Hoorcollege 9: Psychopathie deel 2 Flashcards
Psychopathie in DSM-V
- Sectie II: APS = Psychopathie
-
Sectie III: APS: criterium A (Level of Personality Functioning Scale) en criterium B (Personality Inventory for DSM-5).
Psychopathie: specifier: voorheen niet alle psychopathie kenmerken in DSM, nu meer unieke componenten opgenomen.
Meten psychopathie
PCL-schalen: Hare’s Psychopathy Checklist-Revised:
- 20 items (0-2) obv semi-gestructureerd interview + dossierinformatie
- Forensische context / gevangenis populaties –> gouden standaard hierbij, er moet een dossier zijn; delict gepleegd
- Score >gelijk aan 30/40 = psychopathie (vanaf 25 aanwijzingen psychopathie)
- Ontbrekende component: gebrek aan angst (boldness)
20 items
Eerste revisie: 2 factoren;
1. F1: Primaire psychopathie = arrogante/bedrieglijke interpersoonlijke stijl en anderzijds gebrekkige affectieve ervaring
2. F2: Secundaire psychopathie = onverantwoordelijke levensstijl en anderzijds antisociaal gedrag
2e revisie: factoranalyse,
naast de 2 factoren, 4 facetten
2 factoren die je in 4 facetten kon verdelen:
1. Primaire psychopathie: interpersoonlijk / affectief
2. Secundaire psychopathie: levensstijl / antisociaal
Dark Triad
Meten van subklinische donkere persoonlijkheidstrekken: onder klinische drempel voor de gehele stoornis:
1. Machiavellisme = het doel heiligt de middelen, cynische visie op de medemens. Manipulatie: zijn bereid en scheppen er plezier in om anderen te misleiden/ manipuleren om hun doelen te bereiken.
2. Narcisme: extreme zelfverheerlijking, vol van zichzelf, gevoel bevoorrecht te moeten worden, staan graag in het middelpunt van de belangstelling.
3. Psychopathie: manipulatie, bedrog, oplichterij, oppervlakkige emoties, gebrek aan empathie en spijt, sensatiebelust gedrag, impulsiviteit, regelovertredend gedrag.
Etiologie psychopathie
-
Interactie nature x nurture (biopsychosociale modellen)
- Genetische factoren: matige invloed +- 45%
o CU traits; matig-sterk erfelijk bepaald >60%
o CD meer erfelijk bij kinderen met hoge CU traits 70-80% vs lage CU traits 30-50%
- Omgevingsfactoren (die niet gedeeld zijn): matige invloed
–>* Psychopathie wordt gedeeltelijk erfelijk bepaald
* - Evolutionaire modellen (maar limitaties)
-
Psychobiologische processen & modellen (correlaties ipv oorzaken, samenhang)
- Emotionele reactiviteitsdeficieten
o Vooral bij negatieve emoties; minder gevoelig voor signalen van straf/bedreiging, weinig angst, zwak behavioral inhibition system (BIS)
–> verklaart enkele kenmerken psychopathie, maar niet alles!
- Cognitieve verwerkingsdeficieten:
o Deficiet in de responsmodulatie
- Neuroimaging studies vertonen verstoringen in :
o Frontale cortex (impulscontrole/inhibitie)
o Amygdala (angst/negatieve emoties) -
Dual-process model van psychopathie (= al de vorige zaken in één)
- Goed model om psychopathie te gaan verklaren (2 factoren van Hare)
* Interpersoonlijk-affectief: meanness/boldness –> emotionele reactiviteitsdeficieten (lage angst hypothese); amygdala verstoring
* Antisociaalgedrag: disinhibition –> cognitieve verwerkingsdeficieten (impulscontrole + inhibitie); fronto-corticale verstoringen
- Verklaringsmodel (triarchisch model is een beschrijvend model)
Precursoren psychopathie
= voorlopers van psychopathie
DSM-V, pas diagnosticeren vanaf 18 jaar, maar kenmerken komen natuurlijke veel eerder aan het oppervlak.
Dus psychopathie bestaat ook bij kinderen, zelfs onderzoek bij 3 jarigen, maar focus ligt bij oudere kinderen / adolescenten.
Controversieel topic want:
- Omdat het een ontwikkelingsperiode is; antisociaal gedrag mogelijks voorbijgaand, past bij rebellie (adolescence limited, mofitt)
- En het is zeer stigmatiserend
- Maar, hoe sneller identificatie, hoe sneller behandeling en grotere success rate: persoonlijkheid sterker veranderbaar bij jongeren!!
- Vroege identificatie; beschermende factoren identificeren en inzetten bij behandeling!
Conceptualisatie psychopathie op jonge leeftijd
DSM-IV; 2 subtypes CD –> Moffitt: 2 types antisocial gedrag
- Start in de kindertijd (<10jaar) life-course persistent type
- Start adolescentie (>10jaar) adolescence-limited type
o Childhood-limited type (enkel op jonge leeftijd)
DSM-V: CD met specifier ‘met significante CU traits’: indien 2 van de volgende kenmerken minstens 1 jaar aanwezig zijn, over verschillende situaties:
* Gebrek aan wroeging/schuld
Kilheid – gebrek aan empathie
Oppervlakkig of beperkt affect
Onverschillig over prestaties
Gaat echt over het emotionele aspect van psychopathie, niet het gedragsmatige (CD heeft al het gedragsmatige kenmerk).
Kinderen met zowel gedragsstoornis als CU traits hebben veel grotere kans op persisteren antisociaal gedrag, hoe ziet het er uit?
- Vroege aanvang
- Meer boldness en/of meanness
- Minder inhibitie
- Meer agressie (proactief, typisch voor mensen met psychopathie)
- Neuropsychologische tekorten (emotioneel, cognitief)
- Minder blootstelling aan beperkte opvoedingsvaardigheden ouders (minder gevoelig voor straf). Autoritaire opvoeding gelinkt aan antisociaal gedrag bij deze groep (CD + CU traits, minder gevoelig voor).
Deze groep heeft dus een grotere kans op langdurig antisociaal gedrag en lijken erg op volwassen psychopaten
Hoe meten we psychopathie op jonge leeftijd?
Items van de volwassenen aanpassen;
- Youth version of the psychopathy checklist (PCL;YV), seksualiteit en kortstondige relaties eruit gehaald. (semi-gestructureerd interview obv intervies en dossier)
- 5 factoren model kan ook gebruikt worden
–>Gelijkaardige structuur en correlaties van instrumenten voor jongeren vs. volwassenen; ondersteuning concept psychopathie bij jongeren.
Psychopathische trekken bij jongeren voorspellen –> trekken kunnen veel voorspellen:
- Proactieve en reactieve agressie, ernstige en persistente agressie
- Delinquentie
- Gewelddadige delicten
- Kortere tijdspanne tussen delicten
- Meer aanvaringen met politie
Relatieve stabiliteit psychopathische trekken jongeren –> volwassenen: biedt mogelijkheden tot verandering om er vroeg bij te zijn!
Psychopathie in de klinische forensische context; recidivisme
Recidivisme = iemand pleegt opnieuw een delict, gaat opnieuw de fout in.
Recidivisme en psychopathie zeer sterke relatie toekomst crimineel gedrag in forensisch & klassieke psychiatrie, populatie en jeugdsamples.
PCL-R/SV (screening version): wordt soms gebruikt als risicotaxatie instrument.
- Voor algemeen recidive (F2, secundaire psychopathie, gedragsmatig), gewelddadig en seksueel recidivisme (maar daar geen verschil tussen F1 en F2).
- Toch beter risico-taxatie instrumenten (goedkoper en makkelijker)
Psychopathie leidt niet altijd tot geweldpleging!
Psychopathie enkel predictief op korte termijn bij jongeren, dus beter echte risicotaxatie instrumenten gebruiken.
Psychopathie en vormen van geweld
PCL-R differentieert tussen instrumenteel (F1) en algemeen (F2) geweld
* Vooral F2 (antisociale factor) voorspelt geweld
* Voorgaand crimineel gedrag is de beste predictor voor toekomstig crimineelgedrag (F2 meet dat).
Sterk verband met seksueel geweld: –> ze kunnen moeilijk goede relaties met anderen aangaan vanwege de moeilijke emotionele expressie
- Frequentere en ernstigere gewelddadige seksuele misdrijven
- Verkrachters zijn vaak psychopaten (fysieke dwang)
- Sterker recidivisme bij psychopathische seksuele daders; thrillseeking / kick nodig en geen empathie/schuldgevoel
Psychopathie en moord
psychopaten moorden minder vaak dan niet-psychopathische criminelen –> moorden vaak vanuit reactieve agressie en psychopathen eerder instrumentele moord.
- meest gewelddadig bij intoxicatie
- slachtoffers vaak vreemden
Grotere kans op seksuele moord, meer gratuite geweld = meer geweld dan nodig is voor de moord, sadistisch geweld
- gebrek aan empathie, optimalistatie plezier dader door afwezige inhibitie + thrillseeking.
Motieven van agressie bij psychopaten
- Thrill-seeking als motivatie bij seksueel geweld
- Sadisme als motivatie; plezier halen uit lijden van het slachtoffer ,maar ook seksuele arousal bij deviante stimuli.
-
Visie op geweld en agressie:
o Manier om **egoïstische behoefte **te vervullen, om iets te krijgen
o Weinig, emotie, zien weinig verschil met andere instrumentele gedragingen.