Hoorcollege 11: Het actieve publiek Hoofdstuk 27, hoofdstuk 13 en het Artikel van Sundar & Limperos (2013) Flashcards

1
Q

Wat is culturele studies?

A

Een theoretisch perspectief dat onderzoek hoe cultuur beïnvloedt wordt door dominante groepen. Het is gebaseerd op ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een motief om de media te beheren en controleren?

A

Dominante cultuur en winst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom moet het publiek mediawijs gemaakt worden?

A

Om in opstand te komen tegen de heersende klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cultuur wordt gezien als een ideologie, wat houdt dat in?

A

alle normen, waarden, regels en begrippenkaders die betekenis geven aan de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mensen maken deel uit van een hiërarchie, wat houdt dat in?

A
  • er zijn machtsverschillen tussen sociale groepen
  • er is een heersende klasse in de maatschappij
  • de heersende klasse heeft toegang tot culturele productie
  • media valt hieronder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er gereflecteerd door media inhoud?

A

De opinies van de heersende klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het gevolg van het feit dat de media de opinies van de heersende klasse reflecteert?

A

Heersende klasse blijft aan de macht, media houdt andere klassen onder controle, nadelig voor gemarginaliseerde klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is hegenomie?

A

De invloed, macht of dominantie van een sociale groep over een andere sociale groep. Men is zich niet bewust van deze dominantie maar er is vaak verzet/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is counter hegemonie?

A

Het gebruik van dezelfde strategieën als de heersende klasse maar met de bedoeling om de heersende ideologische cultuur te ondermijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat betekend dominant- hegemonic?

A

Er wordt gedecodeerd zoals bedoeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt de uses & gratifications theory?

A

Er is zoveel media en er zijn zoveel mogelijheden om te kiezen, we moeten ons niet afvragen wat de media doet met het publiek maar wat het publiek doet met de media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar gaat de uses & gratifications theory vanuit?

A

Het actieve publiek. Het publiek heeft controle over de mediaboodschappen die ze willen bekijken. Het publiek gebruikt media om behoeftes te bevredigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het gevolg van dat men media gebruikt voor eigen behoeften?

A

media concurreren met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het limited effects- perspectief?

A

Media effecten zijn beperkt omdat deze geen enorm groot effect op het publiek hebben. Mensen hebben keuze en kunnen controle uitoefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer heb je gratification?

A

Wanneer behoeften en motivaties behaald zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de vier traditionele motivaties voor media gebruik

A

diversion
Personal relationships
Personal identity
surveillance

17
Q

Wat is diversion?

A

Entertainen tot verveling

18
Q

Wat is personal relationships?

A

sociale rollen, connectie, interactie etc.

19
Q

Wat is personal identity?

A

Normen en waarden, zelfvertrouwen

20
Q

Wat is surveillance?

A

informatie en advies

21
Q

Wat is kritiek op de uses & gratification theory?

A

Het wordt gezien als de tegenhanger van traditioneel- effecten- onderzoek. Je hebt terminilogische spraakverwarring, geen duidelijke eenvormige onderliggende theorie. Er is weinig bewijs dat mediagebruik voortkomt uit een behoefte die aan blootstelling vooraf gaat