HOOFDSTUK 9 Flashcards
1
Q
definitie van additieven
A
elke stof (met of) zonder voedingswaarde, die op zichzelf gewoonlijk niet als voedsel wordt geconsumeerd en gewoonlijk niet als kenmerkend voedselingrediënt wordt gebruikt
2
Q
E100 - E199
A
= kleurstoffen
3
Q
E200 - E299
A
= conserveermiddelen
4
Q
E300 - E399
A
= antioxidanten
5
Q
E400 - E499
A
= stabiliseer-, emulgeer-, verdikkings- en geleermiddelen
6
Q
E500
A
= antiklonter- en rijsmiddelen
+ zuren, basen, zouten
7
Q
E620 - E635
A
smaakversterkers
8
Q
E901 - E905
A
= glansmiddelen
9
Q
E938 - E948
A
= gassen
10
Q
E950 - E967
A
= kunstmatige zoetstoffen
11
Q
caffeïne?
A
= additief, nationaal toegelaten, geen E-nummer
12
Q
ADI?
A
acceptabele dagelijkse inname
= mg/kg lichaamsgewicht