Hoofdstuk 9: Geheugen, aandacht en bewustzijn Flashcards
Informatieverwerkingsmodel van de geest
3 geheugenopslagplaatsen:
1. Zintuiglijk geheugen
2. Kortetermijngeheugen/werkgeheugen
3. Langetermijngeheugen
Kijk plaatje pagina 77
Zintuiglijk geheugen
- Houdt zintuiglijk input lang genoeg vast om een onbewuste beslissing te nemen over het al dan niet overbrengen van de informatie naar het kortetermijngeheugen
- Hoge capaciteit
- Korte opslagduur
Kortetermijngeheugen/werkgeheugen
- Dit is de zetel van de bewuste ervaring of gedachtestroom
- Lage capaciteit
- Elk item vervaagt snel, als het niet geoefend/actief onderhouden is.
- Bewustzijn
Langetermijngeheugen
- Zeer hoge capaciteit
- Zeer grote duur
- In principe passief, onbewust, tenzij geactiveerd in het korte termijn geheugen
Priming
Activering van informatie in het LTM door zintuiglijke input. Dit gebeurt onbewust
Attentie
Aandacht is het proces waarmee we de stroom van zintuiglijke input naar ons werkgeheugen controleren
Codering
Dit proces kan actief en doelbewust zijn: we onthouden bewust informatie om ons die op een later tijdstip te herinneren. Codering regelt de verplaatsing van info van het STM naar het LTM. Het kan ook onbewust gebeuren als een neveneffect van interesse
Ophalen
Terughalen is de tegenhanger van coderen: het is ook een actief proces, waarbij informatie uit het langetermijngeheugen wordt teruggebracht naar het STM. Daarom regelt het ook de informatiestroom.
Moeiteloos/automatisch gedrag
- Gebeurt zonder opzet
- Geen interferentie met andere taken
- Niet (zo veel) beter worden door oefening
- Niet beïnvloed door verschillen in intelligentie, motivatie of opleiding
Inspannend gedrag
- Beschikbaar voor bewustzijn
- Kan andere taken hinderen
- Verbetert met oefening
- Beïnvloed door intelligentie, motivatie en opleiding
Dagelijkse cognitie omvat..
Een constante combinatie van automatische en inspannende processen
Dual-processing theorie (Kahneman)
Twee manieren om problemen op te lossen en te denken:
1. Snelle verwerking is automatisch, onbewust, intuïtief, zonder vrijwillige controle en is tamelijk onnauwkeurig
2. Langzame verwerking is inspannend, bewust, gecontroleerd, bedachtzaam, waarbij wordt nagedacht over welke aspecten aandacht verdienen en hoe verder te gaan. We gaan naar deze modus wanneer we een beslissing moeten nemen op basis van verschillende informatie of om een probleem op te lossen
Stroop-interferentie-effect
In de Stroop-taak moet iemand de inktkleur van gekleurde woorden benoemen. Bij een snelle verwerking zou een persoon gewoon de woorden lezen, omdat dit het intuïtieve is om te doen. Maar de meer bewuste en inspannende taak bestaat erin deze automatische neiging te overwinnen en de inktkleur te benoemen waarin de kleurwoorden zijn gedrukt, wat wijst op trage verwerking
Aandacht moet aan 2 concurrerende behoeften voldoen:
- Mentale middelen richten op de taak die voorhanden is en niet afgeleid worden door irrelevante stimuli
- Omgevingsstimuli in de gaten houden en de aandacht verleggen naar stimuli met potentiële betekenis
Pre-attentieve verwerking
Een aandachtspoort die top-down wordt gestuurd, laat belangrijke informatie door, terwijl onbelangrijke informatie wordt uitgefilterd. Een voorbeeld is het vinden van een vriend op een druk treinstation. Terwijl onbekende informatie wordt uitgefilterd (Zoals bekende gezichten, muziek die op de achtergrond speelt of de dienstmededelingen), wordt de aandacht gevestigd op gelijkaardige gezichten dei nader worden bekeken
Selectieve aandacht
Het proces van concentratie op taakrelevante informatie. We zijn aantoonbaar goed in het letten op een specifieke reeks stimuli “uit de weg” te houden.
Selectief luisteren
- Specifiek aandacht besteden aan 1 auditieve informatiebron en andere afleiders negeren
- Cocktail party fenomeen (je naam horen in een onbewaakt gesprek)
Selectief bekijken
- Basketbal-toss gorilla-experiment (de taak is het tellen van het aantal balworpen, 50% van de personen neemt de als gorilla verklede vrouw die door de video loopt niet waar omdat zij geen aandacht besteden aan andere stimuli dan de balworpen
- Onoplettende blindheid: afleiding leidt ertoe dat we “blind” zijn voor andere informatie
Echoïsch geheugen
Auditief:
* auditief sensorisch geheugen
* 8-12 seconden
* “Luisteren” terug in de tijd
Iconisch geheugen
- Visueel sensorisch geheugen
- Het vasthouden van visuele informatie in zijn oorspronkelijke vorm
- 1/3 van een seconde
Aandacht verleggen naar belangrijke stimuli
Een andere belangrijke functie van het sensorisch geheugen is informatie lang genoeg vast te houden om bewust te evalueren wat belangrijk is, en wat niet. Als we gevaarlijke bedreigingen zoals gorilla’s echt zouden negeren terwijl we ons concentreren, zouden we hier vandaag niet zijn. Het bewijs heeft aangetoond dat we alleen opzettelijk blind zijn voor dingen die geen bekende evolutionaire bedreiging vormen, zoals spinnen of slangen, die de mens al heel lang vermijdt. Hier wordt een zogenaamde “buffer” toegepast. We kunnen onze aandacht verleggen naar het verleden omdat ons zintuiglijk geheugen de informatie enkele seconde vasthoudt.