Hoofdstuk 9 Autonomie ontwikkeling Flashcards

1
Q

9.1

Wat zijn de twee aspecten binnen autonomie?

Separatie-individuatietheorie (SIT)
- Onafhankelijkheid
- Separatie is normatieve ontwikkeling
Wat zijn twee belangrijke taken binnen de SIT?

Mahler veronderstelt dat kinderen hun ouders gaan internaliseren, zodat zij zichzelf en anderen als individuen gaat beschouwen. Blos zegt iets gelijks met de term: normal conflictual condition. Wat bedoeld Blos hiermee?

Te sterke mate van onafhankelijk niet goed voor ontwikkeling, maar geleidelijke onafhankelijkheid is beter.

Zelfdeterminatietheorie (ZDT)
- Vrijwillig functioneren: neiging om beslissingen te nemen gebaseerd op persoonlijke waarden en interesses
- Het zelf is de drijvende instantie om te groeien en ontwikkelen
- Geen ontwikkelings, maar levenstaak.
- Autonomie is psychologische basisbehoefte. Alle mensen behoeften hebben aan vrijwillig functioneren, zorgt voor beter welbevinden en positiever profiel over zichzelf.
- Wat is agency?

De ZDT onderscheidt vier stadia van internalisatie (zie 9.2.2. Aniek)
1. Geen: externe regulatie
2. Partiële: introjectie (zichzelf onderdruk zetten om activiteiten uit te voeren)
3. Bijna volledige: identificatie
4. Volledige: integratie van het gedrag

Autonome regulatie: identificatie en integratie
Gecontroleerde regulatie: externe regulatie en introjectie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

9.2.3 Zie samenvatting Aniek voor verschillen tussen SIT en ZDT

Het idee dat adolescentie strookt met een crisisperiode zou niet stroken met empirisch onderzoek hierop. Balans is een belangrijke factor

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

9.3.1.

Het loskomen van ouders, ofwel separatie is een belangrijk proces. Smetana vindt dat ouder-kindconflicten enkel voorkomen over meervoudige onderwerpen. Wat wordt hiermee bedoeld? (zie samenvatting Aniek.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

9.5.1 opvoedproces SIT

Je kunt als ouder niet tegelijk structuur aanbieden voor gedrag én autonomie aanmoedigen. Silk concludeert dat ondersteuning aan onafhankelijkheid een positiever zelfbeeld geeft aan adolescenten.

9.5.2. opvoedproces ZDT

Ouderlijke autonomie-ondersteuning die vrijwillig functioneren aanmoedigt kenmerkt zich door 3 componenten:
1. Ouders zijn empathisch, zowel affectief als cognitief
2. Bieden keuze mogelijkheden aan
3. Geven zinvolle verantwoording over een taak

Echter, werkt dit ook visaversa de minder goede kant op. Ouders die hun kinderen onder druk zetten, helpt niet bij de ontwikkeling van geleidelijke onafhankelijkheid.

Leg het volgende uit:
Onafhankelijkheid + vrijwillig functioneren
Afhankelijkheid + vrijwillig functioneren
Onafhankelijkheid + gecontroleerd functioneren
Afhankelijkheid + gecontroleerd functioneren

9.5.3.

Deci wijst op het belang van wederzijdse ondersteuning onder adolescenten. Dit bevordert het welbevinden van hen in vriendschapsrelaties.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

9.6

Markus en Kitayama spreken over cultural agency. Wat is het?
- Wat is disjoint culture?
- Wat is conjoint culture?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly