Derde college: Berkeley Flashcards
Wat is de theory of reason?
Descartes hield zich hiermee bezig. Filosofen buigen zich over de vraag wat de representatie van ons bewustzijn en de externe wereld is. Dus wat is de relatie tussen de mentale representaties en de externe werkelijkheid.
Waarom gebruiken we de term representatief realisme om de theorieën te beschrijven?
Locke en Descartes zijn allebei realisten, want er is een buitenwereld. Dat is representatief omdat de beelden die we van de externe wereld hebben, slechts representaties ervan zijn. Descartes en Locke stellen allebei vragen over de relatie tussen de mentale representaties op de objecten van de externe wereld.
In hoeverre lijken de antwoorden op de vraag naar representatief realisme van Descartes en Locke op elkaar?
Ze menen een onderscheid te maken tussen reële kwaliteiten van de externe objecten en kwaliteiten die alleen in onze waarneming/bewustzijn aanwezig zijn. Dus de primaire en secundaire eigenschappen.
Waarom heeft Berkeley een probleem met het antwoord van Descartes en Locke op het representatief realisme?
Het lijkt alsof ze uit hun eigen bewustzijn stappen en hun eigen mentale beelden vergelijken met de externe objecten, maar dat kan niet. Hoe weet je dan dat secundaire eigenschappen geen ontologische eigenschappen van de objecten zijn? Berkeley ziet dat we geen rechtstreekse toegang hebben tot de externe wereld. Daarom wilt hij afstand nemen van het representatief realisme.
Welk onderscheid maakt Locke? Wat zegt Berkeley hierover?
Volgens Locke heb je ideas of sensations (ideeën van de zintuigen) en ideas of reflections. Dit zijn volgens Berkeley dingen als: angst, vreugde, pijn, plezier, etc. Locke voegt daar zelf geheugen en fantasie aan toe. Je hebt dus ook ideeën die je zelf kunt verzinnen.
Hoe vormen we het idee van een substantie als een appel volgens Locke?
We zien verschillende kwaliteiten en nemen die samen, waardoor we het idee van een appel vormen. We krijgen verschillende zintuiglijke indrukken en die nemen we samen. Wat je waarneemt: kleur, geur, smaak, etc. Dat bundelen we samen en daardoor vormen we het complexe idee van een appel.
Wat zijn ideeën volgens Berkeley?
Ideeën zijn per definitie passief: je krijgt een idee. Ideeën zijn geen handelende dingen als het ware. Het is de inhoud van de mind.
Wat is de mind volgens Berkeley?
Mind, spirit, soul of myself, etc (synoniemen). Het probleem wat centraal staat is het idee tussen de buitenwereld en de mind. Het ik als subject wordt gewoon aangenomen. Er is geen problematisering van de identiteit. Als er een idee is, dan moet dat in de mind zitten.
Welke spirit bestaat er volgens Berkeley?
God. God heeft de verschillende geesten geschapen. Mensen zijn individuele geesten geschapen door God. Er is geen solipsisme bij Berkeley. Wij als minds zijn de ideeën van God. We zijn ideeën van God, want alles wat bestaat is een idee van God.
Wat bedoelt Berkeley met de uitdrukking essi is percuppi (waargenomen worden)?
Iets krijgt pas zijn Zijn als het waargenomen wordt.
Waarom is het volgens Berkeley een contradictie dat het bestaan van de externe wereld volgens de meeste filosofen het meest vanzelfsprekende lijkt?
In abstractie zijn we verbonden aan het domein van het mogelijke. Maar er iets dat niet mogelijk is. We kunnen objecten niet scheiden van mijn perceptie, want het object is voor mij alleen een perceptie. Een idee is per definitie wat ik waarneem. Ik heb een idee, een mentaal beeld van een ding. Als ik dan een abstractie maak (mijn waarneming wegdenk) dan heb ik niets meer. Ze menen uit hun eigen geest te stappen en zeggen hoe dingen zijn, maar door die abstractie houden we juist niets over.
Wat is volgens Locke de definitie van een substantie?
Het is een soort materiële basis waarbij alle kwaliteiten horen. Er is iets materieels en dat is als het ware wat er onder staat. Het is de drager van alle kwaliteiten. Maar Locke zei dat hij niet precies weet wat een substantie is.
Waarom heeft Berkeley problemen met de vraag: lijken mijn ideeën op de materiële dingen?
Dan veronderstel je dat er iets buiten de ideeën bestaat. Maar dat kun je niet bewijzen. Een idee is per definitie wat wordt waargenomen, maar hoe kan iets materieels lijken op iets immateriels (idee)? Hoe kunnen we een idee vergelijken met iets dat geen idee is? Het zijn twee domeinen van de werkelijkheid die per definitie heel anders van onze idee zijn.
Wat zegt Berkeley over materialisme?
Materialisme leidt tot atheïsme. Berkeley zegt dat materie niet bestaat, want het bestaan van materie veronderstelt een contradictie. Het is onvoorstelbaar dat er dingen zijn buiten onze mind die een autonoom bestaan hebben.
Welke kritiek heeft Berkeley op de secundaire en primaire eigenschappen van Locke en Descartes?
De primaire kwaliteiten zijn relatief. Wat we snel, langzaam, groot, klein, etc zien is relatief: persoonsgebonden. Dit bestaat in de mind. Een kind ziet bepaalde objecten veel groter dan bijv een reus. Het onderscheid dat Locke en Descartes maken berust op verkeerde aannames. Primaire en secundaire kwaliteiten zijn in de mind aanwezig, want alle ideeën zijn alleen in de mind aanwezig volgens Berkeley.