12 principes Flashcards

1
Q

coherentieprincipe (coherence principle)

A

Overbodige elementen weglaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

signaliseringsprincipe (signaling principle):

A

Verbale en visuele aanwijzingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

redundantieprincipe (redundancy principle)

A

Dikgedrukte woorden leiden niet tot betere resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ruimtelijk nabijheidsprincipe (spatial contiguity principle)

A

Wat samen hoor moet samen staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tijdelijk nabijheidsprincipe (temporal contiguity principle):

A

Woorden en afbeelden worden om dezelfde tijd getoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

segmenteringsprincipe (segmenting principle):

A

in stappen leren is beter dan alles in een keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voortrajectprincipe (pre-training principle):

A

leren gaat beter wanneer er al kennis is van belangrijke concepten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

modaliteitsprincipe (modality principle):

A

Beeldmateriaal met audio is beter dan met tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

multimedia principe (multimedia principle):

A

tekst plus afbeelding zorgt voor meer leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

personaliseringsprincipe (personalization principle):

A

alledaagse spreektaal is beter dan formeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stemprincipe (voice principle)

A

vriendelijke mensenstem is beter dan robot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afbeeldingsprincipe (image principle):

A

Afbeelding van spreker zorgt niet perse voor beter leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly