KC 4 Flashcards
Bodemkunde
Wat is een bodem?
De bodem is het gedeelte van de aardkorst waarin de ondergrond is veranderd door atmosferische invloeden en organismen.
Waardoor ontstaat een bodem?
Door fysische, chemische en biologische processen.
De bodem is het resultaat van?
Het klimaat, levendeorganismen, uitgansmaateriaal, reliëf en ouderdom.
Wat doen fysische processen?
Fysische processen zorgen voor uiteenvallen in kleinere delen.
Wat doen chemische processen?
Chemische processen zorgen voor uitspoeling.
Wat doen biologische processen?
Biologische processen zorgen voor afbraak en mening door organismen.
Processen zorgen voor verticale differentiatie. Wat krijg je dan?
Een bodemhorizont.
Wat is een bodemhorizont?
Zones of lagen in het profiel, min of meer parallel aan het aardoppervlak.
Met specifieke kenmerken, die niet altijd met het blote oog zichtbaar zijn.
O horizont
Strooisellaag
A horizont
Vegetatiehorzont/humuslaag
E horizont
Uitspoelingslaag
B horizont
Inspoelingslaag
C horizont
Uitgangsmateriaal
De horizont geef je aan met een … letter.
Hoofdletter
Het proces geef je aan met een …letter.
Kleine letter
Processen:
a = aangevoerd door de mens
p = door de mens bewerkte laag
Initiële bodemvormende processen:
Rijping
Humusaanrijking
Homogenisatie
Drie bodemvormende processen:
Podzolering
Lessivage
Interne verwering (verbruining en nieuwvorming kleimineralen)
Indeling op basis van processen. Vijf hoofdtypen:
Podzolgronden
Brikgronden
Eerdgronden
Veengronden
Vaaggronden
Podzolgrond
Het transport (uitspoelen) van organische stof, aluminium en ijzer (sesquioxyden).
Het neerslaan (inspoelen) van opgeloste stoffen organische stof, ijzer en aluminium.
Brikgrond (lessivage)
Nieuwvorming en het transport (uitspoelen) van lutum.
Neerslaan (inspoelen) van lutum.
Eerdgrond
Aanrijking van de A-horizont o.i.v. handelen van de mens.
Minerale eerdlaag (A-horizont > 15 cm humusrijk of dikke A > 50cm.)
Dat kan door:
Ploegen
Ophogen (esdek)
Ontwateren
Veengrond
Indien in de eerste 80cm van het bodemprofiel ten minste 40cm veen voorkomt.
Vaaggrond
Minerale gronden die niet voldoen aan de eisen voor podzol-, brik-, eerd- of veengronden.
Podzolgrond is het resultaat van:
Uitgangsmateriaal
Waterhuishouding
Vegetatie en dierenleven
Podzolgrond veldkenmerken
Bh-horizont zeer donker (vaak bijna zwart)
Soms Bs-horizont lichter gekleurd (meestal bruine tinten)
Soms een gevlekte laag (E-horizont)
A-horizont bevat grote hoeveelheid afgeloogde zandkorrels
Brikgrond veldkenmerken:
Verschil in lutum (textuur) schatten
Lutumhuidjes aan de wanden van kanalen. poriën enz.
Soms kleurverschil (E is bleker)
Soms banden-B
Brikgrond is?
Colluvium
Verspoelde loss
Eerdgrond is ontstaan door?
Ontstaan door ophogen:
Esdek / plaggendek (potstal bemesting)
“Aardmest”
Stadsafval
Een eerdlaag is geen esdek.
Eerdgrond veldkenmerken?
Relatief dikke A-horizont
Vaaggronden zijn over het algemeen?
“Jonge” gronden
Proces van uit- en inspoeling kost tijd.
Vaaggrond veldkenmerken:
Homogenisatie, geen sedimentaire gelaagdheid meer zichtbaar.
Vaak enige mate van ontkalking van onderliggend sediment (test met zoutzuur)
Bevat geen macroscopisch herkenbare plantenresten, uitgezonderd wortelresten.
Kort overzicht van de indeling
- Podzolgronden (uit-/inspoeling Fe, Al en organische stof)
- Brikgronden (nieuwvorming kleimineralen + uit-/inspoeling)
- Eerdgronden (dikke Ah o.i.v. mens)
- Veengronden (opeenhoping onverteerd plantaardig mat.)
- Vaaggronden (onvoldoende diagnostische kenmerken)