Infectieuze systeemziekten parasitair en overig Flashcards
Toxoplasmose
Aangifteplichtig, zoönose, bij vogels en zoogdieren, kat is EGH, bijv. schaap en mens kunnen TGH zijn. Transmissieroutes: oraal door het eten van met cysten besmet rauw vlees, oraal door verontreiniging van bv. voedsel of handen met gesporuleerde oöcysten uit kattenfeces, intra-uterine besmetting of via de melk. Tussengastheren:
- Varken (6-8 wk): koorts, hoesten, diarree,
verminderde conditie en soms sterfte
- Schaap: koorts, moeilijk ademhalen,
neusuitvloeiing en nerveuze stoornissen.
- Hond (jong): koorts, lusteloos, moeilijk
ademhalen, pneumonie, diarree en neurologisch
- Knaagd + konijn: zie hond, + angst voor kattengeur
neemt af.
- Kip + vogels (jonge dieren): centraal zenuwstelsel
en viscerale vorm.
Eindgastheer:
- Katten: zelden verschijnselen. Ongeveer helft NL populatie seropositief. Soms zie je myocarditis. Bij sectie zie je gezwollen mesenteriale lymfeknopen. Diagnose: serologie IgM, IgG titerstijging, PCR. Therapie: sulfonamiden (niet effectief op cysten), clindamycine wanneer kat oöcysten uitscheid. Vaccin geeft geen absolute bescherming maar verminderd wel de kans op abortus.
Gunstige kenmerken parasiet:
- wereldwijde verspreiding
- geringe TGH specificiteit
- EGH katachtigen, komt bijna overal op aarde voor
- verschillende transmissieroutes
- 2 resistente ruststadia die lang kunnen overleven
- ruststadia voor zowel TGH als EGH infectieus
- kan alle weefsels en celtypen infecteren
- weinig of niet direct pathogeen
Leishmaniose
Zoönose, chronisch, verschillende diersoorten, veroorzaakt door protozoën van geslacht leishmania (met name infantum), overgebracht door zandvliegjes, importziekte want de vector komt hier niet voor. Er zijn meldingen van verticale transmissie. Vorming immuuncomplexen -> neerslaan op vaatwanden, gewrichtskapsels en nieren -> polyartritis, glomerulonefritis, ulcera in huid en slijmvliezen. Incubatie: 3 maand-6 jaar. Hyperkeratose in vorm van witte schilfering met ontsteking en kaalheid rondom ogen en oorschelpen. Blefaritis, conjunctivitis en keratitis. Lusteloosheid, vergrote lymfeknopen (+ milt/lever). Uiteindelijk zijn honden cachectisch. Therapie: antimoonverbindingen, milteforan, allopurinol (RNA-synthese remmer), vaccin kan verschijnselen verminderen maar beschermt niet. Preventief: vliegen weren en hond niet naar endemisch gebied meenemen.
Trichinellose
Aangifteplichtige zoönose, trichinella spp (spiralis met name) -> worm. Besmetting door opeten van besmette dieren (knaagdieren), keuken- en slachtafval of door kannibalisme (staartbijten bij varkens). Larven migreren naar skeletspieren -> ontwikkelen tot spiertrichinen -> ‘broedkamer’ -> beschermd door kapsel tegen afweer -> als de larve in andere weefsels komt sterft ie en kan ie sterke afweerreacties veroorzaken. Bij dieren geen verschijnselen, bij mensen wel (darm-, migratie- en spierfase). Diagnose: bij vleeskeuring checken in middenrif op larven, ELISA. Preventie: ongediertebestrijding, voorkomen staartbijten.
Afweer kan verminderd zijn door:
- Chronische stress
- Virus zoals BVD en CDV
- Cortico’s
Schimmels en gisten
Meeste zijn opportunisten, echter kan ook primair zijn zoals trichophyton, microsporum. Ziekte kan optreden als afweer minder is. Belangrijkste oppertunisten: aspergillus, candida, cryptococcus, histoplasma en sporotrichum. Moeten behandeld worden als primair, rekening houden met oorzaak ontstaan infectie. Eventueel stoppen met antibioticakuur.