Kwalitatief week 9 Flashcards
HC 3 + 4 - Korstjens & Moser - Ritchie & Lewis - Probst
Definitie Empirische generalisatie (Ritchie & Lewis)
De toepassing van bevindingen uit kwalitatief onderzoek op populaties of omgevingen buiten de specifieke doelgroep (externe validiteit)
Definitie Theoretsiche generalisatie (Ritchie & Lewis)
Het genereren van theoretische concepten uit de bevindingen van een kwalitatief onderzoek.
Definitie Representatieve generalisatie (Ritchie & Lewis)
Bevindingen generaliseren naar de gehele populatie waaruit de steekproef getrokken is.
Definitie Inferentiële generalisatie (Ritchie & Lewis)
Bevindingen generaliseren naar andere populaties of omgevingen dan die van de steekproef.
Definitie Theoretische generalisatie (Ritchie & Lewis)
Trekken van theoretische stellingen, principes of verklaringen uit de bevindingen voor een meer algemene toepassing.
Vul aan. De repliceerbaarheid van kwalitatief onderzoek hangt af van …(1), maar het grootste deel hangt af van…
1: data die verzamelt wordt
de interpretaties die de onderzoekers maken bij de data.
Definitie Constant comparative method/checking accuracy of fit (Ritchie & Lewis)
Onderdeel van interne validiteit. Dit is het afleiden van hypotheses bij het ene deel van de data en dit testen en controleren bij een ander deel.
Definitie Deviant case analysis (Ritchie & Lewis)
Onderdeel van interne validiteit. Dit is het analyseren van afwijkende zaken of uitschieters en ervoor zorgen dat deze geen apart categorie krijgen. Dit kan door specifieke individuele verschillen te zoeken die de uitschieter verklaren.
Noem de vier soorten triangulatie (Ritchie & Lewis)
1: Methodetriangulatie - meerdere methoden, bv kwalitatief en kwantitatief
2: Datatriangulatie - meerdere verzamelingsmethoden, bv observaties en interviews
3: Analyse/onderzoekertriangulatie - meerdere onderzoekers, analisten om de data te interpreteren
4: Theorietriangulatie - data bekijken vanuit verschillende theoretische perspectieven
Definitie Respondent validatie (Ritchie & Lewis)
Het teruggeven van de onderzoeksresultaten aan de respondenten om te controleren of de juiste interpretatie is gedaan.
Definitie Reflexiviteit (Probst)
De onderzoeker verzamelt niet alleen gegevens over het onderzoeksobject, maar besteed ook aandacht aan de invloed die voorlopige hypothesen en de eigen aanwezigheid kunnen hebben op de dataverzameling en de analyse.
Wat zijn voordelen van reflexiviteit? (Probst)
1: Positionaliteit, subjectiviteit en reactiviteit aan het licht brengen
2: Vertrouwen, gelijkheid, integriteit en respect voor participant stimuleren
3: Professionele kennis, zelfreflectie en zelfbewustzijn ontwikkelen bij onderzoekers
4: Framework bieden voor onderzoek
5: Helpt om dicht bij de data en literatuur te blijven en niet af te gaan op een bepaalde interpretatie
Wat zijn uitdagingen bij reflexiviteit (Probst)
1: Emotionele reactie, onzekerheid en angst door kritiek en reflectie
2: Kost tijd en zelfdiscipline
3: Reflexiviteit kan te ver gaan doordat er meer gefocust wordt op de onderzoeker dan op het onderzoek
4: Gebrek aan training, voorbereiding en richtlijnen rond reflexiviteit
Definitie Credibility (HC)
Plausibel. Het vertrouwen dat kan worden gesteld in de waarheid van de onderzoeksresultaten. Geloofwaardigheid stelt vast of de onderzoeksbevindingen plausibele info uit de oorspronkelijke gegevens van deelnemers gegevens en correcte interpretatie zijn van de oorspronkelijke opvattingen van de deelnemers.
Definitie Dependability (HC)
Stabiel. De stabiliteit van de bevindingen in de tijd. Betrouwbaarheid betreft de evaluatie van de bevindingen door de deelnemers, interpretatie een aanbevelingen van het onderzoek dat alle worden ondersteund door de gegevens zoals ontvangen van deelnemers aan het onderzoek.
Definitie Confirmability (HC)
Niet beïnvloed door onderzoeker. De mate waarin de bevindingen van het onderzoek studie door andere onderzoekers kunnen worden bevestigd. Bij de bevestigbaarheid gaat het erom vast te stellen dat gegevens en interpretaties van de bevindingen geen hersenspinsels zijn van de onderzoeker, maar duidelijk uit de gegevens zijn afgeleid.
Definitie Transferability (HC)
Brede context. De mate waarin de resultaten van kwalitatief onderzoek kunnen worden overgebracht naar andere contexten of settings met andere respondenten. De onderzoeker vergemakkelijkt het oordeel over overdraagbaarheid door een potentiële gebruikt dmv thick description
Hoe verzeker je kwaliteit op gebied van credibility? (HC)
1: Veel data verzamelen: prolonged engagement, persistent observation, data/methoden triangulatie, member check
2: Inbedden in literatuur
Definitie Prolonged engagement (HC)
Onderdeel van credibility. Blijvende aanwezigheid tijdens observatie van lange interviews of langdurige betrokkenheid in het veld met deelnemers. Voldoende tijd investeren om vertrouwd te raken met de setting en context, en om de gegevens te leren kennen om rijke gegevens te verkrijgen.
Definitie Persistent observation (HC)
Onderdeel credibility. Het identificeren van de kenmerken en elementen die het meest relevant zijn voor het probleem of kwestie, waarop je je op details zult richten.
Definitie Member check (HC)
Onderdeel credibility. Terugkoppeling van gegevens, analytische categorieën, interpretaties en conclusies aan de leden van de groepen van wie de gegevens oorspronkelijk werden verkregen. Het versterkt de gegevens, vooral omdat de onderzoeker en de respondenten de gegevens met verschillende perspectieven bekijken.
Hoe verzeker je kwaliteit op gebied van dependability? (HC)
1: Audit trail
2: Overlappende methoden - data triangulatie
3: Stapsgewijze replicatie - onderzoeker triangulatie
Definitie Audit trail (HC)
Onderdeel van dependability. Transparante beschrijving van de onderzoeksstappen vanaf de start van een onderzoeksproject tot de ontwikkeling en rapportage van de bevindingen. De verslagen van het onderzoekstraject worden gedurende het onderzoek bijgehouden.
Hoe verzeker je kwaliteit op gebied van confirmability? (HC)
1: Audit trail
2: Reflexiviteit
Hoe verzeker je kwaliteit op gebied van transferability? (HC)
1: Empirische en theoretische transferability (fit tussen data en bestaande theorieën)
2: Thick description
3: Theoretical sampling
Definitie Thick description (HC)
Onderdeel van transferability. Het beschrijven van niet alleen het gedrag en ervaringen, maar ook hun context, zodat het gedrag en ervaringen betekenis krijgen voor een buitenstaander.
Waarom is kwalitatief onderzoek niet betrouwbaar? (HC)
1: Betrouwbaarheid betreft consistentie (op data niveau en onderzoeksniveau)
2: Kwalitatieve dataverzameling is onderzoeker afhankelijk
3: Lastig hard te maken in kwalitatief onderzoek
Wat zijn oplossingen voor het ‘niet betrouwbaar zijn van kwalitatief onderzoek’ (HC)
Topic lijst, database, uitgewerkte data, data analyses (codes, matrix), memo’s.
Waarom is kwalitatief onderzoek niet valide (HC)
1: Validiteit betreft juistheid
2: Kritiek op dataverzameling in kwalitatief onderzoek
3: Ingebed in filosofie
Wat zijn oplossingen voor het ‘niet valide zijn van kwalitatief onderzoek’ (HC)
(Data)triangulatie, thick description
Definitie Persoonlijke reflexiviteit, introspectief (HC)
In hoeverre heeft de onderzoeker invloed gehad?
Definitie Epistemologische reflexiviteit (HC)
In hoeverre heeft de manier van onderzoeken het onderzoek gestuurd? Is methodologisch, theoretisch. Tracht te achterhalen waar bevindingen hun oorsprong vinden.