Instructiecollege Flashcards
Wat is het interactionisme?
Er zijn twee verschillende substanties die met elkaar interacteren. (Descartes)
Wat is het materialisme?
Alles is materie, er bestaat alleen een lichaam. De ziel is dus ook het lichaam (Hobbes).
Wat is de dubbele aspect theorie?
Er bestaat slechts één substantie. Lichaam en ziel zijn modi van die substantie. Dan hoef je de interactie niet te verklaren, ze zijn een uitdrukking van hetzelfde. (Spinoza)
Wat is het parallellisme?
Er is geen interactie, maar wat er in het lichaam gebeurt correspondeert met hetgeen wat er in de ziel gebeurt en andersom. Lichaam en ziel zijn als twee klokken die parallel lopen. God heeft ervoor gezorgd dat die parallel lopen. Er is geen oorzakelijkheid in de wereld. God is de enige causal ancient. Alles wordt feitelijk door God voortgebracht. God bemiddeld. (Leibniz)
Wat is het idealisme?
Alles is geest. Alles wat wij zien is immaterieel. Er is geen interactieprobleem, want er is maar een substantie: de geest (Berkeley).
Wat is het epifenomenalisme?
De geest is een causaal inert product van het lichaam. Er is geen invloed van de ziel op het lichaam. Dus er is geen interactie. (Huxley)
Wat is het representatief realisme?
Het gaat over de inhoud van onze geest en de externe wereld. De ziel zit in ons lichaam en heeft de taak om naar beelden te kijken die worden geprojecteerd. Descartes moet bewijzen dat de mentale representaties worden veroorzaakt door de externe objecten en de tweede vraag is of de mentale representaties corresponderen met de externe wereld. We hebben geen directe toegang tot de externe wereld. Hoe weten we dan dat die ideeën overeenkomen?
Noem een vier Britse empiristen.
- Thomas Hobbes: materialist.
- John Locke: internationalist (interactie tussen lichaam en ziel).
- George Berkeley: idealist.
- David Hume: gematigde scepticus die geen conclusie wil trekken over de ontologische grondslagen van de werkelijkheid.
Wat zijn de gedeelde grondslagen van de menselijke kennis, waar de empiristen verschillende opvattingen over hebben?
- De notie van substantie en het lichaam/geest probleem
- De relatie tussen ideeën en de werkelijkheid.
Vertel kort iets over Berkeley.
Hij was een priester. Dit is belangrijk omdat Berkeley het bestaan van God wil verdedigen. In het materialisme zag hij een gevaar: het zou leiden tot atheïsme. Het wetenschappelijk scepticisme moet bestreden worden om een religieus scepticisme te bestrijden. Matter philosophy (Descartes, Hobbes en Locke) leidt tot scepticisme. De primaire oorzaak van het scepticisme ligt in de hypothese dat de materiële wereld onafhankelijk van het bewustzijn bestaat. Berkeley ontkent de werkelijkheid niet, maar wel het materiële karakter van de dingen. Er is een externe wereld, maar die niet materieel.
Wat is Berkeley’s oplossing voor het representationeel realisme?
Esse is percipi: zijn is waargenomen worden. De hele buitenwereld, die de mens waarneemt, bestaat slechts als idee. De objecten moeten worden weggehaald. Het bestaat alleen tussen de mind en de ideeën.
Vertel kort iets over Hume.
Hume wil de grenzen van de menselijke rede verkennen om de mensheid daarmee te bevrijden van valse kennisclaims, zoals die vooral in de metafysica en de theologie voorkomen.
Wat is het inductieprobleem van Hume?
Op basis van een eindig aantal waargenomen gevallen heb je altijd onvoldoende grond om universele uitspraken te rechtvaardigen. Causaliteit is een belief: een subjectieve overtuiging en niet op een objectieve stand van zaken in de werkelijkheid. Geen algeheel scepticisme, maar een gematigd scepticisme. Galilei’s nieuwe wetenschap van de beweging is meer plausibel dan de astrologie, maar absoluut zeker is zij ook niet.
Welke kritiek heeft Hume op de Cartesiaanse metafysica?
Niet alleen het causaliteitsbeginsel is ondermijnd. Ook het substantiebegrip. Res cogitans: we kunnen nooit het zelf waarnemen in de vorm van een substantie die onder of achter mijn ideeën ligt. Als ik naar binnen kijk, zie ik geen zelf, maar alleen een bundel van percepties. Res extensa: het bestaan van substanties in de materiële wereld wordt betwijfeld.
Vertel kort iets over Kant.
Centrale probleemstelling van de kritiek: hoe kunnen wij verklaren dat kennis die uit het kennend subject ontspruit toch informatie bevat over de werkelijkheid? Het begrip van een synthetisch a priori. Daarbij gaat Descartes uit van a priori ideeën, maar kan hij zijn methode niet rechtvaardigen.