Hoorcollege 10: De media 2: nieuws en publiek. Hoofdstuk 11, Hoofdstuk 12, Artikel van de Boer & Brennecke (2009) en Artikel van Gearhart & Zhang (2014). Flashcards

1
Q

Wat is de spiral of silence theory (zwijgspiraal)?

A

Het stelt dat de media een grote invloed heeft op de publieke opinie. Massamedia verkondigen de opinie van de meerderheid en doen de opvattingen van de minderheden verstommen. uit angst voor sociale isolatie durft de minderheid niet te spreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is plurastic ignorance?

A

de overheersende opinie is a, maar mensen denken dat de overheersende opinie b is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is false concensus?

A

Je denkt dat er consensus is over a, maar maar dit is er niet. het is een tactiek om een mening door te drukken, twijfel te zaaien en om aandacht af te leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De media is alomtegenwoordig, cumulatief en gelijkgestemd. Wat houdt dit in?

A

de media bepalen voor een groot deel de publieke opinie, ze bepalen de mening van mensen, ze maken meningen extremer en maken het gemakkelijker om een mening te uiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is kritiek op de zwijgspiraal? (SST)

A

het is misschien niet meer van toepassing in het huidige medialandschap. het is makkelijker om een andere mening te uiten.
Media zijn nu pluriform; meerdere zenders, hoor- en wederhoor, aandacht voor minderheidsgroeperingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De media gaat van allocutie naar conversatie, wat betekend dat?

A

de macht van de traditionele media zijn ingeperkt door sociale media, iedereen kan nu een zender zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is agendasetting?

A

Agendasetting gaat uit van beperkte effecten van de media. De media zijn een doorgeefluik en poortwachters, ze bepalen de agenda.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er zijn 3 soorten agenda’s, welke?

A

Intrapersoonlijke, interpersoonlijke, percieved community agenda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een intrapersoonlijke agenda?

A

wat je zelf belangrijk vindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een interpersoonlijke agenda?

A

wat jij met andere bespreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een percieved community agenda?

A

zwijgspiraal, wat je denkt dat er in groepen speelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3 aspecten staan er in het model van agendasetting

A

Reality, media reality, public perception of reality

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de drie modellen van overeenkomst?

A

Awareness, salience, prioriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is awareness?

A

Welke onderwerpen spelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is salience?

A

Welke onderwerpen zijn van belang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is prioriteit?

A

Wat is de rangorde

17
Q

Wat is priming?

A

een psychologisch proces vanuit de kant van de ontvanger. Gaat om het activeren van kenniseenheden in het geheugen door een bepaalde stimulus. Media bepalen niet alleen agenda maar ook welke informatie men gebruikt om over onderwerpen na te denken. Door priming ontstaan schema’s.

18
Q

Wat is framing?

A

de kant van de media. Het is de wijze waarop een onderwerp wordt gepresenteerd en geïnterpreteerd door de media (de zender). Het beïnvloedt beliefs (priming effect), maar soms ook attitudes door het benadrukken van bepaalde feiten of waarden. Het is agendasetting op het tweede niveau. Framing wordt ook wel agendasetting op het tweede niveau genoemd, je presenteert iets op een bepaalde manier.

19
Q

Welke frames zijn er?

A

verantwoordelijkheidsframe, conflictframe, economische frame, human interest frame en moreel frame

20
Q

Media kunnen frames creëren, dit doen ze door het selectief aan te passen van…?

A
  • de inhoud van het onderwerp
  • presentatie
  • cognitieve attributies
  • affectieve attributies