Hoofdstuk 6 Cognitieve ontwikkeling in de adolescentie Flashcards

1
Q

6.1 Inleiding

Wat wordt er met cognitie bedoeld?
Wat wordt er met intelligentie bedoeld?

Waar focust de volgende visie zich op?
- Piagetiaanse benadering?
- Informatieverwerkingsbenadering?
- Psychometrische benadering?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

6.3 Piagetiaanse benadering?

Piaget gaat uit van transactionele benadering. Wat wordt hiermee bedoeld?

Op welke drie veronderstelling is het de theorie van piaget gebaseerd?

  1. Cognitief functioneren is een proces van adaptie.
    - Leg uit: assimilatie en accommodatie
  2. Tijdens de ontwikkeling ontstaan nieuwe cognitieve structuren.
    - Leg uit: cognitief conflict en cognitief structuur.
    diseqqulibrium
  3. De ontwikkeling van deze structuur verloopt in een vast stadia. Piaget zegt dat deze in een vaste volgorde verlopen en voor iedereen hetzelfde is. Leg onderstaande fase uit. Zie ook VO 3.1
    - Sensomotorische fase (tot … maanden)
    - Preoperationele fase ( … maanden tot … jaar)
    - concreet-operationele fase (…-… jaar)
    - formeel-operationele fase (… jaar en ouder)

Formeel-operationeel denken maakt het mogelijk om wetenschappelijk te denken. Hier zijn drie kenmerken belangrijk bij (zie ook VO 3.1.1.):
- contrafactisch
- Hypothetisch-deductief
- Combinatorisch

Verder is argumentie geven ook een vorm van formeel-operationeel denken.

Wat is Epistemologie?
- Binnen kennis worden drie niveaus onderscheiden. Welke zijn dit?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

6.4 Informatieverwerkingsbenadering

Wat houdt de informatieverwerkingsbenadering in?

Wat is inhibitie?
Wat is shifting?
Wat is werkgeheugen? Volgens Baddeley bestaat het werkgeheugen uit vier onderdelen. Welke zijn dit?

Langetermijngeheugen
Wat is procedurele kennis?
Wat is declaratieve kennis?

Wat is metacognitie? Waar zorgt metacognitie voor?

Sociale informatieverwerking
- Crick en Dodge beschrijven in hun model zes informatieverwerkingsstappen die worden doorlopen wanneer een kind reageert op een actie van een ander kind. Leg deze uit:
1. Encoding cues
2. Interpretration cues
3. Clarification of goals
4. Response acces or construction
5. Response decision
6. Response enactment

Zie samenvatting 6.4.6.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

6.5 Psychometrische benadering

-Wat houdt deze benadering in?
-Intelligentie staat gelijk aan het vermogen om doelgericht te handelen, rationeel te denken en effectief met de omgeving om te gaan.

-In welk jaar ontwikkelde Binet de eerste intelligentietest?
-Waar zijn intelligentietesten allemaal goed voor?

-Cattel en Horn stellen een indeling voor in ‘fluid’ en ‘crystallized’ intelligentie. Wat wordt er met deze twee woorden bedoeld?

Wat betekent general intelligence (g)?

Wat houdt het mutualismemodel van Maas in?

Wat is het mattheuseffect?

Ritchie en Tucker-Drob wijzen erop dat mensen met een hoger IQ langer onderwijs hebben gevolgd. Juist of onjuist?

Maak opdracht 3.1.4.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly