Hoorcollege 13: Culturele en Groepscommunicatie

Question 1

Communication Accommodation Theory (CAT)

Answer 1

• Communication Accommodation Theory (CAT)
  o Gebaseerd op de Social Identity Theory
  o Beschrijft hoe mensen hun communicatiegedrag aanpassen aan anderen:
  -> verbaal gedrag (spraak, toon, taalgebruik)
  -> non-verbaal gedrag (gebaren, accent)

o Leidt tot:
-> Convergentie: lijken op de groep waar je op dat moment in zit
-> Divergentie: je af willen zetten van de groep waar je op dat moment in
zit

o Focust op cultureel verschillende groepen:
-> Subculturen
-> allochtoon vs. Autochtoon
-> jong vs. Oud

Question 2

CAT social identity theory (SIT)

Answer 2

• De noodzaak die we voelen om bij een groep te horen
• Social identity theory legt dit gevoel uit:
• Social Identity Theory (SIT)
  o Wie je bent, wordt bepaald in sociale interactie (cf. symbolisch
  interactionisme)
  o Niet één vaste identiteit, maar…
  -> één persoonlijke identiteit (je kernwaarden, wie je diep van binnen
  bent) + vele sociale identiteiten (wie je bent in bepaalde sociale situaties).
  -> Docent, zoon, vader, Willem II supporter, etc.
  -> Deze identiteiten zijn geen bewust gedrag of een bewuste beslissing
  o Bij een sociale identiteit horen regels en manieren om je te uiten of te gedragen, deze gebruik je ook alleen bij die bepaalde groep waar dat ze gelden
• Mensen hebben de neiging om de wereld in groepen in te delen:
  o Wij vs. zij; in-group vs. out-group
  o Bij elke ‘wij’ hoort een sociale identiteit

Question 3

Sociale identiteit

Answer 3

• Sociale identiteit wordt geactiveerd in bepaalde situaties, persoonlijke identiteit
  wordt een beetje naar achteren gedrukt.
• Stappen: categorisatie (mensen in groepen delen)  identificatie (je identificeert je met een bepaalde groep, of iemand anders doet dat voor je)
  -> vergelijking (je zet je af tegen een andere groep, je maakt een duidelijke vergelijken (kan leiden tot geweld, maar kan ook simpele vergelijking zijn), deze vergelijking en het bij een groep horen geeft ons zelfvertrouwen)
• Gevolg sociale identiteit:
  o Positieve gevolgen: Gevoel van eigenwaarde (self-esteem) in-group,
  zelfvertrouwen
  o Negatieve gevolgen: Stereotypering out-group(s) -> evt. Discriminatie, gevolg
  van de sociale identiteiten. De outgroup homogeneren we ook, we denken
  onterecht dat ze heel erg op elkaar lijken, je past het stereotype toe op alle
  mensen binnen die groep.
  o Internalisatie groepsnormen, regels voor gedrag en communicatie  CAT! (je
  ziet de groep echt als een deel van jezelf, het is ook een onbewust proces,
  vaak heb je niet door dat je je definieert met/als de groep)
  o Het groepsidee is heel sterk, je wilt vanzelf beter zijn dan de andere groep.
  We hechten ons aan de groep waar we op dat moment bij horen (aangeboren
  neiging).

Question 4

Experimenten over SIT

Answer 4

• Experimenten over SIT:
  o Robbers Cave experiment
  Kinderen werden in groepen ingedeeld. Dat liep volledig uit de hand. De
  groepen vochten met elkaar en er kwam een te grote competitie.
  o Stanford Prison Experiment
  Mensen identificeren zich heel erg met hun sociale rol, deze rol werd deel van
  hun identiteit. Mensen konden later ook niet goed aangeven waarom ze zich
  zo gedroegen.

Question 5

CAT accommodatie

Answer 5

• Accommodatie: je gedrag aanpassen aan iemand anders
  o Verbaal of non-verbaal
  o Vaak in groepssituaties
• In interacties willen mensen het shared field of experience vaak vergroten, maar
  soms ook verkleinen
• Drie vormen (strategieën):
  o Convergentie (accommodatie)
• Gebaseerd op aantrekking
• Over het algemeen positief
• Met de ingroup

o Divergentie (non-accommodatie)
* Afstand zoeken, afzetten tegen anderen
* Om groepen gescheiden te houden
* Om de ander minder macht te geven
* Met de outgroup

o Overaccommodatie
* Vaak nadelig
* Meestal expres
* Je stem veranderen bij kinderen of huisdieren
* Je probeert te gedrag extreem aan te passen aan de ander

Question 6

CAT conclusie

Answer 6

• Communication Accommodation Theory: gebaseerd op de Social Identity Theory
  o Accommodatie: hoe wij ons classificeren in ‘wij’ en ‘zij’, maar dit is geen zwart
  wit verschil.
• Beschrijft hoe mensen hun verbale of non-verbale gedrag aanpassen aan anderen
• Leidt tot convergentie of divergentie
• Focust op cultureel verschillende groepen.

Question 7

CAT kritiek

Answer 7

→ Convergentie vs divergentie: te zwart/wit
→ Te rationeel