KE2 DM Flashcards

1
Q

DM2

A

Insuline werkt niet goed in op perifere weefsels; insulineongevoeligheid > grotere insulinebehoefte om bloedsuiker te laten dalen

Relatief te kort aan insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Insuline

A

Stimuleert de opname van glucose in lichaamscellen, vooral in spier-/vetweefsel wanneer de bloedsuiker teveel stijgt, door meer insuline af te geven.

Effect; verlaagt bloedsuikerspiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Glucagon

A

Bij daling glucosespiegel wordt meer glucagon afgescheiden. Zorgt voor omzetting van eiwitten/vetten in lever naar glucose

Effect = verhoogt de glucosespiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werking metformine

A
  1. remt de aanmaak glucose in lever
  2. verbeterd de perifere insulinegevoeligheid
  3. vertraagt opname van glucose in de darm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect metformine

A

Verlaagt glucosespiegel zonder risico op hypoglykemie + gunstig effect op gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vit B12 + metformine

A

B12 deficientie doordat metformine absorptie van B12-intrinsic-factor in darm belemmert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer metformine niet geschikt

A

Slechte nierfunctie ivm kans op metabole acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bijwerkingen metformine

A

Misselijkheid
Metaalsmaak
Diarree

Inname tijdens maaltijd verminderd bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werking SU-derivaten

A

Stimuleren insulineafgifte, zorgen dat alvleesklier meer insuline produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Effect SU-derivaten

A

Verlaging glucosespiegel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Risico SU-derivaten

A

Hypoglykemie
Gewichtstoename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bijwerkingen SU-derivaten

A

Hypoglykemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorbeeld SU-derivaten

A

Gliclazide
Tolbutamide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Werking DPP4-remmer

A

Verhoging incretine hormonen (GLP1) remt enzym DPP4 en dus afbraak GLP1
Daarmee stimuleert het de productie van insuline in alvleesklier en verminderd glucoseproductie in lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Effect DPP4-remmer

A

Verlagen bloedsuiker zonder risico op hypoglykemie
Neutraal effect op gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indicatie DPP4-remmer

A

Indien combinatie metformine en SU-derivaat onvoldoende effect bereikt
Bij contra-indicatie of bijwerkingen metformine/SU-derivaat

17
Q

Bijwerkingen DPP4-remmers

A

Gewichtstoename
Maag-darmklachten
Hoofdpijn
Griep- of verkoudheidsverschijnselen
UWI/pneumonie

18
Q

Alternatief DPP4-remmer

A

1x dgs insuline

19
Q

Voorbeeld DPP4-remmer

A

Sitagliptin
Saxagliptin
Linagliptin

20
Q

GLP1

A

Hormoon dat na de maaltijd in darmen wordt geproduceerd

21
Q

Werking GLP1

A
  1. Stimuleert alvleesklier om insuline te produceren
  2. Verzadigingsgevoel naar hersenen
  3. Remt productie glucose door lever
22
Q

Werking GLP1-agonisten

A

Stimuleert insulineafgifte
Vertraging maaglediging
Verminderd eetlust

23
Q

Effect GLP1-agonist

A

Verlaagt bloedsuiker en stimuleert gewichtsverlies

24
Q

Bijwerkingen GLP1-agonisten

A

Misselijkheid
Vol gevoel
Slapeloosheid
Galstenen
Darmobstructie
Mogelijk effect op pancreas

25
Q

Voorbeeld GLP1-agonisten

A

Liraglutide
Semaglutide

26
Q

Indicatie GLP1-agonist

A

Als geen goede instelling met metformine/SU-derivaat/DPP4-remmer wordt bereikt
Bij BMI > 35

27
Q

Werking SGLT2-remmer

A

Remmen reabsorptie glucose in nieren; uitscheiding glucose via urine
Verlagen glucosespiegel

28
Q

Effect SGLT2-remmer

A

Verlagen bloedsuiker zonder risico op hypoglykemie
Gewichtsverlies
Verlaging bloeddruk
Gunstig cardiovasculair effect

29
Q

Bijwerkingen SGLT2-remmers

A

Genitale infecties
Duizeligheid (mn bij ouderen)

30
Q

Voorbeeld SGLT2-remmer

A

Dapagliflozine

31
Q

Werking insuline

A

Stimuleert opname glucose door cellen
verlaagt afgifte glucose door lever

32
Q

Kortwerkende insuline

A

Actrapid
Humalog
Novorapid

33
Q

Langwerkende insuline

A

Lantus
Tresiba

34
Q

Bijwerkingen insuline

A

Hypoglykemie
Gewichtstoename
Tijdelijke verslechtering retinopathie
Allergische reacties

35
Q

Geneesmiddelen die glucose verlagend effect insuline versterken

A

ACE-remmer
Fluoxetine
MAO-remmer