Hoorcollege 1: Inleiding Flashcards

1
Q

Gaat sportpsychologie alleen maar over de sport(ers) zelf?

A

Nee, sportpsychologie betreft de studie van het gedrag in sportsituaties. Hieronder vallen sporters, maar ook de teams, coaches, scheidsrechters, ouders, supporters, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van sport (wat is sport)?

A
  • Lichamelijke inspanning
  • Vrijwillig hindernissen en obstakels overwinnen
  • Vrijwillig afzien, pijn lijden
  • Veel inspanning, weinig materiële beloningen
  • Voor veel toeschouwers
  • Situaties die tot (negatieve) emoties leiden
  • Competities/wedijver
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt gedrag in sportsituaties bestudeerd?

A

Door middel van gedrag beschrijven, verklaren, voorspellen, beheersen/beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De sportpsychologie maakt gebruikt van theorieën, begrippen, modellen en instrumenten uit de ‘klassieke’ psychologie, waar moet je hierbij op letten wat betreft sportpsychologie?

A

Dat je de theorieën van de klassieke psychologie niet voorbij moet laten gaan, maar ook niet zomaar op de sport moet loslaten. Hierom moeten theorieën vaak worden aangepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De kern van de sportpsychologie kan samengevat worden in 4 thema’s:
-biologische basis van gedrag
-cognitief-affectieve basis
-sociale basis van het gedrag
-individuele verschillen

Leg uit wat er wordt bedoeld met de biologische basis van (sport)gedrag.

A

De (neuro)fysiologische processen (bijv. hormoonhuishouding) die ten grondslag liggen aan gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De kern van de sportpsychologie kan samengevat worden in 4 thema’s:
-biologische basis van gedrag
-cognitief-affectieve basis
-sociale basis van het gedrag
-individuele verschillen

Leg uit wat er wordt bedoeld met de cognitief-affectieve basis van (sport)gedrag.

A

Het gedrag dat gestuurd wordt door wat je weet/waar je over nadenkt. Omvat de mentale, emotionele, denk- en cognitieve processen voorafgaand aan gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De kern van de sportpsychologie kan samengevat worden in 4 thema’s:
-biologische basis van gedrag
-cognitief-affectieve basis
-sociale basis van het gedrag
-individuele verschillen

Leg uit wat er wordt bedoeld met de sociale basis van (sport)gedrag.

A

De sociale context, culturele en etnische achtergrond, de rolverdeling tussen man en vrouw, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De kern van de sportpsychologie kan samengevat worden in 4 thema’s:
-biologische basis van gedrag
-cognitief-affectieve basis
-sociale basis van het gedrag
-individuele verschillen

Leg uit wat er wordt bedoeld met de individuele verschillen in (sport)gedrag.

A

Persoonlijkheidsverschillen, verschillen in hoe mensen omgaan met bijv. emoties, spanning, druk, autoriteit, tegenslag, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem voorbeelden van sportpsychologie.

A
  • Het bestuderen van leefstijl (actief of inactieve leefstijl)
  • Het bestuderen van de motivatie tot fysieke activiteit
  • Het bestuderen van inactief naar actief gedrag (incl. gedragsveranderingen zoals het veranderen, vasthouden of terugvallen in een bepaald gedrag)
  • Het bestuderen van de effecten van fysieke activiteit (zoals in fysieke of mentale gezondheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen fysieke activiteit, beweging (exercise) en sport?

A
  • Fysieke activiteit heeft weinig met sport te maken, hier gaat het om lichaamsbeweging, het gebruik maken van je skeletspieren en het energieverbruik (zoals de algehele fysieke activiteit over een dag).
  • Beweging kan gedefinieerd worden als een gestructureerde fysieke activiteit (vaak met als doel om gezond te worden).
  • Sport is de gereglementeerde en gestructureerde fysieke activiteit (of: sport is the voluntary attempt to overcome unnecessary obstacles).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de context, scope/doel en stijl van klinische sportpsychologie?

A
  • Context: onderzoek dat geïntegreerd wordt op het gebied van klinische psychologie en sportpsychologie.
  • Scope/doel: het verbeteren van de prestatie en/of psychologisch welbevinden.
  • Stijl: evidence-based onderzoek (gebaseerd op een fundament van empirisch onderzoek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem voorbeelden van waar sportpsychologie de atleet/sporter/mens in kan helpen.

A
  • Prestatieverbetering
  • Omgaan met prestatiedruk
  • Het herstellen van blessures
  • Het bijhouden van een ‘exercise program’
  • Het genieten van sporten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly