Hoorcollege 12: Media Ecologie en Structuratietheorie Flashcards

1
Q

Media Ecology

A
  • Media Ecology gaat over de invloed van de media, technologie en communicatie op
    de samenleving.
  • Marshall McLuhan & Neil Postman: grondleggers van de theorie
  • Ecology: De omgeving / het systeem en de manier waarop processen in een systeem elkaar beïnvloeden.
    o In dit geval: De wisselwerking tussen media en maatschappij ->
  • Media ecology: de invloed van media en communicatieprocessen op
    o Individuele waarden, emoties en percepties
    o Sociale waarden: cultuur en maatschappij
    o Vgl. symbolisch interactionisme.
  • Marshall McLuhan (1964): The medium is the message: het medium en de boodschap beïnvloeden elkaar

Media Ecgology: def.= het is een nieuwe wereld geworden over onze eigen wereld heen. Men wordt meegezogen in die mediawereld, die steeds meer raakvlakken heeft met onze eigen wereld. -> we kunnen er niet aan ontkomen, gedrag wordt bijvoorbeeld aangepast op hoe de media voorschrijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Media Ecology assumpties

A
  1. Media veranderen de aard van de samenleving:
    * Sociale structuren
    * Percepties
    * Gebruik van zintuigen
    * Onze hele manier van denken
    -> Je ontkomt niet aan het gebruik van media in je leven
  2. Media beïnvloeden onze percepties, emoties, waarden, etc.
    * De media beïnvloeden ons direct (bv. Onze attitudes worden direct beïnvloed
    door wat we op televisie zien)
    * Vgl. Media-effect theorieën zoals agenda setting
    * Media beïnvloeden onze zintuigen
    o Verbreding: Televisie zorgt voor bredere kijk op de wereld, meer
    informatie
    o Vernauwing: Televisie legt nadruk op visuele kortstondige ervaring
  3. Media brengen de wereld samen
    * Media maken de wereld een groot systeem
    * Focus op global events i.p.v. local events
    * Global vellige (McLuhan -> de wereld is 1 groot politiek, economisch, sociaal en
    cultureel systeem). Als 1 maatschappij ergens actie in onderneemt zal dit een
    effect hebben op de hele gobale village. We leven niet langer alleen of geïsoleerd
    door onze afhankelijkheid van technologie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Media Ecology tijdvakken

A

Vier tijdvakken, eigenlijk kan je hier heel goed zien wat voor rol communicatietechnologie
heeft gehad op ons communiceren en onze samenleving.

Tribal age: kleine groep mensen die vooral face to face communiceerden Het was een
tijdperk waarin mensen elkaar verhalen vertelden.

Literate age: toen het schrift kwam kon je een samenleving maken. Je kon namelijk
vastleggen wie wat bezat. Zien werd het dominante tijdperk, maar hiermee wordt eigenlijk (rationeel) denken bedoeld

Print age: broekdrukkunst, niet alleen voor de rijke maar ook voor de rest. Zorgde voor de verlichting en meer macht bij de massa/burgerij omdat zij toegang kregen tot meer informatie. Zien was nog steeds heel belangrijk, maar nu met massa productie. Er was minder aandacht voor het lokale, maar nu ook voor de rest van de wereld. De samenleving werd als zijn geheel breder en gelijker.

Electornic age: het wordt steeds makkelijker om beelden en berichten naar elkaar te sturen. Het is niet alleen een kwestie van zenden, maar het stelt ons echt in staat om te zenden. Het was eigenlijk een soort nieuwe tribal age. We kunnen ons weer focussen op lokale
communites, maar dan wereldwijd.

Digital age: (McLuhan was al dood, maar anderen hebben dit toegevoegd) van die global village is niet zo veel terecht gekomen, er zijn weer local communities, maar dan gebaseerd op interesses en dergelijk en niet op locatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ecology media laws

A

‘Laws’ of eigenlijk een stappen om de invloed van technologie en media op de
maatschappij te onderzoeken. Het zijn geen wetten, maar echt een stappenplan. Als je deze vier stappen onthoudt, kun je heel makkelijk zien wat media met de maatschappij doen.

  1. Enhancement
    Media verrijken de maatschappij – bijv. De telefoon was een toevoeging voor het
    gesproken woord in face-to-face communicatie; het Internet is ook een verrijking van de maatschappij -> toegang tot meer informatie.
  2. Obsolescence
    Media verouderen – bijv. TV t.o.v. radio, en verschillende sociale media platformen.
    Nieuwssites passen zich aan door het Internet en face-to-face communicatie is
    ‘ouderwets’. Nieuwe media zorgen ervoor dat oude media niet meer nodig zijn.
  3. Retrieval
    Media halen iets terug wat verloren was – bijv. Internet doet communicatie
    opbloeien, terug naar de tijd van communities en aandacht voor interpersoonlijke, 1-op-1 communicatie. Eletronic age zorgde voor een soort van nieuwe tribal age waarin mensen hechter met elkaar communiceerden.
  4. Reversal
    Media worden omgezet in iets nieuws; teruggebracht naar wat mensen willen. Het
    gaat hierom wat er gebeurt als je effecten van media doortrekt in het extreme – Bijv. Hang naar verleden door moderne maatschappij. Denk aan een medium, denk wat dat medium doet en dan denk hetzelfde maar dan in het extreme. Whatsapp -> spreekt van tevoren niks meer af -> je spreekt nooit meer af.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Media Ecology Neil Postman

A
  • “Amusing ourselves to death”.
    o Medium is the message: Media beperken mogelijkheden voor het versturen
    van boodschappen
    o Met andere woorden: Media sturen inhoud
  • Focus op televisie
    o Televisie biedt slechts amusement
    o Korte, snelle boodschappen
  • De grote rol van televisie beïnvloedt ook de maatschappij
    o Focus op entertainment
    o Focus op trivialiteiten
  • Televisie houdt de massa onder de duim
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Media Ecology conclusie

A

Beschrijft de wisselwerking tussen media en de maatschappij.

  • The medium is the message
  • Media veranderen de aard van de samenleving
    o Sociale structuren
    o Percepties
    o Gebruik van zintuigen
    o Onze hele manier van denken
  • Echter:
    o Nauwelijks te onderzoeken
    o Meer een ideeënstroom dan een theorie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Media Ecology kritiek

A

o Concepten moeilijk te begrijpen
o Moeilijk toetsbaar
o Nauwelijks te onderzoeken
o Meer een ideeënstroom dan een theorie
-> Maar wel: breed toepasbaar (Youtube, human-computer interaction)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Structuration Theory

A

Gaat over de wisselwerking tussen technologie en de maatschappij / systemen. Gaat uit van wederzijdse beïnvloeding.

  • Structuratietheorie beschrijft de ontwikkeling van systemen
  • Een systeem is
    o Een groep, organisatie of maatschappij,
    o het gedrag dat deze vertoont in termen van
    o input, processing en output
    o en de doelen die deze nastreeft
    o Heeft invloed van buitenaf nodig
  • Structuur is
    o De regels en hulpbronnen die een systeem gebruikt om zich in stand te
    houden
  • Structuratie is
    o De ontwikkeling, het onderhoud en verandering van een systeem door
    structuur en interactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Structuration Theory duality of structure

A
  • De kern van structuration is Duality of Structure. (=Mensen bepalen de regels en ze leven vervolgens ook in die regels.)
  • Duality of Structure:
    o Mensen hebben structuur (regels) nodig in een systeem
    -> Om te kunnen handelen (gedrag) en
    -> Om met elkaar te kunnen communiceren (gemeenschappelijk kader)
    o Gedrag en communicatie is echter ook noodzakelijk voor structuur
    -> Structuur wordt gevormd door gedrag en communicatie
    -> Structuur wordt veranderd door gedrag en communicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Structuration Theory agency & reflexivity

A
  • Agency
    o Het specifieke gedrag dat mensen vertonen
    o Wordt gereguleerd door de structuur
    o We kunnen communiceren en we kunnen ons op een bepaalde manier
    gedragen
  • Reflexivity
    o De mogelijkheid om je eigen gedrag te observeren
    o We kunnen nadenken over ons eigen gedrag en over regels
  • Agency en reflexivity stellen mensen in staat om hun gedrag te veranderen
    o En zo structuur te veranderen
    o En uiteindelijk het systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Structuratie in organisaties

A
  1. Groepen en organisaties komen tot stand door communicatie, acties en gedragingen:
    * Elke keer dat we met iemand communiceren komt er iets nieuws tot stand, door:
    o Het ontstaan van een nieuwe regel
    o De aanpassing van een bestaande regel
    o Bevestiging van eerder gebruikte regels.
  2. Al deze regels creëren structuren (regels, elementen)
    * Deze structuren creëren sociale systemen in een organisatie (bijvoorbeeld macht, besluitvormingsprocessen)
  3. De structuren bepalen communicatiestromen in organisaties:
    * Zowel formeel als informeel
  4. Continue proces:
    * Communicatiestromen leiden tot verandering in organisaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Structuration en technologie

A

Sociale determinisme: vb. door facebook hebben we een contact meer met onze echte vrienden

Technology determinisme: technologie is tot stad gekomen door de systemen waar we al inzaten. We hebben bepaalde behoeften, en die bepaalden hoe de technologie gebruikt wordt. Er wordt echter gesteld dat er een wisselwerking tussen technologie en gebruik is.

  • Orlikowski’s duality of technology:
    “technology is created and changed by human action, yet it is also used by humans to accomplish some action”
  • Mensen en technologie beïnvloeden elkaar wederzijds
    o Technologie is ontwikkeld door mensen en heeft daardoor een door mensen
    opgelegde structuur. De regels hebben we allemaal zelf bedacht.
    o De regels van de technologie beperken echter ook het handelen van mensen
    o Maar mensen hebben vrijheid om met regels om te gaan (agency)
  • Adaptive structuration theory (DeSanctis & Poole, 1994) richt zich specifiek op de rol
    van technologie
  • Technologie heeft een gebruiksvoorkeur
    o Structuur: expliciete regels
    o Spirit: impliciete regels (regels die worden opgelegd door bijvoorbeeld de
    ontwikkelaars van je telefoon, de standaard apps of de volgorde in je
    telefoon). Impliciete regels geven suggesties voor het gebruik van de
    technologie. Maar de mens blijft een bepaalde vrijheid houden voor het
    gebruik van een technologie.
  • Maar het daadwerkelijk gebruik wordt door mensen bepaald
    o Appropriation: Hoe mensen technologie daadwerkelijk gebruiken
    o Appropriation kan faithful of unfaithful zijn:
    -> Faithful: zoals bedoeld (bijv. een pen)
    -> Unfaithful: onbedoeld (bijv. SMS)
  • Technologie kan strikt of flexibel zijn
    o Veel of weinig ruimte voor appropriation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Structuration Theory conclusie

A
  • Duality of Structure: Structuren en mensen beïnvloeden elkaar wederzijds:
    o Mensen hebben structuur (regels) nodig in een systeem
    o Gedrag en communicatie is echter ook noodzakelijk voor structuur
  • Dit is ook zo met technologie: Appropriation
    o Technologie is ontwikkeld door mensen en heeft daardoor een door mensen
    opgelegde structuur
    o De regels van de technologie beperken echter ook het handelen van mensen
    o Maar mensen hebben vrijheid om met regels om te gaan (agency)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly