David Hume introductie Flashcards

1
Q

Waarom is de verhouding tussen Hume en Newton tegenstrijdig?

A

De experimentele filosofie begint bij Francis Bacon, maar Hume denkt hierbij aan Newton. Aan de ene kant wil Hume de theorie van Newton overnemen en aan de andere kant heeft Hume kritiek op de theorie van Newton.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar heeft Hume kritiek op?

A

De traditionele metafysica. Hume wil de grenzen van de menselijke rede verkennen om de mensheid te bevrijden van valse kennisclaims, zoals we die vinden in de metafysica en de theologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk onderscheid maakt Hume over de impressions?

A

We hebben impressions of sensation en impressions of reflection. Impressions of sensation zijn uiterlijke waarnemingen. Impressions of reflection zijn innerlijke waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welk onderscheid maakt Hume over de ideas?

A

We hebben simple ideas en complex ideas. Simple ideas zijn afgeleid van de impressions. Complex ideas zijn samengesteld uit de simple ideas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ideeëntest?

A

Iedere keer dat we een idee hebben, moeten we ons afvragen waar het vandaan komt. Hume wil hier afstand doen van de metafysica: zinloze uitspraken die niet waar kunnen zijn. Hij begint met ervaring en alles moet te herleiden zijn tot percepties. Als we een begrip hebben van een engel. Uit welke impressies heb je dat idea afgeleid? Als je een idea niet kunt afleiden uit de impressies, dan staat het idee voor niets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn oordelen over relations of ideas (een steel van Hume’s vork)?

A

Oordelen over relations of ideas zijn zeker en noodzakelijk, maar leren ons niets over de wereld. Het zijn wiskundige oordelen of oordelen zoals ‘alle vrijgezellen zijn ongehuwd’ (Tautologieën). Wanneer de predicaten zijn gegeven in de definitie van het subject. Dit zijn dus analytische uitspraken. En dan spreken we over oordelen over relations of ideas. Het zegt iets over de manier waarop wij oordelen vormen, ze zijn niet informatief, want ze zijn niet beschouwd op ervaringen (a priori).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn oordelen over matters of fact (een steel van Hume’s vork)?

A

Oordelen over matters of fact zijn informatief maar niet zeker. Bijv. ‘morgen zal de zon schijnen’. Ze berusten vooral op inductie en op de wet van causale verbinding. Dus oordelen die berusten op ervaring (a posteriori). Denk aan Descartes hij wilt zekerheid vinden in de natuur. Hume zegt dat dat onmogelijk is op het domein van de natuurfilosofie. Dat kan alleen in de wiskunde en de logica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het inductieprobleem?

A

Op basis van een eindig aantal waargenomen gevallen heb je altijd onvoldoende grond om universele uitspraken te rechtvaardigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit welke drie elementen bestaat causaliteit?

A

1) contiguity: biljartbal A raakt biljartbal B. Waarom zeg ik dan dat A B in beweging heeft gezet en niet andersom?
2) Temporal priority: de beweging van biljartbal A gaat in tijd vooraf aan de beweging van biljartbal B.
3) Necessary connection: biljartbal A zet noodzakelijkerwijs biljartbal B in beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is constant conjunction?

A

We moeten ons altijd afvragen uit welke impressies een begrip is afgeleid. Contiguity en temporal priority zijn terug te leiden tot impressions. Deze twee noemt Hume het idee van constant conjunction. Het is gebaseerd op de ervaring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bedoelt Hume met belief?

A

Het idee van de necessary connection gaat terug op een belief die veroorzaakt wordt door custom of habit. Het is niet afgeleid van de ervaring, impressies of sensations. Het is meer een gevoel. We hebben dingen vaak op een bepaalde manier zien gebeuren, waardoor we verwachten dat de dingen weer zo gaan gebeuren. Daarom denken we dat biljartbal A B zal bewegen. Dat gevoel van zekerheid projecteren we vervolgens op de buitenwereld. Het psychologische element speelt een belangrijke rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt Hume over causaliteit als belief?

A

Hume heeft geen kritiek op het causaliteits idee als iets dat we niet moeten doen. Het is gezond dat we dat doen: dat we verwachtingspatronen maken en dingen in de causale wereld in verbanden leggen. Anders beperken we tot het beschrijven van wat we zien en is er geen enkele wetenschap mogelijk. Dat doen we en dat mag, maar we moeten ons realiseren dat onze causale ideeën nooit zeker zijn, ze zijn slechts mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de functie van causaliteit volgens Hume?

A

Causaliteit gaat terug op een belief, een subjectieve overtuiging en niet op een objectieve stand van zaken in de werkelijkheid. Hiermee geeft Hume een vorm van irrationaliteit en subjectivisme een belangrijke plaats in de wetenschap en in de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zegt Hume over de res cogitans van Descartes?

A

We hebben er geen zekere kennis over, want het is niet gebaseerd op een ervaring. Ik kan niet zeker zijn van het feit dat er een zelf in de vorm van een substantie is die onder of achter mijn ideeën ligt. Als ik naar binnen kijk, zie ik geen zelf, maar alleen een bundel van collecties van verschillende percepties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zegt Hume over de res extensa van Descartes?

A

Het bestaan van substanties in de materiële wereld wordt door Hume betwijfeld. We moeten niet proberen om te bewijzen dat er een externe wereld is. Het is gezond om te geloven dat er externe objecten zijn. Maar filosofisch gezien is het onmogelijk om te bewijzen dat er een externe wereld is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zegt Hume over de twee doelen van Descartes’ Meditaties?

A

Ze zijn onmogelijk. Je kunt nooit bewust zijn van jezelf en nooit bewijzen dat er een buitenwereld bestaat. Je neemt nooit een substantie als substantie waar (dit argument gebruikt Locke ook)

17
Q

Wat zegt Hume over belief in external existence?

A

We kunnen geen bewijs geven, filosofisch gezien. Onze natuur is zodanig dat we geloven dat er een buitenwereld is. Dat is dezelfde spanning die we bij Descartes zien: theoretische versus praktische kennis. In het alledaagse leven is het goed dat we dingen gewoon voor waar aannemen. Hume: in onze natuur zit het geloof dat er een buitenwereld is, mar dat kunnen we niet bewijzen. We weten alleen wat we op dit moment zien. Dingen blijven bestaan. Wat je even niet kunt waarnemen, moet je wel redenen voor hebben dat het bestaat. Geloven in causale verbanden en continuïteit berusten op nuttige gevoelens, want die houden ons in stand.