HOOFDSTUK 6 Flashcards
2 soorten eiwitten
- eenvoudige
- geconjugeerde
eenvoudige eiwitten
= alleen opgebouwd uit aminozuren
geconjugeerde eiwitten
= ook met metalen, suikers, lipiden, fosforzuur
amfoteer karakter
= komen vaak voor als zwitterion
primaire structuur
= opeenvolging van verschillende aminozuren
secundaire structuur
= ruimtelijke structuur van de aminozuurketens
tertiaire structuur
= uiteindelijke vorm
= door interacties nog een sterke stabilisatie van het eiwit
vb. disulfide brug
fibrillaire eiwitten
= bijna enkel alfa-helixstructuren
= heel rigide eiwitten
= moeilijk te verteren
globulaire eiwitten
= groot deel bèta-sheetstructuren en klein stukje alfa-helixen
quaternaire structuur
= aggregatie van verschillende polypeptiden tot een eiwit
peptiden (eigenschappen)
- opgebouwd uit aminozuren
- max 10.000 Dalton
- oligopeptiden = minder dan 10 AZ
- polypeptiden = meer dan 10AZ
belangrijk peptide?
= glutathion
= glycine + cysteïne + glutamine
= tripeptide = oligopeptide
= anti-oxidante werking
glutathion bestaat uit =
glutamine
cysteïne
glycine
taurine
= vormen we zelf uit het metabolisme van zwavelhoudende aminozuren
- essentieel voor pasgeborenen
functies van taurine?
- productie van galzuren kunnen met taurine geconjugeerd zijn
- rol in ontwikkeling van hersenen en visuele systemen
carnitine
= quaternaire ammoniumverbinding
= synthese vanuit lysine en methionine