenste gedrag (functie) van de informatievoorziening

Niet-functionele eisen: De beschrijving van het gewenste operationele gedrag van de informatie voorziening

Voorbeelden van niet-functioneel: prestaties, toegankelijkheid en betrouwbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly