KC 7 Flashcards
riviertypen
Drie riviertypen
Vlechtend
Meanderend
Anastomoserend
Meanderend kenmerken:
Brede zone met beddingafzettingen (100-1000m)
Relatief diepe geul
Geleidelijk verplaatsend geulpatroon
1 geul tegelijk actief
Crevasses
Kronkelwaarden
Meanderende rivieren komen voor in het?
Holoceen
Meandergordel
Waar de rivier gestroomd heeft (bedding)
Stroomgordel
Waar de rivier gestoomd heeft en de oevers (bedding + oever)
Soortafzettingen:
Kom: zwak siltige klei en veen
Oever: fijn zand, sterk siltige klei
Bedding: (grof) zand en grind
Crevasse: zand, sterk siltige klei
Vlechtend kenmerken:
Brede zone met beddingafzettingen (>1km)
Relatief ondiepe geul
Instabiel geulenpatroon
Meerdere geulen tegelijk actief.
Geen creavasseafzettingen of kronkelwaarden
Glaciaal
Anastomoserend kenmeren
Smalle zone met beddingafzettingen (100m)
Relatief diepe geul
Zeer stabiel geulenpatroon
Meedere geulen gelijktijdig actief
Zeer uitbundige crevasseafzettingen
Geen kronkelwaarden
Midden Neolithicum - Midden Bronstijd