KC 7 Flashcards

riviertypen

1
Q

Drie riviertypen

A

Vlechtend
Meanderend
Anastomoserend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Meanderend kenmerken:

A

Brede zone met beddingafzettingen (100-1000m)
Relatief diepe geul
Geleidelijk verplaatsend geulpatroon
1 geul tegelijk actief

Crevasses
Kronkelwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Meanderende rivieren komen voor in het?

A

Holoceen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Meandergordel

A

Waar de rivier gestroomd heeft (bedding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stroomgordel

A

Waar de rivier gestoomd heeft en de oevers (bedding + oever)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Soortafzettingen:

A

Kom: zwak siltige klei en veen
Oever: fijn zand, sterk siltige klei
Bedding: (grof) zand en grind
Crevasse: zand, sterk siltige klei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vlechtend kenmerken:

A

Brede zone met beddingafzettingen (>1km)
Relatief ondiepe geul
Instabiel geulenpatroon
Meerdere geulen tegelijk actief.

Geen creavasseafzettingen of kronkelwaarden

Glaciaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Anastomoserend kenmeren

A

Smalle zone met beddingafzettingen (100m)
Relatief diepe geul
Zeer stabiel geulenpatroon
Meedere geulen gelijktijdig actief

Zeer uitbundige crevasseafzettingen
Geen kronkelwaarden

Midden Neolithicum - Midden Bronstijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly