Hoorcollege 9: De media 1: media- effecten Hoofdstuk 26, Artikel van Krcmar (2020), Artikel van Bond en Drogos (2014) en Artikel van Brown en Tiggemann (2016) Flashcards

1
Q

Wat veronderstelde de eerste communicatietheorieën mbt media.

A

Een almacht van de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stelt de injectienaaldtheorie?

A

Dat informatie direct overloopt van zender naar ontvanger. men heeft geen weerstand tegen de boodschap en neemt deze op zoals bedoeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is kritiek op de injectienaaldtheorie?

A

De ontvanger moet een boodschap decoderen en daarbij spelen achtergrond en cultuur een rol. invloed loopt dus niet zo direct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is war of the worlds?

A

radiouitzending die paniek veroorzaakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is the fourth kind?

A

Het laat zien dat iedereen beïnvloed wordt maar dat ligt ook aan de attitudes van de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is third person effect?

A

iedereen denkt dat cultivatie-effecten mogelijk zijn maar niet bij henzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is de injectienaaldtheorie een actiemodel?

A

Omdat het beïnvloedingsproces eenrichtingsverkeer is.
De ontvanger is in staat alle boodschappen op te nemen.
Theorie houdt geen rekening met concentratie en vermoeidheid
Het heeft direct effect
ontvanger is passief en kan geen feedback geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is reinforcement?

A

Attitudeeffecten kunnen ervoor zorgen dat bestaande attitudes versterkt worden, maar ze kunnen ze niet van richting veranderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een two-step flow?

A

gebruik van een opinieleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is parasocial relations?

A

Het idee hebben dat een influencer je vriend is, daardoor neem je iets van diegene aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een opinieleider?

A

Een doorgeefluik van de massamedia en een beïnvloeder van de individuele mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat stelt de cultivatietheorie van Gerbner (1999).

A

Veel van wat we weten komt door verhalen in de media, niet van dingen die we zelf hebben meegemaakt. een continue blootstelling aan dezelfde soort boodschappen zorgt langzaam voor een effect, vooral bij attitudeverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor impact heeft televisie?

A

een langdurige impact met effecten o bepaalde groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarvan is de cultivatietheorie een integratie?

A

Narratieve paradigma, culturele studies en zwijgspiraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is narratief paradigma?

A

media draaien om verhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn culturele studies?

A

media verkondigen opinie van elite

17
Q

Wat is de zwijgspiraal?

A

media hebben bepaalde effecten op het publiek. Grote macht van de media zorgt ervoor dat afwijkende meningen ontmoedigd worden.

18
Q

Waarom heeft de tv zoveel impact?

A
  • meest gebruikte medium
  • hoge penetratiegraad
  • geen geletterdheid veresit
  • toegankelijk
  • primaire verhalenverteller
19
Q

Wat is de ice age analogy?

A

de invloed van tv is klein, maar er zijn effecten over de lange termijn

20
Q

media kunnen ervoor zorgen dat bepaalde informatie als eerste toegankelijk is in ons hoofd. Hoe noem je dit (3 dingen)?

A
  • learning information from the media
  • top of mind awareness
  • accessibility
21
Q

televisie heeft macht vanwege drie aspecten, welke zijn dit?

A
  • blurring
  • blending
  • Bending
22
Q

Wat is blurring?

A

Verschillende maatschappelijke groeperingen zien precies dezelfde beelden.

23
Q

Wat is Blending?

A

Televisie geeft een uniform beel dop de werkelijkheid en beïnvloedt zo de percepties van de kijker

24
Q

Wat is Bending?

A

De elite profiteert het meest en hebben een bepaalde agenda

25
Q

Media theorieën lopen van een ………. perspectief naar een ……. perspectiefm welke zijn dit?

A

Transmissional en ritual

26
Q

Wat is transmissional perspectief

A

media zendt discrete informatie

27
Q

Wat is ritual perspectief?

A

media geven een gedeelde sociale relatie weer.

28
Q

Het onderzoek op basis van de cultivatietheorie richt zich op 3 aspecten

A
  1. institutionele analyse
  2. media inhoud
  3. effecten
29
Q

Wat is mean world index

A

Schaal waarop wordt gemeten hoe slecht men de wereld inschat, mensen die meer tv kijken zijn banger voor de wereld

30
Q

Wanneer is iets mainstream?

A

Wanneer verschillende groepen mensen hetzelfde denken over iets.

31
Q

Wanneer is iets resonance?

A

wanneer de werkelijkheid overeenkomt met de werkelijkheid op tv, je wordt dan extra beïnvloed

32
Q

Wat is kritiek op cultivatietheorie?

A

Er is geen controlegroep, iedereen heeft ergens een attitude over, niet iedereen groeit op met tv door nieuwe media kanalen, effecten van cultivatie zijn afhankelijk van genre, onderwerpen en beliefd, definitie van geweld is discutabel en er zijn weinig longitudinale onderzoeken gedaan naar de effecten.