Kinderen Flashcards
1
Q
Babyleeftijd 0-1
A
- Eten, groeien, bewegen, reageren op en hechten aan de ander
- 6-12m: eenkennig (vreemden – niet-vreemden)
- 12m: objectpermanentie (kiekeboe)
2
Q
Peuterleeftijd 1-4
A
- Taalontwikkeling, motoriek en zindelijkheid
- 8-18m: scheidingsangst
3
Q
Kleuters 4-6
A
- Zelfstandig taken uitvoeren, praten en luisteren naar de ander, spelontwikkeling
- Magisch denken: geen onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid
4
Q
Basisschoolleeftijd 6-12
A
- Besef van de wereld, van op een afstand observeren
- Samen spelen en zich aan regels houden, besef
- normen en waarden, initiatief nemen
- Zelfstandiger maar kunnen nog niet alles alleen, faalangst of sociale angst
5
Q
jonge pubertijd 12+
A
- Zelfstandig in lichamelijke verzorging
- Ontwikkelen van eigen mening en verantwoordelijkheid
- Onderhandelingssituaties, denken over normen en waarden
- Ontwikkeling eigen identiteit, belang van ‘peers’ en erbij horen
6
Q
Welke techniek kan je gebruiken om nieuwe instrumenten te laten zien
A
- tell- show do- bij instrumenten
7
Q
soms is angst bij kinderen omdat
A
- Soms angst en verzet omwille van ontwikkelingsfase, eventueel later terug laten komen
- Meestal minder vermijdend en angstig naarmate kinderen ouder worden: verbeterde coping
8
Q
Welke informatie moet je verzamelen bij kinderen
A
- informatie over de ontwikkelingsleeftijd
- bewust van verbale- en non verbale communicatie in beide richtingen
9
Q
Verbale communicatie bij kinderen
A
- communiceren op een niet- bedreigende manier
- taalgebruik afstemmen op het verbale begripsniveau van het kind
- verbale suggestie om vertrouwd te maken met voorwerpen
- handelingen eerst buiten de mond voordoen en uitleggen
10
Q
non- verbale communicatie bij kinderen
A
- Communiceren op ooghoogte
- Vriendelijke, rustige intonatie met aangepast volume
- Belang van timing
- Verbaal en non-verbaal gedrag in overeenstemming
- Bewust gebruik van gebaren en mimiek
- Eigen stijl aanhouden (niet kinderachtig)
- Open gedragshouding
11
Q
Peuters en kleuters: aandachtspunten
A
- Aanmoedigen om kind al vroeg mee te brengen
- Aantrekkelijke omgeving passend bij hun leefwereld, vb. grote knuffelbeer
- Letten op verbale en non-verbale communicatie van ouders
- Ouders complimenteren voor wat lukt en negeren wat minder goed gaat -> positief gevoel en vertrouwen
- Mand met cadeautjes voor als kind flink is geweest
12
Q
Valkuil mand met cadeautjes
A
- het kind mag niet denken dat het tandartsbezoek iets vervelends is waarvoor het beloont moet worden
13
Q
Kleuters en basisschoolkinderen aandachtspunten
A
- Tell-show-do, vb. spiegeltje in de hand
- Kind controle geven door het taken te laten uitvoeren
- Aandacht afleiden
- Afspraken maken over duur van behandeling, stopteken
- Kind leren ontspannen, vb. ademhaling
- Kind belonen voor goed gedrag via positieve associaties
- Leren via modeling, vb. laten meekijken bij broertje
14
Q
Jongeren in de puberteit
A
- Jongeren mee laten beslissen
- Hen vragen wat best helpt qua ontspanning, vb. muziek
- Technieken motiverende gespreksvoering
- Zelf-effectiviteit bevorderen, vb. ‘Wat is voor jou haalbaar?’
- Volstrekt oordeelsvrij communiceren (bij alle patiënten!)
- Aandachtig luisteren en verandertaal ontlokken