Indicatieanalyse Flashcards

1
Q

Indicatieanalyse

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doel Indicatieanalyse

A

Indicerende diagnose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een indicerende diagnose?

A

= Komen tot een verantwoorde, wetenschappelijk gefundeerde aanbeveling voor de best passende aanpak van een probleem. Dit vormd het uitgangspunte voor de advisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Werkwijze (4)

A
  1. Nagaan of een interventie ingezet kan worden
  2. Formuleren en prioriteren van doelen
  3. Selecteren van interventies
  4. Bepalen van nut en kans van slagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Nagaan of een interventie ingezet kan worden

Wat zijn de drie vragen die je moet stellen?

A
  1. Is behandeling nodig?
  2. Is behandeling mogelijk?
    - Kennisbestand met algemene effectiviteit van interventies bekijken
  3. Is behandeling wenselijk?
    - Kennisbestand met algemene indicatie (draagkracht, motivatie) en contra- (leeftijd, draaglast) indicatiecriteria
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Consulteer kennisbestand algemene indicatie- en contra-indicatie criteria

Is behandeling wenselijk?
Is behandeling nodig?
Is behandeling mogelijk?

A

Is behandeling wenselijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Consulteer kennisbestand met algemene effectiviteit van interventies bekijken

Is behandeling wenselijk?
Is behandeling nodig?
Is behandeling mogelijk?

A

Is behandeling mogelijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voorbijgaande aard zelf oplossen: draafkracht vs last

Is behandeling wenselijk?
Is behandeling nodig?
Is behandeling mogelijk?

A

Is behandeling nodig?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Formuleren en prioriteren van doelen tweede stap, wat te doen?

A

Intergratief beeld + overleg met client opstellen door:

Prioriteiten aan te brengen en globale interventiedoelen te specificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stap 3. het selecteren van interventies door vier vragen te stellen, welke?

A

Welk theoretisch referentiekader wordt gekozen?

In welk type setting vindt uitvoering plaats?

Directe of indirecte vorm van interventie?

Eisen interventieduur?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Bepalen van nut en kans van slagen
A

door verwacht nut te berekenen = Kans x Nut (meest interressant bij beide hoog)

nut = positieve + negatieve opbrengsten
kans = kans van slagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

op basis van: effectiviteit & matching & dekkingsgraad bereken je?

nut of kans?

A

nut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

….. baseer je op indicatie- en contra-indicatiecriteria

nut of kans

A

kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn onderstaande punten?

Steeds in overleg met de cliënt: Gesprek in deze fase
Uitlokkend

Leg de vorm, inhoud en werkwijze van de behandeling op
een heldere en beknopte wijze uit

Raadpleeg een goede sociale behandelingskaart

Raadpleeg literatuur (zie chart)

Feedback over behandeling vragen aan cliënten

A

Aandachtspunten voor de indicatieanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tijdens haar stage werkt Marieke aan de indicatiefase. Zij zoekt uit of een
interventie ingezet kan worden. Zij heeft een behandeling voor ogen en
gaat na of er geen onoverkomelijke nadelen aan kleven voor haar cliënt.
Op welke vraag van De Bruyn zoekt Marieke een antwoord?
a. Is behandeling mogelijk?
b. Is behandeling wenselijk?
c. Is behandeling nodig?

A

Is behandeling wenselijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly