Hoorcollege 7: Retoriek 1. Hoofdstuk 20, Hoofdstuk 21 & Hoofdstuk 22 Flashcards
Wat is retoriek?
De kunst van het overtuigen
Wie is de grondlegger van retoriek?
Aristoteles
Wat is logos?
Inhoud. Het gebruik van logica en argumenten.
Welke twee soorten gebruik van logica en argumenten zijn er?
Artistic proof en inartistic proof
Wat is artistic proof?
Hoe je een argument brengt. Het gebruik van stijlfiguren en andere retorische technieken om argumenten goed over te laten komen.
Wat is inartistic proof?
Gebaseerd op reden, logica.
Wat is Ethos?
De geloofwaardigheid van de spreker vanuit het perspectief van het publiek.
Welke drie dimensies heeft ethos?
- Perceived inteligence (credibility): vertrouwen en expertise.
- Moral character: goed en eerlijk persoon, heeft te maken met autoriteit.
- Goodwill: intentie tegenover publiek.
Wat is pathos?
De emoties van de ontvanger, het draait om het publiek.
Wat is een audience analysis?
Wie is je publiek en hoe overtuig je die?
Wat zijn de 5 principes van de rede van Aristoteles.
- Invention
- Arrangement
- Style
- Delivery
- Memory
Wat is invention?
de informatie en kennis die de spreker heeft en in de boodschap verwerkt; de constructie van relevante argumenten. Dit hoeven niet altijd goede argumenten te zijn.
Wat is arrangement?
het aanbrengen van structuur in de boodschap in de vorm van een introductie (pathos en ethos), midden (logos) en eind (pathos).
Wat is style?
het gebruik van taal om ideeën op een bepaalde wijze uit te drukken.
Wat is delivery?
de non-verbale presentatie van de spreker zijn ideeën