interventie 3: op UCR/UCS, CR/CS niveau Flashcards

1
Q

interventies op niveau UCS/UCR, CR en CS

A

cognitieve therapie
* Gevoelens = innerlijke belevingen van emoties > niet betwijfeld of uitgedaagd
* Gedachten > wel uitgedaagd
» Basisaanname cognitieve therapie (CT) = interpretaties veranderen  gevoel verandering  gedrag verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hot and cold cognitions

A
  • Hot cognitions: negatieve gedachten die beïnvloed worden door emoties en geloofwaardig zijn
  • Cold cognitions: rationele gedachten die niet beïnvloed worden door emoties en daarom ongeloofwaardig zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Model van Beck

A

kerngedachten > overtuigingen > automatische gedachten > reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Negatieve zelfschema’s (- ZS)

A
  • Schema = relatief stabiele kennisstructuren die de kennis over zichzelf en de wereld structureren
  • Basis voor interpreteren v situaties
  • Representatie in geheugen over zelf > mentale filter interpretatie en herinnering v info
  • Kwetsbaarheidsmarker: wanneer zijn de – ZS ontstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kernschema’s

A
  • Bepaalt door vroege ervaringen, interacties met belangrijke anderen, confrontatie met bepaalde gebeurtenissen
  • Schema-activatie: stuurt aandacht en interpretatie > versterkt zichzelf
  • Persoonlijkheidsstoornissen = copingsmanieren om om te gaan met schema’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cognitieve therapie: retrieval competition

A
  • Kunnen niet verdwijnen, nieuwe kunnen wel aangemaakt worden > Gevolg: competitie van het meest gebruikelijke schema
  • Hot cognitions: zéér gebruikelijk en sallient
  • Cold cognition: doel therapie laten zegenvieren: frequent oefenen, salient en specifiek maken

> > intense emoties = activatie kerngedachten > deze aanpakken, dus focus op automatische gedachten, doel gedragsverandering maar door kerngedachten aan te pakken (aanpakken wnr in neutrale of positieve stemming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe aanpakken

A
  • bewustwording, imaginair, rollenspel,
  • huiswerk (situatie, stemming, automatische gedachten bewijs, tegenbewijs, alternatief gedachten, beoordeling stemming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

neerwaartse pijl techniek

A
  • achterhalen van achterliggende gedachten
  • blijven bevragen tot kernschema
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly