David Hume's enquiry Flashcards

1
Q

Welke twee andere auteurs worden benoemd in deze tekst?

A

Descartes wordt expliciet genoemd. Hume gaat ook in op Berkeley.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het antecedent scepticisme?

A

Dat is het scepticisme van Descartes. Je gaat twijfelen voordat je op zoek gaat naar de algemene kennis. Descartes gaat op zoek naar een eerste principe waarmee hij de wereld zou kunnen kennen (Archimedes Point). Dat bestaat niet volgens Hume.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat verwijt Hume Descartes?

A

Descartes maakt volgens Hume gebruik van een cirkelredenering. Als je alle vermogens in twijfel trekt, dan heb je ze alsnog nodig. Als je gaat twijfelen aan al je vermogens kun je niet bij het cogito komen: radicale twijfel. Volgens Hume is het onnatuurlijk om zo’n radicale twijfel te oefenen. We zijn volgens Hume van nature niet geneigd om in zo’n radicale twijfel te komen, omdat het onhaalbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het consequent scepticisme?

A

Het scepticisme dat Descartes wil bestrijden. Descartes was op zoek naar het fundament voor zekere kennis. Hij wilde dat voorafgaand aan zijn wetenschappelijk onderzoek doen en een antwoord geven op juiste kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke kritiek heeft Hume op sceptici?

A

Hume analyseert de argumenten die sceptici gebruiken om onze vermogens in twijfel te trekken. Het zijn argumenten die Descartes van de sceptici leent: de zintuigen zijn niet te vertrouwen. Veel argumenten hebben met de feilbaarheid van de zintuigen te maken. Maar we kunnen gezichtsbedrog bijvoorbeeld wel corrigeren. We kunnen het corrigeren met gebruik van de rede. Dit is niet op zichzelf gegrond argument om alles in twijfel te trekken. Met de wetten van wetenschappen kunnen we het oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de structuur van de tekst?

A

Hume schommelt steeds tussen scepticisme en common sense. Hij begint met scepticisme, maar we hebben een natuurlijk instinct waardoor wij geneigd zijn om te geloven dat de externe wereld bestaat. We zijn niet de enige die dat doen. We kijken naar dieren en die bewegen zich ervan uitgaande dat er een buitenwereld bestaat. Het is dus universeel. Het is ook primair, want het is gericht op een instinct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kunnen we volgens Hume de buitenwereld kennen.

A

We hebben geen directe toegang tot de buitenwereld. Er is geen manier om zelf tot de objecten te komen. We kunnen ons afvragen of er objecten zijn die de oorzaak zijn van de mentale representaties. Volgens Hume kunnen we dat niet weten of bereiken. Het Cartesiaanse project is dus niet haalbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er in alinea 11?

A

Het is een samenvatting van alles wat we tot nu toe besproken hebben. Je hebt mentale representaties en je vraagt je af of ze veroorzaakt kunnen zijn door objecten die enerzijds lijken op de representaties en anderzijds niet. Descartes vraagt zich af of de externe objecten bestaan en of ze de oorzaak zijn van de mentale representaties. Primaire kwaliteiten lijken op de externe objecten. Berkeley vindt dat een rare conclusie: een idee kan niet lijken op iets dat materieel is. Een idee is immaterieel en kan dus niets anders zijn dan een idee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke drie opties stelt Hume bij het afvragen of de mentale representaties lijken op de externe objecten?

A

1) Door de externe objecten zelf.
2) Door de geest zelf, zoals je bij hallucinatie hebt.
3) Door een andere ziel of geest (God of kwade demon).

Descartes: dezelfde opties. We hebben ze niet zelf veroorzaakt. Want ik heb ze niet onder controle en dingen die we zelf verzinnen zijn minder levendig.
Berkely: dezelfde opties. We hebben ze niet zelf veroorzaakt om dezelfde reden als Descartes. Maar een immaterieel idee kan niet worden veroorzaakt door iets materieels, dus God is de oorzaak van de ideeën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de oorzaken van mentale representaties volgens Hume?

A

Er is een probleem met causaliteit. De nessecary connection kunnen we nooit ervaren. Als God zou bestaan dan zouden wij ons nooit kunnen vergissen, dan zouden onze zintuigen onfeilbaar zijn. Maar als je de buitenwereld betwijfeld, kun je geen argumenten vinden om voor een God te beargumenteren. Omdat Hume een empirist is, is een a priori godsbewijs niet mogelijk. Je hebt alleen een a posteriori godsbewijs nodig. Als we echt nadenken hebben de sceptici gelijk: we weten niet of de externe wereld bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zegt Hume over Berkeleys boek?

A

Berkeley schrijft een boek tegen de sceptici, maar realiseert zich niet dat zijn argumenten eigenlijk argumenten voor sceptici zijn. Wat Hume zegt is dat het kritische gedeelte van Berkeley heel overtuigend is. Het is bijna onvoorstelbaar dat iets dat materieel is iets immaterieels kan veroorzaken. De causale link kunnen niet aantonen. Hier ontleent hij het argument van Berkeley dat het onzin is dat de secundaire eigenschappen alleen in de mind zitten en de primaire niet, omdat we ze precies op dezelfde manier ontlenen. Berkeley heeft interessante kritiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar berust het bestaan van de materiële wereld op?

A

Op tijd en ruimte. Het idee dat je een ruimte hebt die eindig en oneindig deelbaar is, is paradoxaal voor het aannemen dat er uitgebreide dingen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zegt Hume in alinea 18

A

Maar de instinct van de mens dat de externe wereld bestaat is te groot, daar kunnen we niet om heen. Alle argumenten zijn moeilijk of onmogelijk te weerleggen. Maar in het alledaagse leven laten we dat vanzelf gaan. Een sceptici doet dat ook in het alledaagse leven. Het causaliteitsbegrip is irrationeel. We zien twee objecten die met elkaar contact hebben en dat hun beweging verandert, maar we de causaliteit nooit in het werk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de conclusie van Hume’s boek?

A

De vork van Hume: de enige domeinen waar we zinnig over kunnen spreken. Metafysica en theologie is niet goed volgens Hume. Het zijn boeken over dingen die noch het resultaat zijn van waarneming (matters of fact) noch ideas of reflections.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk onderscheid kunnen we maken?

A

De algemene conclusie van het boek en het einde van zijn boek. We kunnen nooit het causale verband zien van de mentale representaties of van andere zaken. Toch bewegen wij ons in deze wereld alsof er een externe wereld is. Die instincten zijn gezond. We moeten aannemen dat de externe wereld bestaat, maar er kan geen bewijs voor worden geleverd. Filosofisch gezien hebben sceptici gelijk, maar ons instinct is te sterk om het te verwerpen. We moeten ons beperken tot de dingen waartoe we toegang hebben. Dus alle wetenschappen die gebaseerd zijn op basis van relatiosn of ideas en matters of fact.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk scepticisme wilt Hume voorstellen?

A

Hume stelt een scepticisme voor op basis van rationaliteit. We moeten ons beperken tot dingen die binnen ons bereik zitten.