Hoofdstuk 11: de ontwikkeling van het lichaam, denken en taal Flashcards
Zygotische fase
Week 1-2
Embryonale fase
Week 3-8
Foetale fase
Week 9-38 (geboorte)
Cephalocaudale ontwikkeling
Ontwikkeling van hoofd naar voeten
Teratogenen
De eigenschap van een stof of een ziekte om bij de foetus afwijkingen
te veroorzaken als de moeder tijdens de zwangerschap met de stof in
aanraking komt, deze inademt of inneemt, dan wel de ziekte doormaakt
Wat kan nog meer effect hebben op de baby?
Voeding en stress. Voeding kan leiden tot overgewicht en hoge niveaus van stress veroorzaken angst, vreesachtigheid en temperamentvolle moeilijkheden
Na de geboorte ontwikkeling hersenen
Een groot deel van onze hersenontwikkeling vindt postnataal plaats.
Puberteit
- Ontwikkelingsfase leidend tot adolescentie
- Klieren geassocieerd met reproductieve systeem worden groter ➔ veranderingen in fysieke voorkomen en gedrag
- Grote veranderingen in fysieke ontwikkelingen in puberteit, verschillend wat op welk moment voor jongens en meisjes
Menarche
Eerste menstruatiecyclus:
- vindt plaats op ongeveer 13-jarig leeftijd
- Gedaald laatste jaren door:
–> goede voeding
Selectieve reacties vanaf de geboorte
Baby’s richten zich bijv op geluid en aanraking, wenden zich af van specifieke geuren, geven de voorkeur aan zoete smaken en richten hun ogen op bewegende stimuli
Gewenning (habituatie)
Een afname van het kijken naar een stimulus (gewenning)
Dishabituatie
Treedt op wanneer stimuli worden uitgewisseld
Zuigelingen (>0 maanden):
Vertonen een sterke voorkeur voor nieuwe stimuli
> 2 maanden:
Speciale interesse in gecontroleerde omgevingen oorzaak en gevolg afleiden en relaties leren
3-4 maanden:
Mondverkenners: testen objecteigenschappen