K: Goed geneesmiddelgebruik Flashcards

1
Q

Noem de eerste 3 stappen van de WHO-6 step methode voor rationeel voorschrijven

A
  1. Probleemstelling
  2. Behandeldoel (curatief, symptomatisch, preventief of palliatief)
  3. Behandelopties (zowel medicamenteus als niet-medicamenteus)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem de laatste drie stappen (4,5,6) van de WHO-6 step methode voor rationeel voorschrijven

A
  1. Controleer of keuze geschikt is voor patiënt
  2. Recept en patiënt informatie
  3. Follow-up
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel procent van de patiënten is volgens de WHO therapie ontrouw?

A

50%
- Therapietrouw verbeteren door: vereenvouwigen doseerschema’s, verbeteren communicatie, voorlichting patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke 4 factoren moet de keuze van een geneesmiddel gebaseerd zijn?

A

Effectiviteit, veiligheid, doelmatigheid en kosten
- Goedkoop als het kan, duur als het moet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zij ‘Me too’ geneesmiddelen?

A

Geneesmiddelen die sterk lijken op hun voorgangers en slechts zelden vooruitgang betekenen (soms gunstigere farmacokinetiek, minder interacties of betere toepasbaarheid bij lever- of nierfunctieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een ‘new chemical entity’?

A

Geneesmiddel met nieuwe chemische stof > extra aandacht voor onverwachte bijwerkingen (melden bij LAREB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het doel van geneesmiddelsubstitutie?
- Is er voor goedkeuring voor substitutie een nieuwe preklinische studie nodig?

A

Kosten besparen in de gezondheidszorg door geneesmiddelen te vervangen met een ander middel met dezelfde werkzame stof, dezelfde sterkte en dezelfde farmacotherapeutische vorm
- Er is geen herhaling van preklinische studie nodig (alleen aantonen dat werkzame bestanddeel op zelfde wijze/ gedurende zelfde periode in het lichaam op de plaats van werking komt, bio-equivalentie studie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Juist of onjuist: De voorkeur gaat uit naar voorschrijven als specialité, boven voorschrijven op stofnaam

A

Onjuist. Liever stofnaam > de apotheker kan dan waar nodig een generieke variant leverenW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het doel van een preferentiebeleid?

A

De verzekeraar mag bepalen welke variant hij vergoedt > doel: geneesmiddelenleveranciers laten concurreren op de prijs, zodat de totale uitgave aan geneesmiddelen dalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Juist of onjuist: het is niet nodig om op elk moment van voorschrijven een actueel medicatie overzicht beschikbaar te stellen.

A

Onjuist.
- doel: fouten in medicatiegegevens voorkomen en patiëntveiligheid vergroten.
- De voorschrijver is hier verantwoordelijk voor (moet ook wijzingen aan medicatie doorgeven aan HA, apotheker en toediener vd medicatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly