Hoorcollege 4: Interpersoonlijke communicatie II Flashcards

1
Q

Cognitive Dissonance Theory (CDT)

A

Het gevoel van onbehagen als gevolg van inconsistente
patronen in of tussen:
I. Beliefs (overtuigingen), II. Attitude , III Behavior (gedrag)
- Er zijn verschillende eenheden van informatie (overtuigingen, attitudes of gedragingen) niet
on overeenstemming met elkaar. Die dissonantie is mogelijk binnen en tussen overtuigingen, attitude en gedrag.
Verklaringen voor: Perusasieve communicatie, het bestuderen van een overtuigende boodschap.

CDT Is een consistency theory:
I. Geheugen is een intermediair tussen stimulus (informatie die je ontvangt) en respons (hoe je daarop reageert)
II. Theorie beschrijft wat mensen doen als een nieuwe stimulus niet meer in je bestaande schema pat m.a.w. inconsistent is
III. Leidt tot onbehagen (psychologische stress)
Als je iemand leert kennen vorm je twee indrukken, van competentie en van warmte, dit maakt het schema van deze
persoon. Deze indrukken/dit schema veranderen is heel lastig.
Informatieeenheden zijn constant, dissonant of irrelevant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

CDT aannames

A

A. Mensen willen consistent zijn in hun overtuigingen, attitudes en gedrag (we
houden niet van inconsistenties)
B. Dissonantie wordt veroorzaakt door psychologische inconsistenties
C. Dissonantie schept onbehagen en arousal (onaangename psychologische
opwinding)
D. Deze arousal motiveert mensen om in een situatie van dissonantie te streven
naar consonantie → verschillende tactieken
E. Verschillende ordes van dissonantie, bepaald door:
1. Belang van het issue
2. Dissonantieratio: ratio van consonante en dissonante overtuigingen
3. Rationale: redenen om de dissonantie te rechtvaardigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CDT tactieken om dissonantie te verminderen

A

Hoe los je cognitieve dissonantie op?
A. Nieuwe consonante overtuigingen introduceren → ratio verbeteren
B. Dissonante overtuigingen verwijderen → ratio verbeteren
C. Belang van dissonante overtuigingen verkleinen of van consonante
overtuigingen vergroten
D. Informatie of stimuli anders verwerken:
1. Selective exposure (selectieve blootstelling): alleen informatie
zoeken die overeenkomt met je eigen overtuigingen en gedrag
2. Selective attention (selectieve aandacht): alleen aandacht
besteden aan informatie die overeenkomt met je eigen overtuigingen
en gedrag
3. Selective interpretation (selectieve interpretatie): Ambigue
informatie interpreteren zodat die consistent is met je eigen
overtuigingen en gedrag
4. Selective retention (selectief onthouden): alleen informatie
onthouden die overeenkomt met je eigen overtuigingen en gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

CDT persuasie

A

A. Carlsmith (1959) geven mensen een heel saai taakje en vroegen ze toen om een nieuwe deelnemer te recruiten in de wachtruimte door haar te vertellen hoe leuk de taak wel niet was.
1. Mensen die $1 kregen: Taak is leuk!
2. Mensen die $20 kregen: Taak is saai!
Verklaring: als je iets doet waar je niet in gelooft voor een minimale beloning.
Dit meer dissonantie veroorzaakt dan als je datzelfde doet voor een grotere beloning. Aangezien die $1 geen goede financiële beloning is, verzonnen
mensen andere reden om de dissonantie op te lossen.
B. Doomsday cult: Een studie waarin de verwachtingen van mensen niet bevestigd werden. Een sekte die dacht dat de wereld ten einde zou komen en ook voorbereidingen aan het treffen was. Ze zouden om middernacht door een ruimteschip opgehaald worden. Hierdoor kregen de sekteleden extreme
dissonantie. 2 tactieken om deze te verminderen:
1. De leider zei dat de spirituele wezens gezegd hadden dat God hun
gebeden gehoord had en dat ze gered waren (selective interpretation
en attention)
2. De leider kreeg een nieuw bericht binnen dat ze het allemaal aan de
wereld moesten vertellen. De sekteleden kregen nieuwe energie en voelden zich weer deel van de sekte.
C. Buyer’s remorse: allemaal redenen waarom je toch niet die (dure) aankoop had moeten doen. Veroorzaakt dissonantie
D. Verkooptactieken van goede doelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

CDT conclusie

A

A. Dissonantie treedt op als er een inconsistentie is tussen verschillende
cognities (informatieeenheden) in iemands overtuigingen, attitude of gedrag.
B. Mensen willen gevoelens van onbehagen door dissonantie vermijden.
C. Dit doen ze door cognities zo aan te passen dat er een consonante situatie
ontstaat:
1. Ratio consonant-dissonant te veranderen
2. Belang consonant-dissonant te veranderen
3. Dissonante informatie weg te rationaliseren
D. Heel belangrijk voor marketing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Expectancy Violations Theory (EVT)

A

Expectancies de verwachtingen die mensen hebben van het non-verbale gedrag van
anderen

Expectancy
violations
het non-verbale gedrag van iemand anders voldoet niet aan je
verwachtingen

Non-verbaal gedrag speelt een belangrijke rol in onze dagelijkse interacties. Veel van onze impressies van anderen zijn gebaseerd op non-verbaal gedrag. Wij hebben verwachtingen
over non-verbale (en verbale) gedrag van anderen. Schendingen hiervan leiden tot arousal.
(psychologische opwinding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie belangrijkste concepten EVT

A

Drie belangrijkste concepten:
I. Expectancies (verwachtingen) Verwachtingen van non-verbaal gedrag, gebaseerd
op met wie je communiceert, de relatie die jullie hebben en de context;
II. Violation valence (valentie van schending) Positieve of negatieve beoordeling van
schending van verwachtingen. Is het onverwachte gedrag beter of slechter dan
verwacht?
III. Communicator reward value/valence (‘beloningswaarde’ van
communicatiepartner) Iemands som van positieve en negatieve kenmerken. Dit
beïnvloedt of een schending als positief of negatief wordt gezien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe EVT begon

A

EVT begon als een theorie over proxemics, maar gaat nu over alle non-verbale cues.

Proxemics
Proxemcs duidt op het gebruik van
ruimte in menselijke interacties.
Communicatie, Impressievorming,
Gedragsbeïnvloeding

Threat threshold
De afstand waarop de aanwezigheid van een ander ongemakkelijk wordt.
Hangt af van veel factoren zoals: Relatie, Aantrekkelijkheid, Fysieke positionerin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

EVT assumpties

A

Verwachtingen sturen menselijke interactie (vgl. CMM, vorig college).
Hangen af van verschillende factoren:
A. Individuele factoren m.b.t. communicatiepartner (geslacht, persoonlijkheid,
leeftijd, uiterlijk, reputatie)
B. Relationele factoren (relatiegeschiedenis, statusverschillen, mate waarin je je
tot iemand aangetrokken voelt / je iemand leuk vindt)
C. Contextfactoren ((in)formeelheid, setting, cultuur)
Pre-interactionele verwachtingen: de interactionele kennis of vaardigheden die
iemand bezit voordat hij/zij een gesprek aangaat
vs. interactionele verwachtingen: in hoeverre iemand de interactie kan uitvoeren
Deze verwachtingen zijn aangeleerd (vgl. SIT, vorig college)
Mensen hebben verwachtingen. over non-verbaal gedrag: prescriptief en .op basis
van non-verbaal gedrag: predicatief.
Arousal (psychologische opwinding) treedt op wanneer verwachtingen over gedrag
geschonden worden.
Leidt tot toegenomen aandacht voor het onverwachte gedrag + verminderde
aandacht voor boodschap consequenties voor samenwerken
Violation valence (valentie van schending): de afweging of een schending van de
verwachtingen positief of negatief is. Op basis van: eigen verwachtingen, reward valence van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

EVT cue systems

A

-Language
-Vocalics
-Physical appearence
-Kinesics
-Proxemics
-Adornments
-Haptics
-Typographics

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Studie 1: EVT en mobieltjes

A

A. Doel van studie: onderzoeken wanneer het geoorloofd is om je mobieltje te
gebruiken als je samen bent met je partner.
B. Verwachtingen over gebruik van mobieltje zijn context-afhankelijk
1. verwachting tijdens dates + intimate time: onverdeelde aandacht (in
principe geen mobieltjes)
2. verwachting tijdens hanging out: verdeelde aandacht (mobieltjes oké)
3. Maar, mobieltje tijdens dates + intimate time alsnog acceptabel
wanneer: Het belangrijk is, bijv. telefoontje van moeder of baas; snel
gebeurd of wordt aangekondigt.
C. Tegenstrijdige verwachtingen, vooral tijdens hanging out: aandacht tonen
voor en interesse tonen in je partner als je samen bent vs. continue
bereikbaarheid voor anderen via je mobieltje
D. Reacties op telefoongebruik (schending van verwachting) verschillen
afhankelijk van relatiestatus:
1. In nieuwe relaties: indirecte reacties: Non-verbaal gedrag, Niks doen
2. In langere relaties: Directere communicatie → meer face threatening
3. EVT werkt goed als framework hier!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Studie 2: EVT en modality switching in online dating

A

A. Doel van studie: onderzoeken of er een verband is tussen negative expectancy violations over verschillende fysieke - en
communicatiekenmerken en relatie-uitkomsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

EVT conclusie

A

A. Verwachtingen sturen menselijke interactie.
B. Non-verbaal gedrag speelt belangrijke rol in menselijke interactie en in het
vormgeven van deze verwachtingen:
1. prescriptief (verwachtingen over…)
2. predictief (verwachtingen op basis van…)
C. Theorie is nog in ontwikkeling → toepasbaar op alle communicatieve
processen (niet alleen non-verbaal!)
1. Interpersonal Adaptation Theory (IAT): bredere theorie over
relatieontwikkeling en de rol van interactie daarin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly