Laaggeletterde patiënten Flashcards

1
Q

Laaggeletterde patiënten

A
  • Relatie met slechtere gezondheid, minder gebruik van preventieve zorg
    Afspraken niet noteren, infobrochure niet bekijken, smoesjes verzinnen om niet te hoeven lezen/schrijven
  • Mensen schamen zich vaak
  • Expliciet bevragen bij vermoeden, vb. ‘Veel mensen hebben moeite met lezen en schrijven. Hoe is dat bij u?’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

aangepast taalgebruik

A
  • Eenvoudige woorden, korte zinnen
  • Doelen formuleren vanuit perspectief van de patiënt (actieve rol voor patiënt)
  • Context voor de inhoud plaatsen zodat doel duidelijk is
  • Geen algemene feiten maar gedragsgebonden info
  • Informatie in kleine stukjes opdelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Aangepast voorlichtingsmateriaal

A
  • Actieve ipv passieve schrijfstijl (“worden” vermijden)
  • Korte zinnen
  • Simpele illustraties
  • Niet teveel tekst
  • Structuur van korte alinea’s met titeltjes erboven
  • Goed contrast tussen letters en papier
  • Voldoende wit tussen woorden en regels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly