Hoorcollege 4 Flashcards

1
Q

algemene opbouw

A

tunica mucosa
tunica submucosa
tunica muscularis
tunica serose/adventitia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tunica mucosa

A

lamina epithelialis
lamina propria
lamina muscularis mucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

tunica submucosa

A

bindweefsel, bloedvaten, lymfevaten, klierstructeren, zenuwplexus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tunica muscularis

A

circulaire spierlaag, zenuwplexus, longitudinale spierlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tunica serosa

A

dun laagje epitheel om bindweefsel, in de borst/buik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tunica adventitia

A

in de hals

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

lamina epithelialis

A

eenlagig (absorptie) of meerlagig (bescherming)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lamina propria

A

bindweefsel, klieren, lymfoïde cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

lamina muscularis

A

glad spierweefsel, niet altijd aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

plexus submucosus

A

in tunica submucosa, parasympatische innervatie van klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

plexus myentericus

A

in tunica muscularis, sympatische innervatie van spierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oesophagus herbivoren

A

golvend, gekeratiniseerd epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oesophagus carnivoren

A

dikke submucosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kliermaag

A

verwijding van de slokdarm
enkellagig intestinaal epitheel
klierrijke mucosa, rugae
fundus, cardia, pylorus, corpus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

pens (rumen)

A

tunica mucosa pensvlokken met cutaan epitheel
nauwelijks tunica submucosa
dikke tunica muscularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

netmaag (reticulum)

A

honingraat dmv netmaaglijsten
gladspierweefsel in de lijsten (voordeel in wegspoelen van voedsel)

17
Q

boekmaag (omasum)

A

meerlagig epitheel met circulaire spiervezels in de bladen
uitpersen van voedsel, mechanische verkleining

18
Q

dunne darm

A

plooien van epitheel en lamina propria
plooien van Kerckring (tunica mucosa), vili en crypten geven 600x vergroting
veel enterocyten
Peyerse platen

19
Q

dikke darm

A

geen vili, veel goblet cellen en crypten
dikke tunica muscularis

20
Q

cellen in maagklierbuizen

A

slijmnapcellen, muceuze halscellen, parietaalcellen, hoofdcellen, entero-endocriene cellen

21
Q

maagsap

A

alle geproduceerde producten samen

22
Q

enkelvoudige maag

A

klierrijke tunica mucosa door de hele maag

23
Q

enkelvoudig samengestelde maag

A

klierloos met cutaan slijmvlies (pars proventricularis), klierrijk (pars glandularis)

24
Q

meervoudig samengestelde maag

A

groot klierloos deel, differentiatie (klierloze) voormagen, kliermaag

25
Q

voormagen

A

vertering van voedsel door bacteriën tot glucose en vvz, mechanische verkleining, absorptie vvz.
geen zoutzuur –> hoge ph –> veel bacteriën

26
Q

cellen in crypten dikke darm

A

enterocyten, gobletcellen, entero-endocrien, stamcel, paneth cel

27
Q

functie in crypten dikke darm

A

absorptie water, vitamine en elektrolyten, fermentatie

28
Q

Brunner klieren

A

in tunica submucose, productie van bicarbonaat voor neutralisatie van zure inhoud
enkel in voorste deel

29
Q

glandula parotis

A

gepaard, sereus

30
Q

glandula mandubularis

A

gepaard, gemengd

31
Q

glandula sublingualis

A

enkel , muceus

32
Q

kleine speekselklieren

A

algemene vochtigheid van de mond door speekselklieren van de lip, tong, wang en gehemelte
zonder stimulatie

33
Q

sereus

A

ronde kern, waterig

34
Q

muceus

A

platte kern, slijmerig

35
Q

endocrien deel pancreas

A

lichte kleur
alfa, beta en sigma cellen

36
Q

exocrien deel pancreas

A

acinaire cellen en centroacinaire cellen
worden gestimuleerd door entero-endocriene cellen

37
Q

pancreas

A

afgifte van spijsverteringsenzymen zodra voedsel vanuit de maag wordt geloosd